Burgerlijk recht

Resultaat 793–804 van de 3021 resultaten wordt getoond

Een testament van notaris Van Natte

Beantwoording rechtsvraag (308) erfrecht

L.C.A. Verstappen

Beantwoording van een rechtsvraag op erfrechtelijk gebied.

Perspectief | Rechtsvraag
september 2003
AA20030715

Een tramlijn door Jeruzalem

Verantwoord ondernemen vanuit Nederland

A.G. Castermans, J.A. van der Weide

Post thumbnail Kan een Nederlandse rechtspersoon in rechte verantwoordelijk worden gehouden voor de betrokkenheid van een dochterbedrijf bij mensenrechtenschendingen in het buitenland? Alex Geert Castermans en Jeroen van der Weide behandelen deze vraag in hun artikel ‘Een tramlijn door Jeruzalem’ aan de hand van een rechtszaak in Frankrijk, aangespannen door de Association France Palestine Solidarité tegen Alstom en Veolia, omdat die twee ondernemingen hun medewerking verlenen aan een project dat volgens de eisers bijdraagt aan de instandhouding van een situatie die in strijd is met het internationaal recht.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2010
AA20100404

Een vergelijking van ‘hardship’ uit de UNIDROIT-regeling met de onvoorziene omstandigheden uit artikel 6:258 van het BW

M. Kuijer

In het contractenrecht kunnen zich onbillijke situaties voordoen. Een van die situaties is die waarin het niet redelijk is een partij aan zijn verplichtingen te houden omdat de omstandigheden waaronder het con¬tract gesloten is, al dan niet fundamenteel, gewijzigd zijn. Zowel de UNIDROIT-principles als ons hui¬dige wetboek bevatten een regeling om, onder omstandigheden, onbillijke clausules uit een contract aan te tasten. Een vergelijking.

Verdieping | Studentartikel
januari 1996
AA19960016

Een verplicht openbaar bod op aandelen

F.C. van Spengler

Het is nogal wat om iemand te verplichten een openbaar bod op alle aandelen van een vennootschap uit te brengen. Toch stelt de Europese Commissie voor om deze verplichting op te leggen aan (rechts)personen die wel een flink deel maar niet alle aandelen van een vennootschap in hun bezit krijgen. Een bepaling daartoe is opgenomen in een ontwerp EG-richtlijn inzake het openbaar bod op aandelen. Op welke rechtsgrond steunt de bepaling en hoe is die door de Commissie uitgewerkt? Dat zijn de belangrijkste vragen die in dit artikel aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920020

Een vierluik over onbevoegde vertegenwoordiging

H.N. Schelhaas

Hoge Raad 3 februari 2017, nr. 15/05174, ECLI:NL:HR:2017:142, NJ 2017/78 (Tamacht/Hodenius); Hoge Raad 3 februari 2017, nr. 15/03855, ECLI:NL:HR:2017:143, RvdW 2017/260 (Aventura); Hoge Raad 3 februari 2017, nr. 15/05400, ECLI:NL:HR:2017:144, NJ 2017/79 (Van der Vrande/Van de Laar); Hoge Raad 3 februari 2017, nr. 15/05423, ECLI:NL:HR:2017:150, NJ 2017/80 (J/K)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2017
AA20170508

Eén voor allen en allen voor één: individuele versus collectieve handhaving van het consumentenrecht in het IPR

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Derde kamer) 28 juli 2016, C-191/15, ECLI:EU:C:2016:612 (Verein für Konsumenteninformation/Amazon EU Sàrl; verzoek van het Oberste Gerichtshof om een prejudiciële beslissing)
In dit arrest hakt het Hof van Justitie EU een aantal knopen door met betrekking tot de bescherming van consumentenbelangen in het internationaal privaatrecht. De verhouding tussen individuele en collectieve handhaving wordt uitgewerkt, terwijl de consument een nadere bescherming krijgt tegen misleidende formuleringen van rechtskeuzes in algemene voorwaarden. Tenslotte wordt ook de vraag naar de verhouding tussen de algemene IPR regelingen en de privacy richtlijn aan de orde gesteld. Het antwoord op die laatste vraag is helaas voor meerdere uitleg vatbaar.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2016
AA20160957

Een vroegere overdracht

S.E. Bartels, V. Tweehuysen

Academisch onderwijs is niet alleen het overbrengen van kennis die de docent al heeft en die de student nog moet vergaren. Docenten moeten studenten aan het denken zetten, vragen stellen zonder meteen het antwoord te geven en vragen durven stellen waarop zij zelf het antwoord niet weten. Geregeld komt het voor dat tijdens het (voorbereiden van het) onderwijs een vraag rijst waarover de bij het vak betrokken docenten nog niet eerder nadachten. Zo verging het ons bij het onderwijs over derdenbescherming in het kader van het derdejaarsvak Burgerlijk Recht I (goederenrecht). De vraag die aan de orde was: wat is een ‘ongeldige vroegere overdracht’ in de zin van artikel 3:88 BW? We bespreken deze vraag aan de hand van twee casus, waarvan wij ons afvragen of zij tot toepasselijkheid van artikel 3:88 BW zouden kunnen leiden.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110367

Een wettelijk verbod op conversietherapie: symboolwetgeving of bittere noodzaak?

L. Postma, J. Verhagen

Post thumbnail

De zogenaamde ‘homogenezingstherapie’, ook wel conversietherapie, is een fenomeen dat de gemoederen bezighoudt. Van verschillende kanten uit de samenleving wordt voor een juridische aanpak voor het voorkomen en tegengaan van conversietherapie gepleit. Maar is een wettelijk verbod aangewezen? En is daar een afzonderlijke bepaling voor nodig? In deze bijdrage bezien de auteurs of het strafrecht en gezondheidsrecht reeds voldoende mogelijkheden bieden om conversietherapie aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220098

UCERF 17 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Een wettelijke regeling voor het levenstestament? De vraag opnieuw gesteld

H.N. Stelma-Roorda

Gelet op de sterk vergrijzende maatschappij is het geen overbodige luxe om aan levenstestamenten aandacht aan te besteden. Daarbij spelen spannende vragen een rol: hoever reikt de autonomie van een burger om over zijn toekomstige leven te beschikken? Hoe moet de door hem benoemde vertegenwoordiger zijn taken verrichten en hoe zit het met toezicht? Stelma-Roorda […]

Een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard

De erfenis van Friedrich Carl von Savigny

J.H. Nieuwenhuis

Friedrich Carl von Savigny (1779-1861) is de ontwerper van het Bolletje/Bolletje-model van de rechtshandeling: een op rechtsgevolg gerichte wil (‘Ik wil Bolletje’) die zich door een verklaring (‘Ik wil Bolletje’) heeft geopenbaard. Een opstel van Meijers uit 1921, De grondslag der aansprakelijkheid bij contractueele verplichtingen, bevat het bestek van de ‘wilsvertrouwensleer’ die ten grondslag ligt aan de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Een andere visie verdient de voorkeur: ‘Ik wil Bolletje’ niet opgevat als wilsverklaring, maar als normatieve taaldaad.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140545

Eén zaak of meerdere zaken en de rol van verkeersopvatting

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785 (UTB Holding/Glencore)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210279

Eendracht maakt macht (Digitaal boek)

Een onderzoek naar ‘acting in concert’ in het kader van het verplicht openbaar bod

J.H.L. Beckers

Post thumbnail Met de implementatie van de dertiende Europese vennootschapsrichtlijn is in Nederland het verplicht bod geïntroduceerd. Dit cahier biedt inzicht in de complexe materie van acting in concert.

9789069168937 - 16-03-2009

Resultaat 793–804 van de 3021 resultaten wordt getoond