Resultaat 12553–12564 van de 12933 resultaten wordt getoond
F.J. de Vries
In dit artikel wordt, in het kader van de Rode draad over beroepsaansprakelijkheid, aandacht besteed aan de per beroepsgroep sterk verschillende mogelijkheden om zich van aansprakelijkheid vrij te tekenen. Er wordt stil gestaan bij de wijze waarop dit onderwerp is geregeld in drie vrije beroepen: de advocaten, die zich als gevolg van interne regels in beperkte mate kunnen vrij-tekenen; de artsen, die volgens de wet hun aansprakelijkheid niet mogen beperken; en de raadgevende ingenieurs, die op dit punt geen bijzondere belemmeringen kennen. Besloten wordt met enkele opmerkingen over wettelijke limitering van aansprakelijkheid als alternatief voor contractuele beperking van aansprakelijkheid.
Rode draad | Beroepsaansprakelijkheidmaart 1995AA19950186
A.H.J. Swart
Hoge Raad 16 februari 1982, nr. 73558, ECLI:NL:HR:1982:AD6952, DD 82.207, NJ 1982, 385 Het verrichten van bloedonderzoek is in artikel 33a Wegenverkeerswet door de wetgever met strikte waarborgen omkleed. Waar deze waarborgen niet zijn nageleefd, is van een dergelijk onderzoek geen sprake. Daarbij is niet van belang of de verdachte zijn vrijwillige dan wel verplichte medewerking aan dit onderzoek verleent.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1983AA19830491
N. Holtrust, I. de Hondt
In dit artikel volgt een verslag van ruim drie jaar Vrouw en Recht werkgroepsonderwijs bij de sectie Ritep, RUU, alsmede een korte impressie van resultaten uit door studentes verricht praktijkonderzoek.
april 1984AA19840207
UCERF 8 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
W. Portegijs
Voor de vrouw betekent echtscheiding vaak een aanzienlijke achteruitgang van haar koopkracht. Omdat minderjarige kinderen na een scheiding doorgaans bij de moeder blijven wonen, delen zij mee in haar koopkrachtdaling.
M.J. Gunning
In dit artikel zal de auteur het gelijkheidsbeginsel belichten vanuit een normatief en strategisch gezichtspunt, namelijk in het licht van de betekenis die vrouwen aan het gelijkheidsbeginsel willen geven. De auteur beperkt zich dus tot één van de in art 1. GW genoemde vormen van discriminatie: die wegens geslacht.
september 1987AA19870519
T.P. Spijkerboer
Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikelmei 2000AA20000399
C. Kelk
Column over vrouwen in de criminaliteit.
Opinie | Columnjuni 2010AA20100413
C.F. Perquin-Deelen
In deze bijdrage onderzoekt de auteur wat de man-vrouwverdeling is in de top van de Nederlandse rechtswetenschap. Zij concludeert dat geen sprake is van een genderdiverse samenstelling. Een mogelijke oorzaak hiervoor is gelegen in het ‘implicit bias’-fenomeen, dat onder meer tot uiting komt in same-sex-favouring en de illusie dat kwaliteit objectief bepaalbaar is. De auteur sluit af met enkele voorstellen om dit aan te pakken.
Perspectief | Perspectiefartikeljuni 2020AA20200620
H.F.P. Ietswaart
Ondanks alle pogingen van de overheid om het gelijk te trekken blijven vrouwen nog altijd achter op de arbeidsmarkt, vooral wanneer men kijkt naar hogere posities zijn vrouwen in de minderheid. Binnen de juridische beroepen is dit zeker niet minder, zowel in Nederland als in andere landen is het juridische beroep tamelijk conservatief en daardoor blijven vrouwen hier ook achter bij mannen.
Opinie | Opiniërend artikelnovember 2006AA20060818
Rechtsfilosofische bijdrage bij de rode draad 'Op zoek naar gefeminiseerd recht' waarbij de auteur beschrijft hoe bestaande rechtsbeginselen en -principes een bijdrage kunnen leveren aan de kritiek op het huidige recht en kunnen zorgen voor meer gelijkheid en vrijheid voor de vrouw in de samenleving.
Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd rechtseptember 1992AA19920455
M.C.B. Burkens
Pr. Arr. Rb. Haarlem (k.g.) 6 juni 1980 (Mr. Van den Haak) Kort geding aangespannen door een op bevordering van het leefklimaat gerichte belangenvereniging van bewoners tegen de gemeente Zaanstad, strekkende tot verbod van verdere exploitatie van een vuilnisbelt, welke exploitatie plaatsvond in strijd met het bepaalde in de Hinderwet. Ontvankelijkheid van de belangenvereniging ondanks het verweer van de gemeente, inhoudende dat voor de belangenvereniging een deugdelijke administratiefrechtelijke weg heeft opengestaan en nog openstaat, t.w. een verzoek aan gedeputeerde staten tot het oefenen van politiedwang.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1981AA19810497
P.J.J. van Buuren
Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State (AGRvS) 24 oktober 1991, ECLI:NL:RVS:1991:AN2466, nr. B 05.91.0970 In deze uitspraak van de Voorzitter Afdeling geschillen van bestuur Raad van State komt aan de orde in hoeverre het aanvaardbaar is dat in een milieurechtelijke casus de storting van nieuw afval gedoogd wordt. De Voorzitter oordeelt dat er onder bepaalde voorwaarden gedoogd kan worden waarbij met name van belang is dat er bijna met zekerheid een vergunning verleend zal worden. Nu de nieuwe regeling waar de vergunning op gebaseerd dient te worden nog niet tot stand is gekomen en rondom de totstandkoming nog grote onzekerheid bestaat, is het volgens de Voorzitter niet mogelijk om een gedoogbeschikking af te geven. In de noot wordt dieper in gegaan op de problematiek rondom gedogen en handhaven in het milieurecht.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1992AA19920206