Resultaat 49–60 van de 63 resultaten wordt getoond

Reuser q.q./Postbank

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 22 april 2005, nr. C04/031HR, ECLI:NL:HR:2005:AS2688, RvdW 2005, 62, JIN 2005, 238 (Reuser q.q./Postbank) Een derde beslagene is niet bevoegd tot verrekening van een schuld en een vordering nadat er op de vordering beslag is gelegd. Daar bestaan echter op grond van art. 6:130 lid 2 BW uitzonderingen op. De vraag is ook nog aan de orde in hoeverre faillissement op deze situatie invloed heeft.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2006
AA20060363

Roulerende rechters-commissarissen. Liever kwijt dan rijk?

R. Hollemans

Post thumbnail De rechter-commissaris houdt toezicht op het beheer en vereffening van de failliete boedel door de curator. In deze aflevering van de Blauwe Pagina’s bepleit Ruben Hollemans dat rechtbanken moeten streven naar specialisatie van rechters-commissarissen. Door zich te specialiseren in het faillissementstoezicht kunnen zij immers effectiever toezicht houden op de gespecialiseerde en ervaren curatoren.

Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijk
september 2023
AA20230612

Scheiding der machten in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 juni 2003, nr. C01/227HR, ECLI:NL:HR:2003:AF3413, NJ 2004/196, m.nt. W.M. Kleijn, AA20040775, m.nt. R.D. Vriesendorp (Beatrixziekenhuis/ProCall). Ook wel bekend als het ProCall-arrest. Het goederen- en insolventierecht geeft zelden aanleiding tot een competentiestrijd tussen de wetgever en de rechter. Mede daarom is de zaak Beatrixziekenhuis/ProCall – die speelde in 2003 – zo interessant. De Hoge Raad gebruikt het argument dat aanvaarding van een trust niet aan hem, maar aan de wetgever is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200949

schuldsaneringsregeling natuurlijke personen per 1 december 1998 in werking

Faillissementswet verrijkt met derde insolventieprocedure

G.H. Lankhorst

In dit artikel wordt de derde insolventieprocedure van de Faillissementswet besproken, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Het artikel bevat een geschiedenis van de regeling, hoofdlijnen, rechtsgevolgen, toelatingseisen, rechtsmiddelen, overgangsregels en uitvoeringsaspecten

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1998
AA19980970

Selectieve rechtspraak bij bestuurdersaansprakelijkheid wegens selectieve betaling?

S.M. Bartman

Hoge Raad 17 januari 2020, nr. 18/01948, ECLI:NL:HR:2020:73 (Ingwersen q.q./Source BV c.s.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2020
AA20200274

Spanningen bij de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming door de faillissementscurator

M.D. Reijneveld

Op 30 januari 2023 promoveerde Minke Reijneveld aan de Radboud Universiteit met het proefschrift ‘Gegevensbescherming in faillissement’. In deze bijdrage vertelt ze over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2023
AA20230379

Staal Bankiers-Mr. Ambags q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 25 maart 1988, nr. 13171, ECLI:NL:HR:1988:AD0247, RvdW 1988, 69 (Staal Bankiers/Mr. Ambags q.q.) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat centraal in hoeverre een toekomstige vordering door een cessie tot zekerheid overgaat op de cessionaris . Daarbij komt eerdere jurisprudentie aan de orde waarbij de vereisten voor de overdracht van toekomstige goederen wordt besproken (voldoende bepaalbaarheid, opschortende tijdsbepaling). Ook wordt de werking van het faillissement hierbij besproken. De cessie van een toekomstige vordering kan wegens het bepaalde in artikel 23 Fw (thans art. 35 lid 2 Fw) niet tegen de boedel worden ingeroepen, indien de cedent vóór het ontstaan van de vordering wordt failliet verklaard.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1989
AA19890056

Transparantie bij de benoeming van de faillissementscurator

B. Wessels

Post thumbnail

In Nederland zijn de regels die de selectie en benoeming van een faillissementscurator regelen onduidelijk. De Faillissementswet is verre van volledig, door rechters in 2013 geformuleerde uitgangspunten missen een grondslag in de wet, zijn onduidelijk of onbekend, zijn per arrondissement verschillend en bieden een kandidaat voor benoeming een weinig zekere rechtsgang. Vanuit een rechtsvergelijkend en Europees perspectief formuleert de auteur voorstellen tot verbetering.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2017
AA20170965

Van Galen q.q./Circle Vastgoed

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 18 juni 2004, nr. C02/229HR, ECLI:NL:HR:2004:AN8170, RvdW 2004, 87, JOR 2004, 221 (Van Galen q.q./Circle Vastgoed) De vraag die hier aan de orde kwam is of een ontruimingsverplichting als gevolg van opzegging van een huurovereenkomst door de curator een boedelschuld is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2004
AA20040782

Van Gorp q.q./Rabobank Breda

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 23 april 1999, nr. 16782, C97/261, ECLI:NL:HR:1999:ZC2940, RvdW 1999, 73C (Van Gorp q.q./Rabobank Breda) Dit arrest behandeld de vraag of, in geval van een faillissement, de bank zich kan beroepen op verrekening wanneer aan de bank stil verpandde goederen worden verkocht, met instemming van de bank, door de pandgever. De Hoge Raad komt tot een ontkennende beantwoording.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000055

Verrekening in het zicht van surseance en faillissement en goede trouw

R.M. Wibier

Hoge Raad 25 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1135 (ING/Van den Bergh q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2023
AA20230772

Verrekening rond de faillissements­datum, verpande voorraden en een opheffingsuitverkoop

R.M. Wibier

Hoge Raad 14 februari 2014, nr. 12/04132, ECLI:​NL:​HR:​2014:​319 (Feenstra q.q./ING)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2015
AA20150296

Resultaat 49–60 van de 63 resultaten wordt getoond