Shop

Toetsing van de (mogelijke) beperking in het Nederlandse stelsel van gefinancierde rechtsbijstand aan artikel 6 lid 1 EVRM

R. Kolvoort

De afgelopen acht jaar is het terrein van de gefinancierde rechtsbijstand door forse bezuinigingsmaatregelen getroffen. Inmiddels zijn nieuwe voorstellen gedaan die moeten leiden tot een verdere vermindering van de kosten voor de gefinancierde rechtsbijstand. In verband met deze maatregelen heeft Renske Kolvoort op initiatief van de Landelijke Organisatie van Bureau's voor Rechtshulp (LOB) onderzocht welke grenzen artikel 6 lid 1 EVRM stelt aan de mogelijkheden om de gefinancierde rechtsbijstand van overheidswege te beperken. Haar onderzoek staat in dit artikel centraal. Onder meer het belang van het recht op rechtsbijstand en het recht op rechtsbijstand op nationaal en supranationaal niveau komen aan bod. Vervolgens behandelt Kool conclusies die afgeleid zijn uit uitspraken van de Europese Commissie en het Europese Hof ten aanzien van de plicht voor Lid-Staten om het recht op rechtsbijstand te waarborgen. Tenslotte worden de beperkingsmogelijkheiden van de gefinancierde rechtsbijstand uitgebreid getoetst aan artikel 6 lid 1 EVRM.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 1989
AA19890761

Verlening van het Nederlanderschap als instrument van het minderhedenbeleid

E. Heijs

De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt door de regering gezien als een belangrijk instrument om de rechtspositie van minderheden in Nederland te versterken. Wat heeft deze wet minderheden eigenlijk te bieden? En wat heeft de wet tot nu toe betekend voor minderheden? Deze twee vragen staan centraal in dit artikel. Onder meer de verschillende wijzen van verkrijging van een verblijfsvergunning komen aan de orde (van rechtswege, door optie of door naturalisatie). Het minderhedenbeleid en de rechtspositie van minderheden worden ook toegelicht.

Verdieping | Studentartikel
september 1989
AA19890728

‘The cesspit strikes back’

M.M. Dolman, B. Oosting

Op het ministerie van justitie is een regeling gemaakt die het mogelijk moet maken een vuist te ballen tegen met name georganiseerde (drugs)criminaliteit. Deze regeling is geïnspireerd door het rapport van de werkgroep legislatieve projecten vermogenssancties en waarmee de ministerraad op 19 mei jongstleden akkoord is gegaan. Doel van de regeling is het scheppen van ruimere mogelijkheden tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Hierbij is met name gedacht aan drugswinsten. In deze bijdrage wordt kort aandacht besteed aan de wijzen waarop dit doel gerealiseerd gaat worden. De redactie levert commentaar op de voorgestelde regeling en betoogt dat de minister van justitie dit voorstel zo snel mogelijk in dient te trekken.

Opinie | Redactioneel
september 1989
AA19890724

Reaktie op: ‘zorgen voor vandaag’

R. Barents

Mr. R Barents geeft een reactie op het redactioneel commentaar in het aprilnummer over de conflictrelatie tussen economische en milieubelangen. Dit artikel zou een aantal feitelijke en juridische onjuistheden bevatten waardoor de rol van de Europese Commissie bij het totstandkomen van de Nederlandse maatregel om schone auto's te subsidiëren in een verkeerd daglicht kan worden gesteld.

Opinie | Reactie/nawoord
september 1989
AA19890725

De beroepsopleiding bedrijfsjuristen

R. van Rooij

Wil de bedrijfs¬jurist, na het doctoraal examen, in de praktijk voldoende beslagen ten ijs komen, dan blijkt hij in het algemeen een aantal juridische en andere vaardigheden te missen. Om de slagvaardigheid van de jonge bedrijfsjurist te vergroten, is in november 1988 de 'Stichting Beroepsopleiding Bedrijfsjuristen' (SBB) opgericht, een samenwerkingsverband van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen en de juridische faculteiten van Leiden, Nijmegen, Rotterdam en Tilburg.In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de opzet van de SBB, de werkwijze gedurende de opleiding en de doelgroep van de SBB.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1989
AA19890759

Beroepsopleiding advocaten

A. Kors

Als gevolg van de wijziging van de Advocatenwet zijn pas beginnende advocaten sinds die datum verplicht een door de Nederlandse orde van advocaten verzorgde beroepsopleiding te volgen. Deze beroepsopleiding wordt afgesloten met een examen. Wie voor dat examen slaagt, mag advocaat blijven; wie het examen uiteindelijk niet haalt, mag niet langer het beroep van advocaat uitoefenen. Hieronder volgt een bespreking van de verschillende onderdelen van de nieuwe wet en van die onderwerpen die tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dat leidde tot de onderhavige wet, de aandacht kregen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1989
AA19890772

Onderzoek aan het lichaam

A.H.J. Swart

Hoge Raad 8 november 1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC0609 (Rectaal fouilleren Het lichaam van de verdachte kan voorwerp van strafvorderlijk onderzoek zijn wanneer het informatie kan verschaffen die van belang is voor het bewijs van een strafbaar feit. Naar de mening van de Hoge Raad heeft het Hof Amsterdam terecht geoordeeld dat het onderzoek aan het lichaam ook een onderzoek kan omvatten van de natuurlijke openingen en holten van het lichaam. In de noot wordt uitvoerig ingegaan op onderzoek in en aan het lichaam.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1989
AA19890780

‘Met begrip en inzicht’

Over de bejegening van slachtoffers van sexueel misbruik

K. Bangma

Kees Bangma pleit in deze bijdrage voor een zorgvuldige wijze van omgaan met slachtoffers van sexueel misbruik meer moet inhouden dan een benadering gebaseerd op wetshandhaving alleen. Daarbij staan rol en optreden van de politie centraal. Onder meer de ministeriële circulaires over dit onderwerp, de bijzondere positie van het slachtoffer van sexueel misbruik en het gewenste uitgangspunt voor strafrechtstoepassing in deze zaken komen aan de orde. Ook wordt er aandacht besteed aan problemen tijdens het politieoptreden of zedenonderzoeken. Bangma sluit zijn artikel af met het uitspreken van zijn hoop op bejegening van slachtoffers die wordt gekenmerkt door begrip voor hun gevoelens en emoties en inzicht in de complexe situatie.

Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
juli 1989
AA19890644

Beantwoording rechtsvraag (184) strafproces

G. Knigge

Beantwoording van rechtsvraag betreffende het strafprocesrecht, meer in het bijzonder het voegen van de gelaedeerde partij in het strafproces. In het antwoord wordt tevens het toekomstig recht, de voorstellen van de commissie Terwee, verwerkt. Ook de verhouding met de aanhangige civiele procedure wordt besproken.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Slachtoffers van delicten
juli 1989
AA19890689

Beantwoording rechtsvraag (186) burgerlijk recht

P.A. Stein

Rechtsvraag betreffende het Burgerlijk Recht. Schadevergoeding als gevolg van Onrechtmatige daad staat centraal. In casu gaat het om een onroerend goed dat hypothecair bezwaard is. De consequenties hiervan onder het oude BW en het Nieuw BW worden uitvoerig onder de loep genomen in onderstaande bijdrage.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1989
AA19890694

De getuige in strafzaken, die in het buitenland verblijft

A.H. Klip

Het internationale rechtshulpverkeer van Nederland met de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) is groter dan met enig ander land. In dit rechtsvergelijkend artikel wordt bekeken op welke wijze Nederland en de BRD in een strafzaak gebruik maken van een getuige die zich in het buitenland bevindt. Daarnaast wordt onderzocht of deze handelwijzen in overeenstemming zijn met de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens (ECRM).

juli 1989
AA19890637

De Wet persoonsregistraties

P.J. Hustinx

Op 1 juli 1989 treedt in werking de Wet van 28 december 1988, Stb. 665, houdende regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties, beter bekend als de Wet persoonsregistraties (WPR). In deze wet wordt de aanleg en het gebruik van bestanden met persoonsgegevens voor het eerst aan algemene regels gebonden. Met deze regeling heeft de wetgever een nieuw terrein betreden, waarop zich de komende jaren nog wel meer interessante ontwikkelingen zullen voordoen. Voor een goed begrip van de wet is enig inzicht in haar voorgeschiedenis en verdere achtergronden onontbeerlijk. Na een uiteenzetting daarvan zullen in dit artikel de hoofdlijnen van de wet de revue laten passeren.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1989
AA19890669