Resultaat 1–12 van de 203 resultaten wordt getoond

‘Biertje?’

Rechtsvraag (319) Goederen- en insolventierecht

R.J. van Doornmalen, J.A.A.M. Verschure

In de casus bij deze rechtsvraag worden verschillende vragen gesteld op het gebied van het goederen- en insolventierecht.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2005
AA20050186

‘Biertje?’

Beantwoording rechtsvraag (319) Goederen- en insolventierecht

R.J. van Doornmalen, J.A.A.M. Verschure

Aan de hand van een goederechtelijke casus worden een aantal vragen gesteld en vervolgens uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
september 2005
AA20050769

‘Het spijt me heren, het is over, uit, het doek valt’

Interview met mr. F. Meeter

H. Borgers, M. Scheffers

Spraakmakende deconfitures als van Fokker en DAF hebben ons nieuwsgierig gemaakt naar de mens die regeert over in problemen geraakte ondernemingen. Een bewindvoerder of curator beslist over miljoenen guldens, over mensenlevens en over een eventueel voortbestaan van de onderneming. Om zoveel mogelijk geld voor de ogen van de fiscus weg te slepen, woedende schuldeisers te trotseren en gladde bankvertegenwoordigers te slim af te zijn, moet een curator beschikken over vele kwaliteiten. In de heer F. Meeter hebben wij een doorgewinterd curator gevonden die over alle facetten van het curatorschap een boekje kan opendoen. Hij is reeds 35 jaar advocaat te Rotterdam en onder andere bekend van het geruchtmakende RSV-bewind. Daarnaast was hij een van de motoren achter de succesvolle doorstart van DAF. Op Weena 70 te Rotterdam spraken wij met hem.

Verdieping | Interview
juni 1998
AA19980573

(Pre-)insolventierecht in Engeland en Frankrijk

T.J. Dorhout Mees

Vorige maand is in Ars Aequi een schets van de ontwikkelingen op het gebied van de surséance van betaling gegeven. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van het pre-insolventierecht in Engeland en Frankrijk geschetst. Daarbij zal summier worden ingegaan op de oude situatie, terwijl uitgebreider wordt stilgestaan bij de evaluatie en de meest recente wetgeving. In de vergelijking op een aantal hoofdpunten zal het Nederlandse recht worden betrokken. Daarbij zal het accent liggen op de voorstellen van de commissie insolventierecht van de vereniging 'Handelsrecht'.

Verdieping | Studentartikel
april 1988
AA19880226

Aansprakelijkheid bestuurders en ‘medebeleidsbepalers’ in faillissement van een BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 20 mei 1988, nr. 7346, ECLI:NL:HR:1988:AD0329, NJ 1989, 676 m.n. Maeijer (Koster/Kobo BV) In dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot staat de aansprakelijkheid van een beleidsbepaler als gelijke van een bestuurder centraal voor het tekort aan de failliete boedel bij onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad oordeelt dat in geval van het uitblijven van tegenspraak het wettelijk stelsel van art. 2:248 lid 1 en 2 BW met zich meebrengt dat het niet hebben bijgehouden van een boekhouding een onbehoorlijke taakvervulling met zich meebrengt welk vermoed wordt een belangrijke oorzaak te zijn geweest van het faillissement. In de noot wordt op dit alles dieper ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1990
AA19900095

ABN Amro NV-Ontvanger

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 14 mei 1993, nr. 14978, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, NJ 1993, 658, nt. WMK (ABN Amro NV/Ontvanger) Arrest en noot waarin de noodzaak voor een onderscheid tussen roerende en onroerende zaken weer eens duidelijk wordt. De casus, die nog speelt onder het oude recht, gaat om het verschil van inzicht tussen de bank en de fiscus over het al dan niet roerend zijn van onderdelen van een fabriek die tot zekerheid zijn overgedragen aan de bank. Dit alles moet gezien worden in het licht van het bodembeslag dat de fiscus ingevolge de Invorderingswet 1990 kan leggen. In de noot gaat prof. mr. S.C.J.J. Kortmann in op de regeling van hulpzaken in het nieuwe recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1994
AA19940104

ABN AMRO-Dijkema q.q.: tegenstrijdigheden rond tegenstrijdige belangen in een persoonsgebonden BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 14 juli 2006, nr. C05/020HR, ECLI:NL:HR:2006:AV6954, NJ 2006, 570 m.nt. Maeijer; JOR 2006/179 m.nt. A.F.J.A. Leijten (ABN Amro Bank NV/J.B. Dijkema q.q.) Vertegenwoordiging dochter-BV door moeder die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig belang-regeling artikel 2:256 BW? Interne besluitvorming en externe vertegenwoordiging. Hoge Raad (nog) niet 'om'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2007
AA20070148

Achtergestelde vorderingen

N.B. Pannevis

Op 5 september 2019 promoveerde Niels Panne­vis aan de Radboud Universiteit Nijmegen op zijn proefschrift 'Achtergestelde vorderingen'. In deze bijdrage schrijft hij over zijn onderzoek en bevindingen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2020
AA20200212

Alternatieven voor vruchtgebruik

R.M. Wibier

Hoge Raad 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1331 (Telecom Vastgoed/KPN)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2023
AA20230199

Amro-Tilburgsche Hypotheekbank

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 7 oktober 1988, nr. 13 173, ECLI:NL:HR:1988:1, RvdW 1988, 157 (Amro/Tilburgsche Hypotheekbank) Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot waarbij de verrekening tijdens surseance en faillissement aan de orde komt bij te kwader trouwheid van partijen. De Hoge Raad oordeelt dat er wat betreft girale betalingen geen uitzonderingen gelden voor verrekeningsvraagstukken en deze op een lijn dienen te worden gesteld met chartale betalingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1989
AA19890217

Artikel 35 lid 3 Fw: een impliciete maar noodzakelijke schakelbepaling met een aantal knelpunten

E. de Kloe

Post thumbnail

De schakelbepaling van deze maand is artikel 35 lid 1 Fw, waarin is opgenomen dat (de voltooiing van) een levering door de failliet vanaf de dag van de faillietverklaring niet geldig meer kan geschieden. Deze bepaling kent een aantal knelpunten.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
november 2017
AA20170938

Artikel 61 Fw: weg ermee?

R.E. Brinkman

De echtgenoot van een schuldenaar die failliet is, kan alle goederen terugnemen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap vallen, aldus artikel 61 Fw. Vaak voegt de faillissementswet iets toe aan het algemene vermogensrecht en in casu het huwelijksvermogensrecht, of beperkt de toepassing daarvan. Doet artikel 61 Fw dat ook? De voorzichtige conclusie is dat dit artikel niet of nauwelijks iets toevoegt aan hetgeen ook al uit het algemene vermogensrecht en huwelijksvermogensrecht voortvloeit.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
november 2023
AA20230890

Resultaat 1–12 van de 203 resultaten wordt getoond