Resultaat 6409–6420 van de 6660 resultaten wordt getoond

Wat rechtvaardigheid en fast food met elkaar gemeen hebben

J.G.H. Altena-Davidsen, F.S. Bakker

Regels zorgen in de meeste zaken voor voorspelbaarheid, gelijkheid en gerechtigheid tegen een lage prijs. Maar ze produceren door hun algemene karakter onvermijdelijk ook onrechtvaardige uitkomsten in uitzonderingsgevallen. De rechter kiest er soms voor om de wet opzij te zetten, teneinde tot een resultaat te komen dat hij verdedigbaar acht in het individuele geval. Het is echter maar de vraag of de rechtvaardigheid daarmee wel echt gediend is.

Opinie | Redactioneel
juni 2013
AA20130425

Wat te denken van wraking?

E. Bauw

Post thumbnail Het strafproces tegen Geert Wilders heeft de rechtsfiguur ‘wraking’ op de kaart gezet. Wraking is lang een rustig bezit geweest, een meubelstuk in het procesrecht. De laatste jaren – al vóór het Wilders-proces – is hierin verandering gekomen. Het aantal wrakingen is in een aantal jaren tijd explosief gestegen en in inhoudelijke zin worden de grenzen van het wrakingsmiddel getest en verkend. Hier bespreek ik kort welke verklaringen voor deze ontwikkeling kunnen worden gegeven en hoe deze moet worden geduid.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2011
AA20110202

Wat te doen aan het rechterstekort?

E. Bauw

Post thumbnail

Om de kwaliteit van de rechtspraak op peil te kunnen houden, moeten voldoende talentvolle juristen ook in de toekomst de weg naar het rechterschap weten te vinden. Hier lijkt het momenteel aan te schorten. Vanwege het grote belang van een goede rechterlijke macht voor rechtsstaat en samenleving en het functioneren van de juridische sector, is brede actie geboden.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2017
AA20170850

Wat te doen met ‘draaideurpraktijken’ van politici?

Integriteitsregels voor het vervullen van functies in de particuliere sector na een ministerschap

P.P.T. Bovend'Eert

Post thumbnail

De overstap van oud-ministers onmiddellijk na hun aftreden naar functies in de particuliere sector roept in de publieke opinie steeds vaker vragen op uit een oogpunt van schijn van belangenverstrengeling. Onlangs is een regeling vastgesteld die het verrichten van lobbyactiviteiten door oud-ministers op hun vroegere beleidsterrein op ministeries verbiedt. Is dit lobbyverbod voldoende of moet een verdergaande regeling worden getroffen?

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2018
AA20180124

Wat vraagt de rechtenstudie van haar studenten?

C.E. du Perron

Enkele duizenden studenten zijn in september begonnen met hun rechtenstudie. Sommigen uit een diepe algemene overtuiging dat zij jurist willen worden. Anderen omdat zij zeker weten dat zij willen werken in een specifiek juridisch beroep, bijvoorbeeld als advocaat, of bij een internationaal gerechtshof. Weer anderen omdat zij in het algemeen belangstelling hebben voor de maatschappij en nog weer anderen omdat zij niets anders wisten te kiezen, maar wellicht in de loop van het eerste jaar door de studie zullen worden gegrepen. Al deze studenten zullen zich de komende jaren verdiepen in het recht. Wie wil weten wat de rechtenstudie van de aankomende rechtenstudenten vraagt, moet zich dan ook meteen afvragen wat de rechtswetenschap, of rechtsgeleerdheid, eist van haar beoefenaren. 

Perspectief | Perspectiefartikel
september 2014
AA20140669

Wat weet mijn auto nog meer?

Juridische bescherming 'by design' in tijden van het Internet van de Dingen

M. Hildebrandt

Post thumbnail

Deze bijdrage gaat in op de datastromen die vrijkomen bij de introductie van ‘connected and autonomous driving’ en onderzoekt de mogelijke implicaties van technieken als machinaal leren voor fundamentele rechten zoals privacy en gegevensbescherming, alsmede een aantal grondbeginselen van het recht, met name proportionaliteit, transparantie, en de mogelijkheid zich te verzetten tegen geautomatiseerde beslissingen.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2017
AA20170097

Wat wil de wetgever?

Reactie op M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer, ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2020
AA20200565

Water als ordenend beginsel

A. van Hall

De kernvraag van dit artikel luidt: in hoeverre vereist de ordeningsregelgeving, zoals die anno 1997 nog vrij sectoraal is ingericht, bij¬stelling in het licht van te verwachten maatschap¬pelijke ontwikkelingen, zowel bij de overheden, de markt, particuliere belangenorganisaties als ten aanzien van de individuele burgers?

Opinie | Opiniërend artikel
november 1997
AA19970786

Water naar de zee dragen? Strandparadijs zet de hakken in het zand tegen verwatering van taal en cultuur

Rechtsvraag (354) Europees recht

S.L.T. Schoenmaekers

Ben je rechtenstudent en wil je kans maken op € 200? Beantwoord dan deze rechtsvraag van Sarah Schoenmaekers vóór 1 maart 2024.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 2024
AA20240069

Water: een openbare zaak

H.Ph.J.A.M. Hennekens

In deze bijdrage wordt nagegaan of water een zaak is in de zin die ons privaatrecht daaraan toekent, waarbij ook een vluchtige blik wordt geworpen op wat het Duitse en Franse recht in dit leren. Daarna krijgt de vraag naar openbaarheid van water aandacht. Duidelijk is dat water verschillende functies vervult. Vanuit die functies wordt de raltie gelegd met het begrip openbaarheid en de gevolgen die het recht daaraan verbindt. Openbaarheid blijkt zowel publiek- als privaatrechtelijk gewaardeerd te worden, waarbij de publiekrechtelijke regelen in toenmende mate het water zijn gaan beheersen. Ook wordt weer even gekeken naar het Franse en het Duitse recht om met enkele conclusies af te sluiten.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990371

Waterleidingbedrijven op de markt? Regeringsvoorstellen tot herziening van de Waterleidingwet

M.R. het Lam

Het drinkwatergebruik is in de afgelopen honderd jaar met ruim 2000% gestegen. Bij de voorziening in de toenemende vraag naar drinkwater spelen de waterleidingsbedrijven een voorname rol. In de loop der tijd, in het bijzonder de laatste jaren, is het takenpakket van drinkwaterbedrijven uitgebreid. Reden voor de regering om te komen tot een aanpassing van de Waterleidingwet. In dit artikel worden de plannen van de regering besproken en wordt kritiek geuit op de door haar gewenste marktwerking. Tevens wordt gekeken naar de situatie in Engeland en Frankrijk. Tenslotte krijgt ook de relatie tussen marktwerking en milieu aandacht.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990362

Waterschap: traditie en dynamiek

A. van Hall

Tijdens de rechtenstudie van de auteur aan de Rijksuniversiteit Groningen in de beginjaren zeventig vroeg professor mr. E.H. 's Jacob aan de studenten in het vak algemene staatsleer wie belangstelling had voor het volgen van het bijvak waterschapsrecht. Zeven per­sonen gaven zich op: het getal was kenmerkend voor de plaats die het oudste publiekrechtelijke lichaam van het Nederlandse staatsbestel onder studenten innam en wellicht nog inneemt. In onderstaand artikel wil ik enige facetten belichten van het instituut waterschap als vorm van functioneel openbaar bestuur. In het kader van de indiening bij de Tweede Kamer van het wetsontwerp Waterschapswet zal de auteur tevens stilstaan bij enige nieuwe ontwikkelingen. De auteur hoopt daarmee de wellicht met de materie nog beperkt op de hoogte zijnde lezer enthousiast te maken voor de boeiende waterschapswereld.

april 1986
AA19860293

Resultaat 6409–6420 van de 6660 resultaten wordt getoond