Shop

Finale kwijting in het geding (Van Meurs-Ciba-Geigy)

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 27 maart 1992, nr. 14504, ECLI:NL:HR:1992:ZC0555, NJ 1992, 377 (Van Meurs/Ciba-Geigy) In dit arrest en de bijbehorende noot van de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre er nog een vordering kan worden ingesteld nadat er door de twee conflicterende partijen dading is overeengekomen en finale kwijting. De eisende partij stelt dat de overeenkomst van dading vernietigbaar is wegens een aantal wilsgebreken (bedrog, dwang en misbruik van omstandigheden). Het beroep op dwang wordt aanvaard door de Hoge Raad en verwijst de zaak terug. De Hoge Raad schetst onder welke (feitelijke) omstandigheden dwang kan worden aangenomen wat de overeenkomst vernietigbaar maakt. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920605

Het EG-anti-dumpingsbeleid, de Japanse Antimonopoly Law en het vrijhandelsprincipe

W. Stappers

De handelsrelatie tussen Europa en Japan is gespannen. Aan de ene kant voelen Europese producenten zich in hun bestaan bedreigd door de overmatige export van Japanse producten naar Europa en aan de andere kant is er heftige kritiek op de ontoegankelijkheid van de Japanse markt voor buitenlandse (Europese) producten. Hoewel de Europese- en Japanse overheden met de ondertekening van de Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Handel het vrijhandelsprincipe hebben aanvaard, hebben zij zich ter bescherming van hun nationale producenten laten verleiden tot protectionistische handelswijzen. Dit protectionisme komt onder andere tot uiting in de manier waarop de EG-anti-dumpingwetgeving en de Japanse Antimonopoly Law gehanteerd worden.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920561

Het Verdrag van Lugano en het EEX-verdrag zoals gewijzigd door het Toetredingsverdrag van San Sebastian

P.A.M. Meijknecht

In dit artikel wordt het Verdrag van Lugano en het Verdrag dat heeft geleid tot toetreding van Spanje en Portugal tot het EEX-verdrag (Verdrag van San Sebastian). Het Verdrag van San Sebastian was een ideale manier om het acht maanden eerder gewijzigde Verdrag van Lugano (EEX-Verdrag) te wijzigen. De verschillen tussen deze verdragen en het vroegere EEX-Verdrag worden besproken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1992
AA19920596

Het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw

N. Holtrust, I. de Hondt

In dit artikel bij de rode draad 'Op zoek naar gefeminiseerd recht' wordt ingegaan op de in 1992 opkomende beweging en gedachten die opkwamen voor de rechten van de ongeboren vrucht. Deze beweging en gedachten staan haaks op het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw en de keuze voor het moederschap en zijn een aantasting van de emancipatie volgens de auteur. De auteur gaat daarbij in op meningen die leven in Nederland en het buitenland ten aanzien van abortus.

Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd recht
oktober 1992
AA19920576

Nawoord op bovenstaande reactie

H.S.J. Albers

Nawoord bij een tweede reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel over de eventuele onverenigbaarheid van de OV-studentenkaart met het gemeenschapsrecht.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920591

Nawoord op bovenstaande reactie

J.M. van Dunné

De annotator bij een noot die een reactie heeft uitgelokt geeft een nawoord op die reactie over de uitleg van overeenkomsten en de beperkende werking van de, destijds, goede trouw geheten redelijkheid en billijkheid.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920593

Nawoord op bovenstaande reacties

P. van der Grinten

Nawoord van de redacteur op reacties op een door haar gepubliceerd artikel in Ars Aequi over de slechte taalkwaliteiten van rechtenstudenten en de noodzaak om deze door middel van meer opdrachten bij te brengen.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920587

Reactie op ‘Avery – VRG’

A.S. Hartkamp

Reactie bij de noot van een arrest over de uitleg van een overeenkomst bij de overdracht van pensioenrechten, bij de overgang van onderneming. Hartkamp, de advocaat-generaal die heeft geconcludeerd bij het geannoteerde arrest, gaat in op het verkeerd citeren en weergeven van bepaalde onderwerpen en zaken in de noot.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920592

Reactie op ‘Schrijverschap is meesterschap’

H.M. Parson, P. van Schuilenburg

Reactie op een redactioneel artikel over het belang van uitdrukkingsvaardigheden in de rechtenstudie. Daarbij wordt ingegaan op het onderwijzend personeel bij de rechtenstudie; docenten zijn niet opgeleid om onderwijs te geven maar zijn onderzoekers of praktijkjuristen.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920585

Spelfouten

M. Spronck

In dit artikel wordt besproken in welke gevallen bij sport en spel er sprake kan zijn van een onrechtmatige daad. Er wordt daarbij ingegaan op de criteria voor onrechtmatige daad, eigen en medeschuld en risico-aanvaarding.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920569

Vergoeding proceskosten ambtenarenrecht

Th.G. Drupsteen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 17 december 1991, ECLI:NL:CRVB:1991:ZB4288, nr. MAW1990/116, AB 1992, 163 m.nt HH, TAR 1992, 38 m.a. R.M. van Male De CRvB komt in deze uitspraak, na veranderende inzichten en gevoelens in de samenleving, terug op het oordeel dat proceskosten alleen onder bijzondere gevallen voor vergoeding in aanmerking komen als schade bij een vernietigd besluit. De CRvB zegt daar wel bij dat het niet gaat om een gehele proceskostenvergoeding maar dat deze kosten tussen het bestuursorgaan dat in het ongelijk wordt gesteld en de ambtenaar dient te worden verdeeld. De CRvB komt tot dit laatste oordeel omdat de ambtenarenrechter niet lijdelijk is, het niet verplicht is om juridische bijstand in te roepen en zaken zeer verschillend kunnen zijn. De Raad besluit dat een omgekeerde gang van zaken, een ambtenaar die in het ongelijk gesteld wordt, voor een gedeelte in de proceskosten te veroordelen; dit zou een te groot procesrisico voor de ambtenaar meebrengen. In een bijlage bij de uitspraak geeft de CRvB een regeling en berekeningsmethode om de proceskostenverdeling te bepalen bij een onrechtmatig besluit. In de noot wordt dieper op de proceskostenveroordeling ingegaan en gekeken naar de gelijkschakeling met de regeling in civiele procedures.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920614

Met blijdschap geven wij kennis van…

A. Meijer, I. Meijer

Redactioneel artikel over het destijds controversiële wetsvoorstel waarin de wijziging van het naamrecht werd voorgesteld. In het wetsvoorstel was opgenomen dat het geboren kind niet per definitie de geslachtsnaam van de vader kreeg maar dat dit ter vrije keuze van de beide ouders was. Bij een conflict kon er een beroep worden gedaan op de rechter. De redacteuren menen dat dit geen goede regeling is en dat er een regeling dient te worden gekozen waarbij het niet mogelijk is dat er conflicten rijzen over de geslachtsnaam van de pasgeborene.

Opinie | Redactioneel
oktober 1992
AA19920560