Shop

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

P.A.M. Verrest

In dit artikel wordt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme besproken (verder: de wet). Deze wet is een samenvoeging van de WID en WOT. Ook is in de wet de derde witswasrichtlijn opgenomen. In het artikel wordt naast de inhoud van de wet, de internationale wijze van witwasbestrijding besproken. Ook komt de derde witwasrichtlijn duidelijk aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2008
AA20080823

Een ondernemingsrecht master, een goed idee?

S.R. Schuit

Post thumbnail In dit artikel gaat Schuit in op de wijze waarop juridische faculteiten invulling zouden moeten geven zodat dit beter aansluit bij de rechtspraktijk. Ook gaat de auteur in op de samenwerking tussen de NOvA en de faculteiten om op die manier betere juristen voort te brengen.

Verdieping | Studentartikel
november 2008
AA20080837

Het vertrouwensverweer

In deze bijdrage bespreekt de auteur ter verdere illustratie van het vertrouwensverweer eerst twee situaties waarin een bestuurder zich zou kunnen beroepen op het vertrouwensverweer. Vervolgens kijk ik naar het recht van de Verenigde Staten, waar de met het vertrouwensverweer vergelijkbare reliance defense vanaf het begin van de vorige eeuw is uitgegroeid tot een omvangrijk leerstuk. Tot slot komt de auteur terug op de in de inleiding aangehaalde Bossche zaak en neemt de auteur de introductie van het vertrouwensverweer in Nederland in overweging.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2008
AA20080790

Iets over Huge de Groot (1583-1645) en de VOC (1602-1799)

J. Giltaij

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de visie van De Groot op handelingen van het private personen in de wereld. Daarbij wordt ingegaan op de handelswijze van de VOC.

Opinie | Redactioneel
november 2008
AA20080775

Kan de rechtsstaat financieel vertrouwen terugbrengen?

J.M. Barendrecht

In deze column gaat Barendrecht in op de invloed van goede juridische instrumenten bij de afwikkeling van de economische crisis. Zo stipt Barendrecht kort een goed werkend faillissementsrecht aan, een parlementaire enquete en de verslaglegging.

Opinie | Column
november 2008
AA20080795

O2- Hutchison

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 juni 2008, zaak C-533/06, ECLI:EU:C:2008:339 (O2/Hutchison) Arrest en bijbehorende noot van het HvJ EG waarin het volgende naar voren komt: Uitleg van artikel 5 lid 1 en 2 Merkenrichtlijn 89/104/EEG en van artikel 3bis lid 1 Richtlijn Vergelijkende Reclame 84/450 EEG. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te verbieden dat een derde in vergelijkende reclame die voldoet aan alle in artikel 3bis lid 1 genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid, gebruikmaakt van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk. Indien is voldaan aan alle in artikel 5 lid 1 sub b van de Merkenrichtlijn gestelde voorwaarden om het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een ingeschreven merk, te verbieden, kan de vergelijkende reclame waarin gebruik wordt gemaakt van genoemd teken, echter onmogelijk voldoen aan de in artikel 3bis, lid 1 sub d van de Richtlijn Vergelijkende reclame genoemde voorwaarde voor geoorloofdheid. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te doen verbieden dat een derde in vergelijkende reclame gebruikmaakt van een met dit merk overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien dit gebruik niet leidt tot verwarringsgevaar bij het publiek, en dit ongeacht of de vergelijkende reclame voldoet aan alle in artikel 3bis van de Richtlijn Vergelijkende Reclame genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080812

Omgangsvormen en het burgerlijk recht

P. Memelink

Post thumbnail In dit artikel wordt ingegaan in hoeverre fatsoensnormen en omgangsvormen al dan niet afgedwongen kunnen worden. De auteur komt de conclusie dat dit alleen mogelijk daar waar de norm een rechtsplicht inhoudt.

Opinie | Amuse
november 2008
AA20080778

Opera en Recht: ‘Fidelio’ van Ludwig von Beethoven (1770-1827)

E. von Bóné

Post thumbnail

In dit artikel, behorend bij de reeks 'Recht & Cultuur' wordt ingegaan op Fidelio van Von Beethoven. In deze opera komen de belangrijkste verlichtingsidealen duidelijk naar voren.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur | Verdieping | Studentartikel
november 2008
AA20080776

Over leermeester en leerling: het gildestelsel binnen de universiteit van Leiden aan het eind van de twintigste eeuw

M.S. Groenhuijsen

In dit artikel, behorend bij de rode draad 'Onder doctoren', gaat Groenhuijsen in op zijn leermeester, profesoor Melai, en over hoe deze op Leidse rechtenfaculteit de vaksectie strafrecht leidde en welke eisen hij stelde aan het wetenschappelijk personeel.

Overig | Rode draad | Onder doctoren
november 2008
AA20080841

Toezicht op de toezichthouders: hoe kunnen NGO’s ter verantwoording worden geroepen?

N. Jägers

Post thumbnail In dit artikel wordt ingegaan op de verantwoordelijkheid van NGO's. In het artikel komt naar voren hoe NGO's verantwoording moeten afleggen en waarom dat van belang is. Na een omschrijving van wat NGO's zijn, wordt hun huidige rol in de internationale gemeenschap besproken. Daarna worden de urgentie en de wijze van de verantwoordingsplicht van de NGO besproken.

Verdieping | Studentartikel
november 2008
AA20080781

Toga en academie

A.A.M. Kinneging

Post thumbnail In het kader van de discussie, die al enkele malen in Ars Aequi is beschreven, of HBO-juristen toegang moeten krijgen tot togaberoepen, werpt Kinneging de vraag op wat er verstaan moet worden onder een academische opleiding die op dit moment de enige toegang is tot een togaberoep. Kinneging gaat daarbij in op het 'willen weten' en afstand nemen van de praktijk om deze juist beter te begrijpen.

Verdieping | Studentartikel
november 2008
AA20080834

Voortgezette verknochtheid en zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 26 september 2008, nr. C07/048HR, ECLI:NL:HR:2008:BF2295, LJN: BF2295 Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende annotatie over een geschil tussen voormalige echtelieden bij 'verdeling' van hun fictieve ontbonden huwelijksgemeenschap over de vraag of het tijdens het huwelijk aan de vrouw uitgekeerde bedrag ter zake van vergoeding van immateriële schade, waarmee zij een perceel grond heeft gekocht waarop later de voormalige echtelijke woning is gebouwd, in de gemeenschap is gevallen dan wel wegens verknochtheid 'op enigerlei bijzondere wijze' daarbuiten is gebleven.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080806