Studentartikel

Rechtsregimes tijdens militaire operaties

P. Ducheine

In deze bijdrage wil de auteur op summiere wijze de vraag beantwoorden aan de hand van welke rechtsregimes functioneel militair geweldgebruik in uitzendsituaties beoordeeld moet worden. ‘Rechtsregime’ wordt in deze bijdrage gebruikt in de betekenis van (rechts)regels die de uitvoering van operaties beheersen, inclusief geweldsinstructies. Samen met de rechtsgrondslagen –rechtsbases – voor een operatie, bieden zij het juridische kader van operaties.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2009
AA20090490

Rechtsvinding in zedenzaken: is stealthing verkrachting?

H.A.W. Koch

Post thumbnail Op 14 maart 2023 kwamen de eerste gevallen van stealthing voor de strafrechter. De rechtbank Rotterdam oordeelde in die zaken dat er geen sprake was van verkrachting. In deze bijdrage onderzoek ik de mogelijke kwalificatie van stealthing als verkrachting naar huidig recht en met het oog op de aankomende Wet seksuele misdrijven. In tegenstelling tot de rechtbank kom ik tot de conclusie dat er argumenten zijn om stealthing wel als verkrachting aan te merken.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
november 2023
AA20230825

Rechtsvorming door de rechter is onvermijdelijk

A. Hammerstein

Naar aanleiding van het afscheidscollege van prof. mr. C.A.J.M Kortmann waarin de ver aangemeten rol van de rechter bij rechtsvorming aan de orde werd gesteld, gaat Hammerstein in op het fenomeen 'rechtsvorming'. Daarbij bespreekt hij de doctrine, het rapport 'Versterking van de cassatierechtspraak' waarin de rechtsvormende taak ook naar voren komt. Vervolgens wordt de juridische grondslag van rechtsvorming / -vinding besproken. Daarna worden de grenzen van de rechtsvormende taak van de rechter besproken.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090672

Refererend merkgebruik: is het Tanderil-arrest achterhaald na Hölterhoff-Freiesleben?

W. de Haan, W. Huizer, R. Span

Mag een arts op een recept de naam van een bekend merk vermelden, terwijl hij eigenlijk een minder bekend, maar veel goedkoper middel voorschrijft? En is het de apotheker vervolgens toegestaan om een goedkoper middel aan de patiënt te leveren, ondanks het feit dat op het recept het bekende merk staat vermeld? Deze vragen werden in 1984 negatief beantwoord door het Benelux Gerechtshof in het Tanderil-arrest. Eind 2002 wees het Europese Hof van Justitie (HvJEG) arrest in de zaak Hölterhoff/Freiesleben, een kwestie waar het eveneens over refererend merkgebruik ging. In de literatuur is inmiddels de vraag opgeworpen of dit arrest in een andere richting wijst dan de oude Benelux-jurisprudentie. Mede in het licht van een ander arrest van het HvJEG, inzake Arsenal/ Reed, wordt in deze bijdrage onderzocht wat nu de stand van zaken is met betrekking tot refererend merkgebruik.

Verdieping | Studentartikel
november 2003
AA20030814

Retentierecht op zeeschepen. De positie van de retentor van een zeeschip

V. Mak

Artikel 8:210a BW sluit toepassing van artikel 3:292 BW — dat aan de retentor een verhaalsrecht met voorrang toekent — uit ten aanzien van zeeschepen. Het effect van deze bepaling is onduidelijk,maar het belang ervan is groot in geval van executoriale verkoop van een zeeschip door de retentor. In dit artikel wordt ingegaan op de positie van de retentor van een zeeschip in het licht van de wettelijke bepalingen met betrekking tot verhaalsrecht en voorrang.

Verdieping | Studentartikel
september 2002
AA20020596

Risicomanagement van verdragen

J.A.M. Zwienenberg

Door het veranderlijke karakter van de onderlinge internationale betrekkingen kunnen verdragen die het ene moment van belang geacht worden, op een ander moment dat belang verliezen of zelfs een blok aan het been worden. Evenzeer kunnen de omstandigheden die tot het sluiten van een verdrag hebben geleid, zich zodanig wijzigen dat het verdrag zijn waarde verliest of alleen door wijziging kan behou¬den.Met het oog op een betrouwbare en stabiele samenwerking is het van groot belang dat de risico's die ontstaan door het aangaan van wederzijdse betrekkingen, reeds in de onderhandelingsfase worden onderkend en door middel van voorzieningen of verdragstechnieken worden ondervangen. (Risicomanagementtechnieken).In dit artikel wordt de vraag beantwoord over welke verdragstechnieken staten beschikken teneinde de verschillende soorten risico's te ondervangen. Voorafgaand aan de beantwoording van deze vraag zal een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten verdragen en risico's, bijvoorbeeld het externe risico, het waarderisicoen het niet-nakomingsrisico.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890102

Roerend of onroerend? Een onderzoek naar de goederenrechtelijke kwalificatie van telecomkabels

E. Mak

Een arrest van het Hof Den Haag van 2 maart 2000 heeft aanleiding gegeven tot heropening van de discussie over het goederenrechtelijke karakter van telecomkabels, dat met name fiscaalrechtelijk van belang is. In dit artikel wordt onderzocht of in de grond aangelegde telecomkabels moeten worden gekwalificeerd als roerend dan wel als onroerend. Een analyse van de relevante artikelen uit het BW in samenhang met artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet leidt tot de conclusie dat telecomkabels moeten worden aangemerkt als onroerende zaken.

Verdieping | Studentartikel
januari 2002
AA20020006

Roken, rookte, gerookt?

Een analyse van de vormgeving en naleving van de rookverboden in de horeca

Samenlevingsvormen en de wetgever

M. van Hoeken

In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende samenlevingsvormen die bestaan in de Nederlandse samenleving. Waar vroeger alleen het huwelijk de enige gelegitimeerde was, bestaan er tegenwoordig veel meer. In dit artikel worden deze samenlevingsvormen, haar kenmerken en haar rechtsgevolgen besproken. Er wordt gekeken vanuit het privaat recht en sociaal zekerheidsrecht. Ook worden de gesignaleerde problemen besproken alsmede een mogelijk registratiesysteem en de aanpassing van het huwelijksrecht.

Verdieping | Studentartikel
februari 1993
AA19930078

Samenlopende vormen van samenloop: optellen en aftrekken

S.T. van Henegouwen

In dit artikel wordt naar aanleiding van een onderbelicht van de Hoge Raad de samenloopregeling in het strafrecht besproken aan de hand van een casus gebaseerd op de Opiumwet.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910633

Sanering van de surséance van betaling

M. Nillessen

De regeling van de surséance van betaling, opgenomen in Titel II van de Faillissementswet (artt. 213-283), is de laatste jaren regelmatig besproken. Reden hiervoor is dat in de praktijk, aan zowel bedrijven als particulieren die in financiële problemen zijn geraakt, deze regeling niet voldoende mogelijkheden biedt voor een oplossing van die moeilijkheden. De wetgever zal te hulp geroepen moeten worden, wil hierin verandering komen. Een eerste aanzet werd gegeven door de preadviezen van Blokland, Maas en Van Schaik over 'De in haar continuïteit bedreigde onderneming' voor de Vereeniging 'Handelsrecht' in 1983. Deze werden in het daaropvolgende jaar gevolgd door een rapport van de — door dezelfde vereniging ingestelde — Commissie Insolventierecht, waarin een schets voor een Wet reorganisatie en herstel van ondernemingen werd voorgesteld. Een en ander is voor de Minister van Justitie aanleiding geweest om in 1986 over te gaan tot het instellen van de Staatscommissie Mijnssen, die zich thans over de in dit artikel te bespreken materie buigt. Daarnaast heeft de praktijk zelf naar nieuwe wegen gezocht. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij de huidige wet om vervolgens, aan de hand van geconstateerde knelpunten bij de toepassing daarvan, een bespreking te geven van mogelijke oplossingen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1988
AA19880151

Schadevergoeding na een transactie bij megafraude

Een moeilijk verhaal?

V.C. van Campen

Post thumbnail

Het OM treft in grote fraudezaken regelmatig schikkingen. Veelgehoorde bezwaren hiertegen zijn het gebrek aan rechtsstatelijkheid, de stagnerende rechtsontwikkeling en dat er sprake zou zijn van klassenjustitie. Dat een schikking de verhaalsmogelijkheden van benadeelden aantast, is een bezwaar dat minder vaak gehoord wordt. Hierin komt mogelijk verandering, met het oog op het wetsvoorstel ‘Afwikkeling massaschade in een collectieve actie’.

Verdieping | Studentartikel
september 2015
AA20150649