Faillissementsrecht

Resultaat 181–192 van de 206 resultaten wordt getoond

Rechtsvraag (N) BW (27) faillissementsrecht

A.M.J. van Buchem-Spapens

Rechtsvraag op het gebied van het faillissementsrecht waarbij het NBW aan de orde komt. Vragen als de verplichting van bijhouden van cessielijsten en de werking daarvan en de vordering van toekomstige goederen zijn in de rechtsvraag verwerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1988
AA19880478

Redding en sanering: monomaan of modern paradigma?

Over de pre-pack en dergelijke

P.J. Frölich

Post thumbnail Brussel kondigt een nieuwe reddings- en saneringscultuur aan om bedrijven in nood te helpen reorganiseren en zo Europa uit het slop te trekken. Onze minister ontwikkelt een variant op de Engelse pre-pack, die de doorstart van insolvente ondernemingen vergemakkelijkt. Dit zijn symptomen van een paradigmawisseling, waarbij rechten van schuldeisers worden gerelativeerd om ruimte te maken voor reddingsoperaties. Is deze tendens wenselijk en passend bij een modern insolventierecht? Of verraadt zij een verkeerde fixatie op doorstarten?

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2015
AA20150192

Rekening-courantrekening en schuldoverneming in faillissementssituaties; zoete broodjes worden niet gebakken

D. Winkel

Onlangs werd ik in mijn praktijk, de faillissementspraktijk, geconfronteerd met een casus waarin de werking van een rekening-courantrekening naar voren kwam, gekoppeld aan het verschijnsel van schuldoverneming in het zicht van en tijdens faillissement. In dit artikel zal ik eerst een vereenvoudigde uiteenzetting geven van de feiten, waarna ik een sterk gesimplificeerde uitleg zal geven over de werking van een rekening-courantrekening. Vervolgens zal ik kort het begrip schuldoverneming in faillissementssituaties behandelen om vervolgens de combinatie van de werking van een rekening-courantrekening en schuldoverneming, zoals die zich in de onderhavige kwestie heeft voorgedaan, te bespreken.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2004
AA20040160

Rendement of restitutie? Clawbacks in rechtsvergelijkend perspectief

F. Ahlers, M.R. Tjon Akon

Onlangs oordeelde de Hoge Raad oordeelde dat een investeerder die ruim 1,1 miljoen euro had verdiend aan het Ponzi scheme van vastgoedbelegger René van den Berg, deze winst niet terug hoefde te betalen. Er is onduidelijkheid over deze betalingen. Heeft de investeerder die deze heeft ontvangen recht op deze gelden of dient restitutie plaats te vinden ten behoeve van de overige investeerders, wier inbreng is gereduceerd tot een faillissementsvordering? Deze kwestie wordt besproken vanuit een rechtsvergelijkend perspectief, waarin de oplossing van de Hoge Raad wordt vergeleken met het Amerikaanse faillissementsrecht.

Opinie | Redactioneel
maart 2012
AA20120165

Restirolo-arrest

P.A. Stein

Hoge Raad 20 december 1974, ECLI:NL:HR:1974:AC5519, NJ 1975, 230 (BV Tamboer/BV Luxor Plastics). Ook bekend als Restirolo-arrest.

september 1975
AA19750556

Retentierecht op zeeschepen. De positie van de retentor van een zeeschip

V. Mak

Artikel 8:210a BW sluit toepassing van artikel 3:292 BW — dat aan de retentor een verhaalsrecht met voorrang toekent — uit ten aanzien van zeeschepen. Het effect van deze bepaling is onduidelijk,maar het belang ervan is groot in geval van executoriale verkoop van een zeeschip door de retentor. In dit artikel wordt ingegaan op de positie van de retentor van een zeeschip in het licht van de wettelijke bepalingen met betrekking tot verhaalsrecht en voorrang.

Verdieping | Studentartikel
september 2002
AA20020596

Roulerende rechters-commissarissen. Liever kwijt dan rijk?

R. Hollemans

Post thumbnail De rechter-commissaris houdt toezicht op het beheer en vereffening van de failliete boedel door de curator. In deze aflevering van de Blauwe Pagina’s bepleit Ruben Hollemans dat rechtbanken moeten streven naar specialisatie van rechters-commissarissen. Door zich te specialiseren in het faillissementstoezicht kunnen zij immers effectiever toezicht houden op de gespecialiseerde en ervaren curatoren.

Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijk
september 2023
AA20230612

Sanering van de surséance van betaling

M. Nillessen

De regeling van de surséance van betaling, opgenomen in Titel II van de Faillissementswet (artt. 213-283), is de laatste jaren regelmatig besproken. Reden hiervoor is dat in de praktijk, aan zowel bedrijven als particulieren die in financiële problemen zijn geraakt, deze regeling niet voldoende mogelijkheden biedt voor een oplossing van die moeilijkheden. De wetgever zal te hulp geroepen moeten worden, wil hierin verandering komen. Een eerste aanzet werd gegeven door de preadviezen van Blokland, Maas en Van Schaik over 'De in haar continuïteit bedreigde onderneming' voor de Vereeniging 'Handelsrecht' in 1983. Deze werden in het daaropvolgende jaar gevolgd door een rapport van de — door dezelfde vereniging ingestelde — Commissie Insolventierecht, waarin een schets voor een Wet reorganisatie en herstel van ondernemingen werd voorgesteld. Een en ander is voor de Minister van Justitie aanleiding geweest om in 1986 over te gaan tot het instellen van de Staatscommissie Mijnssen, die zich thans over de in dit artikel te bespreken materie buigt. Daarnaast heeft de praktijk zelf naar nieuwe wegen gezocht. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de huidige wet om vervolgens, aan de hand van geconstateerde knelpunten bij de toepassing daarvan, een bespreking te geven van mogelijke oplossingen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1988
AA19880151

Scheiding der machten in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 juni 2003, nr. C01/227HR, ECLI:NL:HR:2003:AF3413, NJ 2004/196, m.nt. W.M. Kleijn, AA20040775, m.nt. R.D. Vriesendorp (Beatrixziekenhuis/ProCall). Ook wel bekend als het ProCall-arrest. Het goederen- en insolventierecht geeft zelden aanleiding tot een competentiestrijd tussen de wetgever en de rechter. Mede daarom is de zaak Beatrixziekenhuis/ProCall – die speelde in 2003 – zo interessant. De Hoge Raad gebruikt het argument dat aanvaarding van een trust niet aan hem, maar aan de wetgever is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200949

schuldsaneringsregeling natuurlijke personen per 1 december 1998 in werking

Faillissementswet verrijkt met derde insolventieprocedure

G.H. Lankhorst

In dit artikel wordt de derde insolventieprocedure van de Faillissementswet besproken, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Het artikel bevat een geschiedenis van de regeling, hoofdlijnen, rechtsgevolgen, toelatingseisen, rechtsmiddelen, overgangsregels en uitvoeringsaspecten

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1998
AA19980970

Snijd aanbieders van illegale schuldhulp de pas af

N. Jungmann

Post thumbnail Gemeenten bieden gratis hulp bij schulden. Toch betalen burgers soms honderden tot duizenden euro’s aan commerciële aanbieders die dit illegaal aanbieden. Het kabinet verkent de mogelijkheden om deze aanbieders aan te pakken via het bestuurs- in plaats van via het strafrecht. In deze opinie wordt betoogd om, naast deze lijn, ook na te gaan denken over een herijking van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Deze kaderwet geeft gemeenten veel vrijheden om de ondersteuning naar eigen believen in te vullen. Wat zou het opleveren als gemeenten elke burger voorzien van aantrekkelijke en snelle schuldhulp? Zou de markt voor de illegale en kostbare praktijken dan niet vanzelf opdrogen?

Opinie | Opiniërend artikel
november 2024
AA20240926

Spanningen bij de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming door de faillissementscurator

M.D. Reijneveld

Op 30 januari 2023 promoveerde Minke Reijneveld aan de Radboud Universiteit met het proefschrift ‘Gegevensbescherming in faillissement’. In deze bijdrage vertelt ze over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2023
AA20230379

Resultaat 181–192 van de 206 resultaten wordt getoond