Burgerlijk recht

Derden in het burgerlijk procesrecht

M.K. Grande-van den Berge, M. Ynzonides

Het thema 'de derde in het recht' doet de vraag rijzen of ook in het burgerlijk procesrecht voorzieningen zijn getroffen met het oog op de mogelijke betrokkenheid van derden bij allerlei rechtsbetrekkingen. In onderstaande bijdrage wordt duidelijk gemaakt dat deze vraag zonder meer bevestigend kan worden beantwoord.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970323

Derden in het faillisementsrecht

S.C.J.J. Kortmann

De failliet en diens crediteuren zijn derden bij overeenkomsten die de curator met een ander sluit. Separatisten, quasi-separatisten en de fiscus zijn bij de concursus tot op zekere hoogte 'buitenstaanders', ofwel derden. Tegen beschikkingsonbevoegdheid van de failliet worden derden slechts in beperkte mate beschermd. Schuldeisers die niet voor het faillissementsakkoord hebben gestemd, zijn niet aan alle bedingen uit het gehomologeerde akkoord gebonden.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970316

Derdenbeding als alternatief voor cessie?

P. Werdmuller

In het huidig BW zijn er geen bijzondere eisen gesteld aan het derdenbeding. Voor het huidige recht is dan ook verdedigd dat het vormloze derdenbeding de cessie, waarvoor akte en mededeling vereist zijn, kan vervangen. Of dit nodig en wenselijk is, is nog maar de vraag. In dit artikel poogt de schrijver deze vraag te beantwoorden.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970298

Huwelijksvermogensrecht en derden

B.E. Reinhartz

In het gewone vermogensrecht, neergelegd in de Boeken 3, 5, 6 en 7 BW, geldt een aantal basisbeginselen waarop het huwelijksvermogensrecht ook tegenwoordig nog inbreuk maakt. Voor de wetswijziging in 1992 geschiedde dat in nog grotere mate. In deze bijdrage zal ik mij afvragen of het voor de derde in bepaalde situaties uitmaakt of zijn wederpartij al dan niet getrouwd is. Tot slot zal ik ook een korte beschouwing wijden aan de vraag of de tendensen in het huwelijksvermogensrecht stroken met individualiseringstendensen die wij in de samenleving waarnemen.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970279

Ontwikkelingen in de derdenbescherming

M.F.J. Haak, J.S. Kortmann

De artikelen 3:86 en 88 BW beschermen een derde die te goeder trouw een goed van een beschikkings-onbevoegde heeft verkregen. Op sommige plaatsen in de wet wordt deze derdenbescherming danig afgezwakt. Schrijvers betogen dat de wetgever derden daarmee vaak een (te) zware last oplegt. In dit kader worden de artikelen 3:23 BW en volgende, 3:86a BW en 35 Fw behandeld. Eveneens worden het ont-werp-artikel 7:3 BW en de nog in te voeren afdeling 7.1.12 BW aan een beschouwing onderworpen.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970306

De Vleeschmeesters: over de opheffing van een Frans faillisement en de gevolgen daarvan in Nederland

P. Vlas

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970233

Lampe-Videoworks

Vordering en vernietiging van aandeelhoudersbesluit tot ontslag van een mede-aandeelhouder/directeur in een 'besloten' bv.

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16000, ECLI:NL:HR:1996:ZC2089, NJ 1996, 694, m.nt. Maeijer (Lampe/Videoworks) Geschil waarbij een directeur en aandeelhouder van een BV ontslagen wordt na een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders en herstel van zijn positie als directeur wenst. De Hoge Raad oordeelt dat zijn vordering niet gespecificeerd genoeg is waardoor er niet voldaan is aan het vereiste van 'redelijk belang' bij het instellen van een vordering tot vernietiging van een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970220

Levering van roerende zaken door middel van een zakenrechtelijk waardepapier

A.J. van der Lely

Bespreking van een proefschrift waarin onderzoek is gedaan naar de levering van zaken door middel van een waardepapier. De auteur gebruikt daarbij de algemene vermogensrechtelijke regels om tot een helder inzicht te komen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 1997
AA19970246

Subsidiariteit en proportionaliteit in het contractenrecht?

T. Hartlief

De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit spelen een belangrijke rol bij de sanctieoplegging in het straf- en bestuursrecht. Bij sanctie in het vermogensrecht is tot nu toe wienig plaats voor deze beginselen ingeruimd. In dit artikel wordt de verwachting uitgesproken dat dit voor de toekomst in het contractenrecht in de toekomst zal veranderen.

Overig | Rode draad | Sancties
april 1997
AA19970196

Verzekerde verzwijging

M.F.J. Haak, P. Werdmuller

Redactioneel artikel waarbij wordt ingegaan op het nieuwe verzekeringsrecht waarbij de verzekerde in geval van verzwijging van enig feit toch een uitkering krijgt indien het verzwegen feit van geen invloed is geweest op de geleden schade. Ook krijgt de verzekerde een (kleinere) uitkering indien het feit wel een rol heeft gespeeld.

Opinie | Redactioneel
april 1997
AA19970195

Wagamama-Raja mama’s

Beschermingsomvang van merken na de Richtlijn betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten

J.J. Brinkhof

High Court of Justice, Chancery Division, Londen (mr. Justice Hugh Laddie), ECLI:NL:XX:1995:AO0188, [1995] FSR 713; BIE 1996, p. 234 (Wagamama Ltd v. City Centre Restaurants PLC) De vraag is of met het intreden van het Europees merkenrecht de voorheen geldende regel van de Benelux Merkenwet (BWM) dat voor overeenstemming geen verwarring, doch slechts associatie vereist is, blijft bestaan. Om hier meer duidelijkheid over te geven wordt een uitspraak van een Engelse rechter besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970239

maart 1997

Katern 62: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach