Shop

Zuivere verkrachting?

P.J. Baauw

Hoge Raad (Strafkamer) 16 juni 1987, nr. 80585 (mrs. Bronkhorst, de Waard, Jeukens, Beekhuis, Keijzer; A-G Leijten), ECLI:NL:HR:1987:AC9883, DD 87. 585; NJ1988, 156, m.nt. GEM. In dit arrest van de Hoge Raad staat verkrachting in de zin van art. 242 Sr centraal. In deze uitspraak die in Ars Aequi geannoteerd wordt, wordt allereerst het feitenrelaas geschept en vervolgens wordt de Hoge Raad geciteerd. Daarna volgt een noot waarin de verschillende elementen van art. 242 Sr worden uitgewerkt en waarin het opzettelijke element van art. 242 Sr duidelijk naar voren komt. Ook komt in de noot het handelen van het OM, politie en de rechter (m.n. ten aanzien van bewijs aan de orde).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1988
AA19880575

Ondernemingen na 1992; tussen concurreren en fuseren

V.P.C.M. Maas, B.L.P. van Reeken

De Europese Gemeenschap zorgt de laatste maanden voor veel nieuws. Er worden talloze studies verricht naar de effecten van de realisatie van de interne markt en er wordt veel geschreven over het Europees mededingingsrecht met betrekking tot overnames, fusies en joint-ventures. Dit artikel probeert aan te geven hoe deze gebieden met elkaar samenhangen; hoe het Europees mededingingsrecht de realisatie van de interne markt beïnvloedt. Het zal geen uitputtende behandeling geven van deze materie, het beoogt niet meer dan een introductie te zijn.

Verdieping | Studentartikel
september 1988
AA19880517

De kikker en de os; zes stellingen over inleiding tot de rechtswetenschap

F.B.M. Kunneman

In dit artikel komt aan de hand van zes stellingen een aantal problemen en oplossingen over het in heel Nederland gedoceerde vak `Inleiding tot de rechtswetenschap´ aan de orde.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1988
AA19880545

Internationaal privaatrecht: rechtsmacht inzake een nevenvordering tot boedelscheiding

Th.M. de Boer

Hof 's-Gravenhage 28 augustus 1986, ECLI:NL:GHSGR:1986:AC9489, nr. 1986-08-28/NJ_62970, NJ1988, 11 (mrs. Kok, Neleman, Hamaker). Uitspraak van het Hof Den Haag over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. In eerste aanleg heeft de vrouw die een re conventionele vordering heeft ingesteld ter zake van de scheiding en deling van de gemeenschap geen bezwaren geuit tegen rechtsmacht van de Nederlandse rechter waar deze in beginsel geen rechtsmacht bezit. Door in hoger beroep de rechtsmacht aan te vechten wordt er in strijd gehandeld met de goede procesorde. In de noot wordt hier dieper op in gegaan en wordt ook het leerstuk van 'distributie is attributie' behandeld. Ook komt de forumkeuze aan de orde en de beperkingen daarbij.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1988
AA19880562

Albada Jelgersma

Aansprakelijkheid in concernverhoudingen

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 19 februari 1988, nr. 12814, ECLI:NL:HR:1988:AG5761, RvdW 1988, 37 (mrs. Snijders, Van den Blink, De Groot, Hermans, Bloembergen; wnd. A-G Hartkamp) (Albada Jelgersma-arrest) Noot bij het Albada Jelgersma-arrest waarin de aansprakelijkheid in concernverhoudingen centraal staat. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat de moeder aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door de dochter. Er is dus sprake van indirecte doorbraak van aansprakelijkheid. Daar kan alleen in bijzondere omstandigheden sprake van zijn. In de noot wordt dieper in gegaan op de indirecte doorbraak van aansprakelijkheid en de daaraan te stellen vereisten en worden eerdere uitspraken behandeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880452

Beantwoording rechtsvraag (177) onteigening-planschade

J.E.F.M. den Drijver-van Rijckevorsel

Beantwoording op het gebied van het planschade- en onteigeningsrecht waarbij de rechtsmiddelen en rechtsbescherming centraal staan.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1988
AA19880474

Drugs: grensverleggend!

C. Hupkes, F.J. van Ommeren

Redactioneel artikel waarin wordt ingegaan op de legalisering van drugs, die volgens de auteurs de met drugs gepaard gaande criminaliteit ernstig zal doen verminderen. Daarvoor is wel een mentaliteitsverandering vereist waarna er tegen drugs op dezelfde wijze wordt aangekeken als tegen alcohol en tabak.

Opinie | Redactioneel
juli 1988
AA19880426

Het begin en het einde van het rekening-courantkrediet

M. van Leeuwen, B.F.P. Lhoësten

Elk bedrijf heeft voor zijn bedrijfsvoering liquide middelen nodig. In het algemeen beschikt het bedrijf daar zelf niet in voldoende mate over. De laatste jaren neemt het eigen vermogen van bedrijven procentueel sterk af. Bovendien is het eigen vermogen meestal ondergebracht in vaste activa. Het bedrijf moet dus vreemd vermogen aantrekken om over liquide middelen te beschikken. Een bancair krediet is hier de meest voor de hand liggende mogelijkheid. Vaak wordt er een rekening-courantovereenkomst gesloten; een snelle en flexibele vorm van kredietverlening. In deze overeenkomst, die zeer gunstige voorwaarden voor de bank bevat, komt de machtspositie van de bank duidelijk tot uiting. Het is de bank die bepaalt aan wie zij krediet verleent en onder welke voorwaarden. In het in bankkringen inmiddels beruchte 'Leidsche Wol' vonnis bleek opeens dat de bank haar (ruime) bevoegdheden niet altijd onverkort mag uitoefenen. Wij zullen in dit artikel nagaan waaraan de bank in de praktijk de aanvraag van een rekening-courant toetst. Vervolgens zullen wij onderzoeken onder welke omstandigheden de bank de rekening-courantovereenkomst mag beëindigen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880438

Marshall bij een Britse moordzaak

M. de Gaay Fortman

In dit artikel bespreekt iemand diens belevenissen als Marshall (rechter hand van een hogere rechter in het Verenigd Koninkrijk) bij een gecompliceerde moordzaak.

Verdieping | Studentartikel
juli 1988
AA19880436

OAR-ABN

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 18 december 1987, nr. 13005, NJ 1988, 340, ECLI:NL:HR:1987:AD0106 (OAR/ABN) Voorrecht van de verkoper van onbetaalde roerende goederen en eigendomsoverdracht tot zekerheid van deze goederen die na de faillietverklaring van de koper in de feitelijke macht van de zekerheidseigenaar zijn overgegaan. De Hoge Raad komt tot een oordeel dat voortbouwt op het Berg/de Bary-arrest. In de noot wordt hier dan ook bij aangehaakt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880469

Prestatieontlening II-Vrijheid van nieuwsgaring (NOS-KNVB)

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 23 oktober 1987, nr. 12916, ECLI:NL:HR:1987:AD0055, RvdW 1987, 191, Informatierecht AM11988/2 (NOS/KNVB) Uitspraak van de Hoge Raad op het snijvlak van het intellectuele eigendomsrecht, mediarecht en mededingingsrecht waarbij de Hoge Raad de volgende rechtsregels formuleert: Prestatieontlening in de mededinging is geen onrechtmatige daad. Vrijheid van nieuwsgaring omvat geen recht op informatie. In de noot wordt dieper op de prestatiebescherming in gegaan en wordt eerdere jurisprudentie en literatuur aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1988
AA19880461

Rechtsvraag (N) BW (27) faillissementsrecht

A.M.J. van Buchem-Spapens

Rechtsvraag op het gebied van het faillissementsrecht waarbij het NBW aan de orde komt. Vragen als de verplichting van bijhouden van cessielijsten en de werking daarvan en de vordering van toekomstige goederen zijn in de rechtsvraag verwerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1988
AA19880478