Factoring


De invoering van de Boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek — in het bijzonder artikel 3:84 lid 3 BW — op 1 januari 1992 heeft tot grote onduidelijkheid en onzekerheid op het gebied van factoring geleid. Veiligheidshalve — en schoorvoetend — hebben de Nederlandse factoringmaatschappijen in januari 1992 hun standaardcontracten ingrijpend gewijzigd. Zij hanteren niet langer cessie van vorderingen als uitgangspunt, maar zijn in plaats daarvan gaan werken met verpanding van vorderingen. Als rode draad door dit proefschrift loopt de vraag of het gebruik van de verpandingsfiguur bij factoring wel wenselijk en/of noodzakelijk is.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): J. Beuving

Verschijning: juli 1996

Archiefcode: AA19960518

factoring Fiduciaverbod financiering overdracht ter zekerheid pandrecht risicobeheer zekerheid

Burgerlijk recht Vermogensrecht

Literatuur Proefschriftbijdrage