Resultaat 25–36 van de 269 resultaten wordt getoond

Daiichi: het Hof van Justitie als hoogste Europese IE-rechter

Th.C.J.A. van Engelen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 18 juli 2013, C-414/11, ECLI:EU:C:2013:520 (Daiichi Sankyo en Sanofi-Aventis/DEMO)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2017
AA20170132

Dairy Partners/DOC Dairy Partners

Verwarringsgevaar, vrijhoudingsbehoefte en de beschrijvende handelsnaam

D.J.G. Visser

Hoge Raad 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:269 (Dairy Partners/DOC Dairy Partners)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2021
AA20210486

Davidoff/Gofkid

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 9 januari 2003, zaaknr. C-292/00, ECLI:EU:C:2003:9 (Davidoff/Gofkid) De bescherming van bekende merken geldt, ondanks de tekst van artikel 5 lid 2 Merkenrichtlijn, ook wanneer dit merk of een daarmee overeenstemmend teken wordt gebruikt voor soortgelijke waren of diensten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2003
AA20030781

De (on)rechtmatigheid van prestatieontlening

M.R. van Zanten

De rechtsbescherming tegen oneerlijke concurrentie, en met name tegen prestatieontlening, zoals deze in Nederland via artikel 1401 BW (oud) door de Hoge Raad wordt geboden is onvoldoende. Naar de mening van de auteur handelt iemand onrechtmatig wanneer hij een wezenlijk element van andermans prestatie exploiteert, een prestatie die slechts na veel kosten en inspanningen aan de kant van die ander mogelijk was, zonder daaraan enige eigen prestatie toe te voegen en puur en alleen om de vruchten van de arbeid van de ander zelf te plukken. De voorwaarden die de Hoge Raad voor het aannemen van onrechtmatigheid stelt worden naar zijn mening derhalve ten onrechte gesteld.

Verdieping | Studentartikel
februari 1992
AA19920073

De Auteursrechtrichtlijn: op welke wijze zal de auteursrechthebbende beroep kunnen doen op de driestappentoets?

J.M. Gonsalves

De Auteursrechtrichtlijn, die met name ten doel heeft het auteursrecht binnen de Europese Gemeenschappen te harmoniseren, is in 2001 in werking getreden. In artikel 5 lid 5 van de richtlijn is de driestappentoets opgenomen. Deze houdt in dat een wettelijke beperking op het recht van een auteursrechthebbende slechts is toegestaan indien het gebruik van de beperking 1) een bijzonder geval betreft, 2) niet in strijd is met de normale exploitatie van het werk en 3) geen onredelijke schade aan de legitieme belangen van de auteursrechthebbende toebrengt. Het is de vraag op welke wijze de auteursrechthebbende beroep zal kunnen doen op de driestappentoets.

Verdieping | Studentartikel
mei 2005
AA20050321

De bescherming van gewichtheffers, cheerleaders en menselijke kanonkogels

D.J.G. Visser

Opiniërend artikel over de destijds in te voeren wet die ziet op de naburige rechten. Volgens de auteur wordt is het onduidelijk wie beschermd worden, de kunstenaars en wat onder de definitie valt. De auteur pleit na invoering voor proefprocessen om de onduidelijkheid te voorkomen.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1993
AA19930020

De derdenwerking van niet-ingeschreven pandrechten op geregistreerde IE-rechten

Een verkenning van verleden, heden en toekomst

J. Brugman

Post thumbnail Uit de diverse IE-regelgeving op Nederlands, Benelux- en EU-niveau blijkt dat een pandrecht op een geregistreerd IE-recht pas jegens derden kan worden ingeroepen na inschrijving ervan in het register. De reikwijdte van deze derdenwerkingbepalingen is niet geheel duidelijk en verschilt per IE-recht. Wat kunnen de totstandkomingsgeschiedenissen en de jurisprudentie ons leren over de positie van rechtsopvolgers, latere beperkt gerechtigden, beslagleggers en de faillissementscurator? Een blik op het Draft Common Frame of Reference biedt mogelijk aanknopingspunten voor een uniforme interpretatie van de derdenwerking.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juni 2021
AA20210529

De downloadboete

A. Ringnalda

Post thumbnail Grote kans dat u wel eens iets downloadt zonder daarvoor te betalen: muziek, films, boeken. Ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking doet aan filesharing. Mag dat? Allard Ringnalda gaat in op deze vraag in zijn amuse ‘De downloadboete’.

Opinie | Amuse
oktober 2012
AA20120700

De Endstra-tapes

P.B. Hugenholtz

Hoge Raad 30 mei 2008, nr. C07/131HR, ECLI:NL:HR:2008:BC2153, LJN: BC2153, C07/131HR (Endstra en Endstra/uitgeverij Nieuws Amsterdam, Middelburg en Vugts) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot met de vraag of er auteursrecht rust op met politieambtenaren gevoerde ‘achterbankgesprekken’. Auteursrechtelijke bescherming komt toe aan voortbrengselen (1) met een eigen, oorspronkelijk karakter (2) die het persoonlijk stempel van de maker dragen. De eerste eis houdt in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk. De tweede eis betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. Het gaat hierbij evenwel om een kenmerk dat uit het voortbrengsel zelf is te kennen. Daarom mag niet de eis worden gesteld dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt, welke eis betrokkenen bovendien voor onoverkomelijke bewijsproblemen kan stellen. Om dezelfde reden kan niet worden geëist dat de maker bewust voor de vorm heeft gekozen die het werk heeft gekregen. Evenmin behoeft een schepping, om een werk in auteursrechtelijke zin te kunnen zijn, het karakter van een coherente creatie te hebben.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080819

De geoctrooieerde uitvinding een in taal gevangen inventieve techniek

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 4 april 2014, nr. 13/00522, ECLI:NL:HR:2014:816, RvdW 2014/550, NJB 2014/812 (Medinol/Abbott)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2014
AA20140743

De Hoge Raad en de toepassing van het Europese non-discriminatiebeginsel bij eigen onderdanen

Th.C.J.A. van Engelen

Post thumbnail Hoge Raad 23 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1276, IEPT20220923 (Kwantum v Vitra) (raadsleden: M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock en G.C. Makkink; conclusie A-G B.J. Drijber) en Hoge Raad 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:508, IEPT20230331 (Kwantum v Vitra) (raadsleden: M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock en G.C. Makkink; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2023
AA20230364

De Hoge Raad schijnt zijn licht op de positie van de licentie bij faillissement

Th.C.J.A. van Engelen

Post thumbnail De arresten Credit Suisse/Jongepier q.q. en Curatoren/Verhuurder van de Hoge Raad van 2018 leren dat licentienemers stevig in het zadel zitten bij een faillissement van licentiegevers. Dat is goed nieuws voor de vele ondernemingen die voor hun voortbestaan van licenties afhankelijk zijn. Het slechte nieuws is dat curatoren nu aansprakelijkheidsclaims vrezen als zij gelicentieerde rechten verkopen, maar die vrees lijkt maar gedeeltelijk op zijn plaats.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190361

Resultaat 25–36 van de 269 resultaten wordt getoond