Zuivere verkrachting?


Hoge Raad (Strafkamer) 16 juni 1987, nr. 80585 (mrs. Bronkhorst, de Waard, Jeukens, Beekhuis, Keijzer; A-G Leijten), ECLI:NL:HR:1987:AC9883, DD 87. 585; NJ1988, 156, m.nt. GEM.

In dit arrest van de Hoge Raad staat verkrachting in de zin van art. 242 Sr centraal. In deze uitspraak die in Ars Aequi geannoteerd wordt, wordt allereerst het feitenrelaas geschept en vervolgens wordt de Hoge Raad geciteerd. Daarna volgt een noot waarin de verschillende elementen van art. 242 Sr worden uitgewerkt en waarin het opzettelijke element van art. 242 Sr duidelijk naar voren komt. Ook komt in de noot het handelen van het OM, politie en de rechter (m.n. ten aanzien van bewijs aan de orde).


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): P.J. Baauw

Verschijning: september 1988

Archiefcode: AA19880575

Hoge Raad 16-06-1987 (ECLI:NL:HR:1987:AC9883) zaaknummer: 80585

bewijs dwingen gemeenschap verkrachting

Strafrecht en criminologie Strafprocesrecht

Annotaties en wetgeving Annotatie