Maandbladartikel

Resultaat 6397–6408 van de 6758 resultaten wordt getoond

Voorzichtigheid geboden bij de totstandkoming van een Europese Uitzendrichtlijn. Europese Uitzendrichtijn en flexibiliteit

M. de Wit

Dit artikel behandeld de problemen die zouden kunnen ontstaan naar aanleiding van de Europese Uitzendrichtlijn en flexibiliteit wanneer er niet goed genoeg word gekeken naar de grote verschillen die er bestaan tussen verschillende landen op het gebied van uitzendkrachten.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2002
AA20020085

Voorzorg en stilstand: twee beginselen van milieurecht

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 mei 2000, nr. E03.96.0068, ECLI:NL:RVS:2000:AN6468, AB 2000, 395 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 mei 2000 nr. E03.96.0055, ECLI:NL:RVS:2000:AN6467, AB 2000, 394 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 juni 2000, nr. E03.96.1555, ECLI:NL:RVS:2000:AN6469, AB 2000, 396

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2000
AA20000795

Vordering beledigde partij

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 10 september 1985, nr. 78 419, ECLI:NL:HR:1985:AC1590, DD 86.031; NJ 1986, 199 Wettelijke rente ter zake van vordering tot schadevergoeding in het strafgeding. Vermeerdering van de eis in hoger beroep toegestaan? Afwikkeling van de proceskosten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1986
AA19860548

Vorm of inhoud: de annotatie als wetenschappelijke publicatie?

H.B. Krans

Post thumbnail

De annotatie wordt niet zonder meer als wetenschappelijk gewaardeerd. Noten zijn er echter in diverse soorten en verschillende smaken. Betoogd wordt dat niet de vorm, maar de inhoud van de noot beslissend is voor de vraag of het een wetenschappelijke publicatie is. Dat moet evenzeer gelden voor artikelen en andere soorten publicaties.

Perspectief | Reeks ´De waarde van de annotatie´
maart 2017
AA20170237

Vorming of uitholling van recht?

De normering van de strafrechtelijke bewijsbeslissing door de Hoge Raad

M.J. Dubelaar

Post thumbnail De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
juni 2015
AA20150528

Vormmerken en de wezenlijke waarde van een wiebelsteen

D.J.G. Visser

HvJ EU 23 april 2020, ECLI:EU:C:2020:296 (Gömböc)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2020
AA20201061

Vormverzuim in de wetgeving

P. Groenhuis

In deze reactie gaat de auteur in op een eerder artikel in Ars Aequi waarin de nieuwe wetgeving wordt besproken met betrekking tot schending van vormvoorschriften in het strafproces. De auteur gaat in op de wenselijkheid en de werking van de nieuwe regels rondom vormvoorschriften.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1996
AA19960752

Vragen over de opleiding: aan wie moeten we ze stellen?

J.M. Barendrecht

In deze column van Barendrecht gaat deze in op rechtenstudenten die veel breder zouden moeten kijken dan de technische bestudering van het recht omdat dit veel belangrijker is voor de maatschappij en er ook veel meer kennis voor handen is. Bijvoorbeeld over de werking van straffen in het strafrecht.

Opinie | Column
april 2009
AA20090241

Vreemd recht

Over de toepassing van buitenlands recht in het Nederlandse burgerlijk proces(recht)

E.S. Pannebakker

Post thumbnail Civiel recht van alle rechtsstelsels van onze planeet kennen en toepassen, is dit science-fiction? Niet helemaal, zo laat deze amuse zien. Op een geschil dat een internationaal karakter heeft kan buitenlands recht van toepassing zijn. Om zo’n geschil te beslechten dient de Nederlandse rechter op grond van artikel 10:2 BW vreemd recht ambtshalve toe te passen. In deze bijdrage worden enkele knelpunten bij de toepassing van buitenlands recht in de Nederlandse rechtspraak in kaart gebracht.

Opinie | Amuse
maart 2019
AA20190174

Vreemdelingenbeleid en kinderrechten

E. Kruijen, S. Meuwese

Terwijl we discussiëren of Nederlandse biologische grootouders evenveel recht hebben op omgangmet de (klein)kinderen als de sociale ouders, vragen we wel van juridische ouders met een niet-Nederlandse nationaliteit de ‘feitelijke gezinsband’ te bewijzen. Daar waar we Nederlandse jongerenop drift, weggelopen en dakloos, onmiddellijk in de crisisopvang plaatsen, stoppen we minderjarigevluchtelingen die in Nederland terechtkomen in de terugkeervariant. En hoewel we eenaantal jaren geleden de onwettigheid van kinderen hebben afgeschaft, noemen we kinderen zondergeldige verblijfsstatus ‘illegale’ kinderen. Het lijkt wel of de balans tussen familierecht envreemdelingenrecht zoek is: we meten duidelijk met twee maten, een voor Nederlanders en eenvoor vreemdelingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020610

Vreemdelingenbereid en rechtvaardigheid

Open brief aan C.W. Maris van F.C.L.M Jacobs

F.C.L.M. Jacobs, C.W. Maris

In het kader van de Rode draad 'Recht & Ethiek' verschijnt in de rubriek Mening op regelmatige basis een briefwisseling. De auteurs treden in discussie met elkaar over een ethisch juridisch onderwerp. De vaste auteur in deze briefwisseling is prof.mr. C.W. Maris. Deze maand wisselt hij van gedachte met prof. dr. F.C.K.M. Jacobs over Vreemdelingenbeleid en rechtvaardigheid.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1998
AA19980020

Vrij verkeer in de EG en de gezondheid van dieren: laat je niet kisten

K.J.M. Mortelmans

Arrest en noot bij een uitspraak van het HvJEG over het vrij verkeer van goederen waarbij het welzijn van dieren (kistkalveren) aan de orde is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1998
AA19980709

Resultaat 6397–6408 van de 6758 resultaten wordt getoond