Verdieping

De publiekrechtelijke titel voor schadevergoedingsbesluiten

K. van de Ven

Naast het (klassieke) schadevergoedingsrecht bestaat er het administratieve schadevergoedingsrecht. De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State is een van de administratieve rechters die zich met schadevergoedingen bezighoudt. Voor de ontvankelijkheid bij de Afdeling is onder meer beslissend of er sprake is van een beschikking in de zin van de Wet Arob. In dit artikel wordt deze ontvankelijkheid nader bekeken voor een bepaald type besluiten, de zelfstandige compensatiebeslissing.

Verdieping | Studentartikel
januari 1990
AA19900011

De realisatie van gelijkheid in bestraffing. Over het probleem, de oplossingen en de trivialiteiten

M.J. Borgers

Gelijkheid in bestraffing is een lang gekoesterd ideaal in het Nederlandse strafrecht. Dankzij de inspanningen van het Openbaar Ministerie en de zittende magistratuur zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld die gericht zijn op het verwezenlijken van (meer) consistentie in de strafopleg-ging. Recent onderzoek stemt tot vreugde n somberheid. De initiatieven die de zittende magistratuur heeft ontplooid, lijken deels hun vruchten af te werpen. Tegelijkertijd staan triviale zaken de realisatie van gelijkheid in bestraffing in de weg. Een verdere cultuuromslag en een aanpassing van de werkprocessen zijn gendiceerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2006
AA20060341

De rechten van het kind belicht; het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind

P.J.A. Prinsen, J. Wind

Op 6 februari 1995 heeft Nederland het Verdrag inzake de rechten van het kind geratificeerd door 'ne-derlegging' van de akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Op 8 maart 1995 trad het verdrag voor Nederland in werking. In dit artikel wordt dit verdrag besproken. Het valt te hopen dat het een stap in de richting van volledige acceptatie van de rechten van het kind is. Dat het daar nogal aan schort, wordt geschetst middels een vergelijking van de waarborgen van een strafprocedure met die van de (civielrechtelijke) procedure bij het vermoeden van een opvoedingsprobleem.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1995
AA19950586

De rechtenstudie in de Verenigde Staten

E.H. Hondius

In dit artikel bespreekt Hondius hoe het is om te studeren aan de Amerikaanse Louisiana State University te Baton Rouge. Hondius schetst het klimaat op de universiteit en het gebied waar het ligt.

Verdieping | Studentartikel
september 2008
AA20080669

De rechter als beschermer van het ongeboren kind

Kritische kanttekeningen bij prenatale ondertoezichtstellingen, gedwongen keizersneden en de vervolging van zwangere vrouwen

L. ten Haaf

Post thumbnail Via de rechter wordt getracht om steeds verdergaande beschermingsmaatregelen voor het ongeboren kind af te dwingen, met als nieuwe ontwikkelingen toestemming voor een gedwongen keizersnede en een vervolging voor poging tot doodslag en mishandeling van de ongeborene. De vraag is echter of het wenselijk is dat de bescherming van het ongeboren leven aan de rechter wordt overgelaten en of het recht wel voldoende aanknopingspunten biedt om het ongeboren kind te beschermen tegen schadelijk gedrag van de zwangere vrouw.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2025
AA20250337

De rechtspositie van chronisch zieken bij aanstellingskeuringen

R. Schuttelaar

De medische aanstellingskeuring is al jaren middelpunt van discussie. Er zijn verschillende vormen van regelgeving tot stand gekomen ter verbetering van de rechtspositie van de keurling. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de Wet op de Medische Keuringen, die op 1 januari 1998 in werking is getreden. Hierbij wordt echter een belangrijke groep vergeten, namelijk de chronisch zieken. In de Wet op de Medische Keuringen wordt geen rekening gehouden met de bijzondere positie waarin zij zich bevinden. In dit artikel wordt bekeken wat de gevolgen van recente wetgeving voor de chronisch zieke keurling zijn. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de privatisering van de Ziektewet. Tevens zal naar een mogelijke oplossing worden gezocht ter verbetering van de rechtspositie van chronisch zieken bij aanstellingskeuringen.

Verdieping | Studentartikel
juni 1998
AA19980540

De rechtspositie van de kamerhuurder sinds 1 augustus 2003

A.M. Kloosterman

Met ingang van 1 augustus 2003 is het nieuwe huurrecht in werking getreden. In dit artikel zal de rechtspositie van de kamerhuurder worden beschreven aan de hand van dit nieuwe recht. Geconcludeerd wordt dat de kamerhuurder nog steeds een grote mate van huurbescherming en huurprijsbescherming geniet. tevens zal in dit artikel aandacht worden besteed aan een andere recente ontwikkeling: de toenemende invloed van het algemene verbintenissenrecht op het huurrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2004
AA20040016

De rechtsstaat is geen doel op zich. Interview met minister van Justitie mr. J.P.H. Donner.

R.M. Pasma, E.M. Witjens

Een interview met minister van justitie mr. J.P.H. Donner

Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland | Verdieping | Interview
juli 2004
AA20040576

De rechtsvormende taak van de rechter in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Post thumbnail In deze bijdrage staat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad in het goederen- en insolventierecht centraal. Anders dan soms wordt aangenomen, stelt de Hoge Raad zich daarbij niet per se terughoudender op dan bij (bijvoorbeeld) verbintenissenrechtelijke vraagstukken. Zowel op het terrein van het insolventierecht als bij goederenrechtelijke kwesties wordt de rechtsontwikkeling voor een belangrijk deel vormgegeven in rechtspraak van de Hoge Raad. Het beste voorbeeld van terughoudendheid biedt de benadering van de problematiek van de trust en afgescheiden vermogens in het Nederlandse recht, maar zelfs daar is de Hoge Raad niet alleen maar terughoudend. Bij goederenrechtelijke figuren zoals (fiduciaire) eigendom en pandrecht is de rechtspraak van de Hoge Raad zelfs de belangrijkste bron van de rechtsontwikkeling. Gelukkig maar. De weerbarstigheid van de praktijk vraagt erom dat de Hoge Raad de moeilijke vragen niet uit de weg gaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230939

De rechtvaardiging van het successierecht

J.J.M. Jansen

Wie dagdroomt er soms niet van een grote erfenis van een onbekende oom? Welke leuke dingen zou je met dat buitenkansje allemaal wel niet kunnen doen? Als zo’n sprookje werkelijkheid wordt, kan het wreed worden verstoord als de erfgenaam geen rekening houdt met het te betalen successierecht. Want wie in Nederland iets krachtens erfrecht verkrijgt, is successierecht verschuldigd en als het tegenzit, kan het successierecht zelfs oplopen tot 68%. Waarom is zo’n heffing eigenlijk gerechtvaardigd? Die vraag is van alle tijden en eigenlijk weet niemand daar een goed antwoord op te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2005
AA20050021

De redelijkheidstoets bij bedrijfseconomisch ontslag

C.L. van Middelkoop

Post thumbnail In dit artikel wordt de redelijkheidstoets die is neergelegd in art. 3:1 Ontslagbesluit behandeld in geval van bedrijfseconomisch ontslag. Deze norm is ene typisch voorbeeld van een open norm. De vraag die aan de orde komt, is of deze norm werkelijk zo open is als deze lijkt. Allereerst wordt het wettelijk kader dat van toepassing is in geval van bedrijfseconomisch redenen geschetst. Daarna wordt de invulling van deze wettelijke criteria besproken. Daarna wordt de conclusie getrokken of er sprake is van werkelijke open normen.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090634

De regeling van abortus in het verenigde Duitsland

T. Barkhuysen

In het verenigde Duitsland gelden nu twee verschillende abortusregelingen: de liberale DDR-regeling, die van toepassing blijft in de deelstaten die voor de vereniging de DDR vormden, en een veel minder liberale regeling in de 'Westduitse' deelstaten. Op grond van het Einigungsvertrag moet de Duitse wetgever aan deze situatie voor het einde van 1992 een einde maken en één abortusregeling voor het verenigde Duitsland ontwerpen. In dit artikel wordt eerst het grondwettelijk kader geschetst waarbinnen een dergelijke regeling moet passen. Daarna worden de (juridische) mogelijkheden onderzocht om de DDR-regeling als regeling voor heel Duitsland in te voeren en daarmee een van de laatste restanten van het DDR-recht in het verenigde Duitsland te behouden.

Verdieping | Studentartikel
januari 1992
AA19920014