Shop

Eenheid van recht is buitengewoon belangrijk

Interview met prof.mr. M. Scheltema, hoogleraar Bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht

M.A. Leijten, G.T.M.J. Raaijmakers

Michiel Scheltema werd geboren in juni 1939 te 's Gravenhage. Hij studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Leiden van 1957 tot 1964. Na die studie studeerde hij een jaar aan de Harvard Law School. Van 1965 tot 1972 was hij wetgevingsambtenaar op het ministerie van Justitie, waar hij wegging toen hij hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen werd. Begin jaren tachtig was hij staatssecretaris van Justitie. Sinds 1983 is hij naast hoogleraar regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht.

Verdieping | Interview
november 1993
AA19930804

Eenhoorns, heksen en Dworkin: een reactie

C.W. Maris

In dit artikel gaat prof. mr. C.W. Maris in op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel waarin Dworkin's visie op natuurlijke rechten uiteen gezet wordt.

Opinie | Reactie/nawoord
september 1991
AA19910642

Eenieder wordt geacht de wet te kennen, maar wie begrijpt er iets van?

R.A.J. van Gestel

In dit beschouwende artikel wordt ingegaan op de functie van wetgeving en welke uitwerking dit heeft op het gebruik van taal in de wet. De taal van de wet blijkt in veel gevallen toch nog erg ingewikkeld. De schrijver geeft hier meerdere verklaringen voor.

Verdieping | Studentartikel
januari 2008
AA20080078

Eens naar huis, voorgoed naar huis? Juridische consequenties van te late terugkeer van vakantie voor de buitenlandse werknemer

E.M. Polak

In het onderstaande artikel komen de problemen en de daaruit voortvloeiende juridische consequenties aan de orde die zich kunnen voordoen als een buitenlandse werknemer te laat van vakantie terugkeert. Het probleem begint al bij het begrip ‘vakantie’: vakantie is voor de buitenlandse werknemer niet wat vakantie voor ons is. Komt de buitenlandse werknemer te laat terug, dan zal dat dikwijls verstrekkende arbeidsrechtelijke gevolgen kunnen hebben: de werkgever, vooruitlopend op dergelijke eventualiteiten, heeft soms van tevoren al maatregelen hiervoor getroffen. Aan de hand van verzamelde, merendeels ongepubliceerde, kantonrechtersjurisprudentie zal bezien worden wat de redenen voor te late terugkeer zijn, in welke gevallen te late terugkeer gebillijkt is en of de door de werkgever getroffen maatregelen de rechterlijke toetsing kunnen doorstaan. Duidelijke oplossingen zijn nog niet voorhanden. Naast incidentele oplossingen door rechterlijke uitspraken, worden sinds kort ook van werkgevers- en werknemerszijde initiatieven ontplooid. Het probleem wordt in elk geval door alle betrokkenen onderkend.

oktober 1981
AA19810627

Eens Natura 2000, voor altijd Natura 2000?

C.W. Backes

Post thumbnail Het ‘schrappen’ van Natura 2000-gebieden is niet mogelijk. Juridisch zou mogelijk zijn de instandhoudingsdoelstellingen van dergelijke gebieden te wijzigen. Of dit ecologisch zinvol is, is een andere vraag. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit wezenlijk zou bijdragen aan de oplossing van de stikstofcrisis. De oorzaken van deze crisis zijn te hoge stikstofdeposities en een inefficiënt en bureaucratisch Nederlands juridisch kader. Aan beide moet worden gewerkt.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2020
AA20200549

Eenvoud

Eenvoud

A. Verbeke

In deze column wordt een revolutionaire theorie voor verandering in de wetenschap voorgesteld. Niet de inhoud van geschriften is nog van belang, maar enkel de herkomst van de auteur van het geschrevene.

Opinie | Column
januari 2003
AA20030013

Eenvoud en verleidelijkheid

Rechtsvergelijkende analyse en taal van descriptie

M. Adams

Ieder van ons ervaart permanent het verlangen – de reflex – om onbekende verschijnselen te willen duiden in termen of categorieën die je meent te herkennen of te begrijpen. Dat maakt het onverwachte hanteerbaar; eenvoudig misschien. Een dergelijk verlangen kan echter zo verleidelijk blijken dat dit tot grove misleiding wordt. Zeker voor de rechtsvergelijker gaat het dan om een fundamenteel probleem. Kan aan de verleiding worden ontkomen? In dit artikel wil ik deze vraag proberen te beantwoorden aan de hand van onder meer een leerstuk uit de rechtsantropologie.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2011
AA20110796

UCERF 14 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Eenvoudige adoptie door pleegouders?

W. de Haan, C.G. Jeppesen de Boer, G.C.A.M. Ruitenberg, M.J. Vonk

In deze bijdrage worden de uitkomsten beschreven van WODC-onderzoek naar de vraag in hoeverre de invoering van eenvoudige adoptie tegemoetkomt aan de behoeftes en belangen van pleegkinderen en pleegouders die langdurig voor een pleegkind zorgen. Daarnaast had het onderzoek tot doel om de voor- en nadelen van de invoering van eenvoudige adoptie in het Nederlands […]

Eenvoudige maaltijd op kosten van erflaatster is geen daad van zuivere aanvaarding

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 22 mei 2015, nr. 14/03601, ECLI:NL:HR:2015:1284 (Aanvaarding nalatenschap). Ook bekend als Koperen Pan. Erfrecht. Eenvoudige maaltijd op kosten van erflaatster, betaald door erfgenaam met haar pinpas: stilzwijgende zuivere aanvaarding nalatenschap? Artikel 4:192 lid 1 BW. Redelijke kosten, gericht op passende uitvaart erflaatster. Artikel 4:1095 BW (oud).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150813

Eenzame hoogte: het DES-arrest

J.H. Nieuwenhuis

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
juni 2010
AA20100417

Eenzijdig verzoek ongehuwde vader tot gezamenlijk gezag ontvankelijk?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 27 mei 2005, nr. R04/088HR, ECLI:NL:HR:2005:AS7054, NJ 2005, 485, m.nt. JdB Een niet-ontvankelijk verklaring door het hof op grond van het feit dat een verzoek tot gezamenlijk gezag alleen door de vader is ingediend is volgens de Hoge Raad in strijd met art. 6 EVRM in die zin dat het recht van de vader neergelegd in art. 8 EVRM (family-life) een burgerlijk recht in de zin van art. 6 EVRM is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2006
AA20060368

Eerherstel voor de wetgever en de wet

T. Hartlief

Post thumbnail In het civiele recht is het grijpen naar de wetsgeschiedenis bij de uitleg van de wet door gebruikers daarvan een tweede natuur geworden. Daar is niets mis mee zolang zij oog hebben voor de beperkingen van deze belangrijke inspiratiebron die het moet hebben van de overtuigingskracht van het aangetroffen materiaal. De wetsgeschiedenis lijkt echter een status te hebben gekregen die die van de wet benadert.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2025
AA20250200