Shop

Resultaat 8533–8544 van de 12335 resultaten wordt getoond

Opvangcentrum Schiphol-Oost: een schending van de mensenrechten

R.J. Hamerslag

Het gedwongen verblijf van asielzoekers rondom of op Schiphol is al jaren omstreden en heeft aanleiding gegeven tot diverse verhitte discussies, omdat de Staat verkondigt dat dit verblijf niet kan worden gezien als een vorm van vrijheidsbeneming. Een vermeend onrechtmatig verblijf zou om die reden niet door een onafhankelijke rechter getoetst kunnen worden. Tegenover deze visie is herhaaldelijk betoogd dat het verblijf op Schiphol slechts is te zien als de in de artikelen 19 en 26 Vreemdelingenwet geregelde vreemdelingenbewaring, die in art. 82 t/m 87 Vreemdelingenbesluit verder is uitgewerkt. Op grond van deze artikelen kan te allen tijde aan een onafhankelijke rechter worden verzocht de opgelegde bewaring op onrechtmatigheid te toetsen. Subsidiair is daarbij aangevoerd dat al zou de Vreemdelingenwet niet van toepassing zijn, een beroep op art. 5 van het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens er in ieder geval toe zou moeten leiden dat een onafhankelijke rechter kennis zou kunnen nemen van grieven over de vrijheidsbeneming. Deze problematiek wordt in dit artikel nader uitgewerkt.

september 1987
AA19870537

Opvolgend werkgeverschap

W.H.A.C.M Bouwens

Hoge Raad 11 mei 2012, nr. 10/05466, ECLI:NL:HR:2012:BV9603, LJN: BV9603, JAR 2012/150 (Van Tuinen/Taxicentrale Wolters)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2012
AA20120933

Opzeggen en aanzeggen, reëel en fictief: de CRvB over artikel 16 lid 3 WW

J. Riphagen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 28 maart 2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB0761, RSV 2001, 122; JAR 2001/67 De WW-uitkering van betrokkene, wiens arbeidsovereenkomst per 1 april 1999 wan geëindigd, werd door het Lisv tot 1 september opgeschort met toepassing van art. 16 lid 3 WW. Naar het oordeel van de CRvB dient echter de verlengde opzegtermijn voor oudere werknemers, zoals deze voor 1 januari 1999 gold, niet te worden betrokken bij de toepassing van dit artikelonderdeel. Wel valt onder de `rechtens geldende termijn´ (van opzegging) ook de aanzegtermijn van art. 7:672 lid 1 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2001
AA20011004

Opzegging van duurovereenkomsten, in het bijzonder kredietovereenkomsten

R.M. Wibier

Hoge Raad 10 oktober 2014, nr. 13/02588, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING/De Keijzer)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2015
AA20150480

Opzet bij economische delicten

J.M. van Bemmelen

Hoge Raad 18 maart 1952, ECLI:NL:HR:1952:1 (Kleurloos opzet), Hoge Raad 18 maart 1952, ECLI:NL:HR:1952:199

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1952
AA19520044

Opzet bij ziekte?

J. Giltaij, E.A.G. van Schagen

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van de werknemer door de werkgever. De loondoorbetalingsplicht bestaat niet in geval de werknemer de ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal rechterlijke uitspraken waarin het opzetcriterium op verschillende manieren wordt uitgelegd wat volgens de redacteuren tot verschillende uitspraken leidt.

Opinie | Redactioneel
februari 2009
AA20090085

Opzet en schuld (Digitaal boek)

B.F. Keulen, M. Otte

Post thumbnail In dit cahier worden de bestanddelen die opzet en schuld uitdrukken besproken. Bij de bespreking ligt de nadruk op het positieve recht.

9789069163130 - 18-01-1999

Opzet en schuld in het verkeer

J. de Hullu

Hoge Raad 15 oktober 1996, nr. 102826, ECLI:NL:HR:1996:ZD0139, NJ 1997, 199 m.n.'tH (Porsche) Zeer gevaarlijk rijgedrag dat tot een ongeval met dodelijke slachtoffers leidt, kan (in theorie) tot aansprakelijkstelling voor opzettelijke levensberoving leiden. Indien het echter gaat om een geval waarbij de verdachte ook zelf aanmerkelijk levensgevaar heeft gelopen moet de rechter in zijn oordeel betrekken, dat behoudens aanwijzingen voor het tegendeel niet waarschijnlijk is dat de verdachte de aanmerkelijke kans van een dodelijk ongeval inderdaad heeft aanvaard. Een nadere bewijsmotivering kan dan niet worden gemist.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1997
AA19970438

Opzet in de Wet op de economische delicten. Beter boos dan kleurloos

D.R. Doorenbos

Post thumbnail Volgens de Hoge Raad moet ook in het economisch strafrecht de leer van het kleurloos opzet gelden. Dat uitgangspunt wordt in deze opinie ter discussie gesteld. Wie zich niet bewust is van het bestaan van een voorschrift, kan dat voorschrift niet opzettelijk overtreden. Hij begaat geen misdrijf, maar een overtreding. De aanvaarding van boos opzet past in het systeem van de Wet op de economische delicten.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2021
AA20210253

Opzet, schuld en toeval

T. Wallinga

In dit artikel in de Digesten reeks wordt de oorsprong van de opzet, schuld en toeval in het aansprakelijkheidsrecht besproken aan de hand van het Romeiense recht. Later wordt nog gekeken hoe het zit in het Nederlandse recht.

Overig | Rode draad | Digesten
november 2005
AA20050918

Orde en tucht, tucht in orde?

A.H. Santing-Wubs

In dit artikel wordt een verband gelegd tussen het algemene tuchtrecht, dat verschillende onderscheiden groep in de samenleving kent, en het kerkelijk tuchtrecht. Er wordt een uitleg gegeven over wat tuchtrecht is, doel van het tuchtrecht em procesrecht binnen het tuchtrecht.

Bijzonder nummer | Recht & Religie
juli 2003
AA20030552

Orgaandonatie

F.M.A. ´t Hart

In dit artikel worden de volgende punten uit het wetsvoorstel inzake orgaandonatie besproken: orgaandonatie bij leven door minderjarigen, de verlening van toestemming voor orgaandonatie na overlijden en de positie van nabestaanden bij orgaandonatie.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910625

Resultaat 8533–8544 van de 12335 resultaten wordt getoond