Shop

In de schaduwen van rechterbeelden

W. Witteveen

Wie een standpunt inneemt over de politieke rol van de rechter, maakt bewust of onbewust gebruik van gevestigde opvattingen over hoe een rechter zich in een democratische rechtsstaat behoort te gedragen. Twee verschillende rechterbeelden, afkomstig uit verwante maar toch verschillende rechtsculturen, domineren de discussie: de rechter als onzichtbare macht en de rechter als minst gevaarlijke macht. Maar hoe reageert men dan op verstoringen in het beeld die optreden als de rechter zich zichtbaar 'politiek' gedraagt? Rechters die anticiperen op te verwachten kritiek, ontwerpen hun eigen ideale voorstellingen van de rechterlijke functie.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920670

Inleiding

H.J. van Kooten, A. Meijer, H. Moons, M. Veldt, K. Vos

Inleiding van de redactiecommissie bij het bijzonder nummer van 1992 met als titel 'Rechter en Politiek'. Aan deze titel kunnen verschillende onderwerpen opgehangen worden wat dan ook gebeurt in de bundel.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920657

Politiek en Samenleving en de rol van het Recht

J.E. Keman

Opvallend genoeg wordt er in de politicologie weinig aandacht besteed aan de rol van het recht. Dit is des te opmerkelijker als men kan waarnemen dat in de opvattingen van de meeste politi¬cologen over politiek en samenleving de samenhang tussen maatschappelijke conflicten en het bereiken van een werkbare consensus wordt benadrukt. Een aantal van deze omschrijvingen worden kort behandeld en tevens wordt een eigen uitwerking van politiek geïntroduceerd. Hier¬bij spelen drie elementen een rol (bovenindividuele conflicten, de rol van instituties en het over¬heidsbeleid als 'oplossing'). Vanuit deze visie lijkt het mogelijk om vanuit de politicologie de re¬latie tussen politiek, maatschappij en het recht te leggen en te bediscussiëren.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920663

Rechter en politiek in de DDR

G.J.M. van Wissen

In deze bijdrage aan het bijzonder nummer 'Rechter en Politiek' wordt het ideologisch en juridisch kader geschetst waarin de rechter in de vroegere DDR functioneerde. De conclusie is dat de rechter een verlengstuk is geweest van het communistische regime en in die functie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de instandhouding van de heerschappij van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED), de Oostduitse communistische partij. Vervolgens wordt aangegeven hoe na de Wende tot op zekere hoogte een Selbstreinigung van de rechters heeft plaats gevonden. Het resultaat hiervan is dat een meerderheid van de vroegere DDR-rechters haar functie verder zal kunnen uitoefenen.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920743

Rechter en politiek in de negentiende eeuw

R. Pieterman

Rechter en politiek waren ook in de negentiende eeuw nauw met elkaar verweven. De Nederlandse eenheidsstaat moest zijn bestaansrecht na 1813 onder moeilijke omstandigheden bewijzen. Oude elites trachtten hun autonomie in de rechterlijke organisatie te herstellen. De Koning maakte aanspraak op volledig gezag over het Openbaar Ministerie door het buiten de rechterlijke macht te plaatsen. Na 1848 veranderde het politieke bestel ingrijpend. Dit had ook gevolgen voor de onderlinge verhouding tussen wetgever, rechter en bestuur, zoals blijkt uit de discussies over het legisme en onafhankelijke administratieve rechtspraak. In deze bijdrage zal blijken dat plaats en functie van de rechter ook in de negentiende eeuw op een complexe en dynamische wijze met politieke machtsstrijd en maatschappelijke ontwikkelingen verbonden zijn.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920705

The British House of Lords: a legal and a political institution

J.S. Bell

In dit Engelstalige artikel wordt het bijzondere karakter van het Engelse Hogerhuis, House of Lords, besproken. Een aantal leden uit het House of Lords vormen het hoogste rechtscollege van het Verenigd Koninkrijk (the Judicial Committee of the House of Lords) met rechtsmacht over de verschillende delen van het Verenigd Koninkrijk. Een groot aantal van de rechtsprekende leden het Hogerhuis mengt zich daarnaast actief in het wetgevingsproces. In het kader van het bijzonder nummer 'Rechter en Politiek' wordt deze, vanuit de klassieke theorie van machtenscheiding, paradoxale positie besproken.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920726

The Issue of Politics and the Judge In The United States

B.Z. Tamanaha

In dit Engelstalige artikel over de Amerikaanse verhouding tussen rechter en politiek wordt in het eerste gedeelte ingegaan op de meest voorkomende vragen als men op het onderwerp ingaat. In het tweede gedeelte van het artikel wordt ingegaan op de verhouding tussen recht en politiek, welke verhouding wordt beheerst door 'the rule of law'. Ook worden er verschillende theorieën besproken die 'the rule of law' onderbouwen.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920733

Beantwoording rechtsvraag (213) strafprocesrecht

J.C.M. Leijten

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het strafprocesrecht waarbij de verschillende rechtsmiddelen die tegen dwangmiddelen kunnen worden ingezet aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1992
AA19920627

Beantwoording rechtsvraag (217) onrechtmatige daad

J.M. van Dunné

Beantwoording van een rechtspraak op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht. De vraag is op welke manier en wie er met een actie uit onrechtmatige daad kunnen worden aangesproken daar waar het bedrijfsschade betreft.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1992
AA19920639

De OV-studentenkaart en het gemeenschapstrouwbeginsel: een reactie

C.M.J.A. Kuypers

Reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel en een andere reactie over de onverenigbaarheid van de OV-Jaarkaart voor studenten en het Europees gemeenschapsrecht. In de reactie wordt deze stelling iets genuanceerd.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920588

Dhr. T.Z.-Sociale Verzekeringsbank

Evangelisatie in Ede: eerbied voor grondrechten?

A.J. Akkermans

Afdeling rechtspraak van de Raad van State (ARRvS) 6 augustus 1991 (mr. Blaauw wnd.), nr. S03.91.2465, AB 1992, nr. 52 (met nt. P.J. Boon) In deze uitspraak van de Afdeling rechtspraak Raad van State wordt ingegaan op het niet verlenen van een vergunning voor een bepaald gedeelte van een evangelisatiecampagne in Ede. De Afdeling overweegt dat daar er een grondrecht in het geding is, er zorgvuldig door het bestuursorgaan dient te worden afgewogen of het niet verlenen van de vergunning niet een al te zware belemmering van het uitoefenen van dit grondrecht is. De Afdeling oordeelt dat dit niet het geval is en dat het gevaar voor de openbare orde zwaarder weegt dan het uitoefenen van het voornoemde grondrecht. In de noot wordt ingegaan op het feit dat het grondrecht niet benoemd wordt en of er grondrechten zijn die voorgaan op andere grondrechten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920610