Resultaat 361–372 van de 372 resultaten wordt getoond

Warrantage en eigendomsvoorbehoud onder het BW

M.J.H. Halsema

Warrantage is een voor Nederland betrekkelijk nieuwe constructie. Door de constructie wordt het stille pandrecht van een kredietgevende bank op de bedrijfsvoorraden van haar kredietnemer versterkt. Zo wordt de bank een vuistpandrecht verschaft. Leveranciers zijn vrijwel zonder uitzondering slechts bereid aan bedrijven te leveren onder eigendomsvoorbehoud. Indien het door warrantage versterkte recht van de bank geconfronteerd wordt met zo'n eigendomsvoor¬behoud, zullen hoge eisen aan de goede trouw van de bank worden gesteld. Door betaling gecombineerd met subrogatie of een systeem van afstandsverklaringen kan deze confrontatie worden voorkomen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1992
AA19920131

Wat is de zorgplicht van Hyves, XS4ALL en Marktplaats

Ch. Alberdingk Thijm

In dit artikel wordt door de auteur ingegaan op de zorgplicht van verschillende 'tussenpersonen' op internet zoals Internet Service Providers (ISP's), marktwebsites en communicatiewebsites. Wat is hun zorgplicht ten opzichte van consumenten? De auteur bespreekt de verplichtingen die voortvloeien uit de Richtlijn electronische handel en het daarmee geintroduceerde art. 6:196c BW, het verstrekken van NAW-gegevens door ISP's en toezicht- en onderzoeksverplichtingen van ISP's.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080573

Weg met het ‘Weekendje weg’

Afschrikking door middel van het ‘weekendarrangement’

M. Berndsen

Post thumbnail ‘Gewelddadig? Meteen zitten!’: deze slogan siert reclameborden, Boomerang-cards en is te vinden op de overheidswebsite meteenzitten.nl. De campagne geeft het signaal af dat geweld niet wordt getolereerd en dat plegers van geweld op vrijdag- of zaterdagavond in principe tot en met maandag worden opgesloten. Met dit zogenoemde weekendarrangement worden de grenzen van de inverzekeringstelling opgezocht. De campagne wekt de schijn dat er een voorschot op een eventuele straf wordt genomen. In hoeverre is dit weekendarrangement juridisch toelaatbaar? Welke functies van het Nederlandse strafrecht worden hierdoor benadrukt?

Verdieping | Studentartikel
juni 2011
AA20110430

Wetgeving en wetenschap

R.A.J. van Gestel

Post thumbnail In dit artikel wordt ingegaan op de beperkte invloed van de rechtswetenschap op het welslagen van wetgeving. Daartoe wordt eerst ingegaan het karakter van de rechtenstudie. Daarna wordt ingegaan op het wetgevingsproces; welk proces weinig ruimte laat voor het laten doorklinken van wetenschappelijke visies. Tenslotte gaat de auteur in op de consequenties voor onder meer de kwaliteit van wetgeving.

Verdieping | Studentartikel
januari 2009
AA20090030

Wetsvoorstel 26 855: herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg

De toga ingekort?

E. van Burken

De overheid heeft gemeend in het kader van de reorganisatie van de rechterlijke macht de duur van de procedure te moeten bekorten en heeft onder andere hiertoe wetsvoorstel 26 855 tot herziening van het procesrecht in burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (verder: het Wetsvoorstel) ingediend. In dit artikel ga ik in op de vraag op welke wijze het Wetsvoorstel de spanning tussen snelheid en kwaliteit oplost. Tracht de wetgever tot een zeker evenwicht tussen beide te komen, of kiest hij voor snelheid boven kwaliteit? Deze vraagstelling zal ik in het bijzonder beantwoorden vanuit de optiek van de dagelijkse praktijk in de advocatuur.

Verdieping | Studentartikel
januari 2001
AA20010006

Wetsvoorstel tot herziening van het stelsel van fiscale boeten

B. van Rijsbergen

Op 13 maart 1989 heeft de regering de Tweede Kamer een wetsvoorstel tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en de bevoegdheid tot navordering ingediend. De kritiek op het ingediende voorstel is groot. Door velen wordt het voorstel strijdig geacht met elementaire regels van het strafrecht en de rechtsbeginselen die in een rechtsstaat behoren te gelden. Naar de mening van de auteur is het wetsvoorstel een typerend voorbeeld van recente fiscale wetgeving waarmede eenzijdig het belang van de fiscus wordt gediend. In dit artikel wordt een aantal elementen van het wetsvoorstel 21058 behandeld. Gekeken wordt of de nieuwe opzet van het fiscale boetestelsel overeenstemt met de rechtsontwikkeling die de laatste jaren op dit terrein heeft plaatsgevonden.

Verdieping | Studentartikel
februari 1990
AA19900073

What’s in a name?

H. Zuijdwijk

Het Nederlandse naamrecht met betrekking tot de geslachts- of achternaam voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Onlangs werd bij de Tweede Kamer, na een jarenlange discussie, een wetsvoorstel ingediend ter wijziging van met name de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. De bedoeling van de voorgestelde regeling is goed, maar de uitwerking laat te wensen over. In dit artikel wordt het huidige naamrecht, de kritiek daarop en de discussie over herziening daarvan weergegeven. Vervolgens wordt het aanhangige wetsvoorstel besproken en op verschillende punten van kritiek en suggesties voorzien.

Verdieping | Studentartikel
mei 1992
AA19920245

Why is English law so different?

E.J.H. Schrage

Sinds Josef Esser zijn Grundsatz und Norm in der richterlichen Fortbildung des Privatrechts schreef, zijn tal van studies gewijd aan de overeenkomsten (en de verschillen) tussen de Engelse en de continentale rechtsontwikkeling. Het is verleidelijk om toe te geven aan de neiging om signalen van een zekere convergentie tussen beide rechtsfamilies te ontwaren. Maar een zwaluw maakt nog geen zomer. De vertrekpunten van het Engelse en het continentale recht zijn wel heel verschillend.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht | Verdieping | Studentartikel
mei 1998
AA19980366

Wijziging van de communautaire concurrentievoorschriften van artikel 81 EG: de rechtszekerheid van ondernemingen

B. de Geus

In mededingingsrechtelijke kringen woedt momenteel een verhitte discussie over het voorstel van de commissie tot modernisering van Verordening 17. Een terugkerend element in deze discussie is de rechtszekerheid van ondernemingen. Ondernemingen zouden rechtszekerheid inleveren onder dit stelsel. Schrijver onderzoekt het begrip rechtszekerheid en beoordeelt de mate van rechtszekerheid voor en na dit voorstel.

Verdieping | Studentartikel
november 2001
AA20010855

Withdrawing from Pre-contractual Negotiations and the Duty of Good Faith Harmonising European Views

M. Jansen, A. Poissonnet, S. Rook, Y. Zhang

In recent times, the issue of harmonisation in the European legal context has provided much debate. In this article, we closely examine the possibilities of harmonisation in the area of European contract law, an area of law as important because of the fundamental nature of its legal principles to any legal system as for the vital role it plays in producing a seamless cross-border transactional market. This article deals with the issue of the duty of good faith in pre-contractual negotiations, taking as its starting point the key Dutch case of CBB/JPO. Are the efforts of parties in negotiating wasted, if no final contract is formed? If not, what are the implications and bases of a principle awarding remedies in such a situation? This article is the first of a series of two. Each of the articles in the series focuses on a different area of contract law. However, both deal with areas in which there is marked disagreement between the various European legal jurisdictions. Moreover, they will both have as their focus a two-fold question: first, what is the most ideal legal position to adopt; and secondly, what difficulties may be encountered both doctrinally and practically if that ideal position is to become the applicable standard in all European jurisdictions. Vegl: CBB/JPO Hoge Raad 12 augustus 2005

Verdieping | Studentartikel
juni 2007
AA20070487

Wordt Europa een paradijs voor de Amerikaanse adverteerder?

M.S. Don

In het nieuwe millennium moet de Richtlijn Vergelijkende Reclame de verschillende Europese regelingen op dit gebied gelijk trekken. Dit heeft consequenties voor Amerikaanse adverteerders, die tot nog toe voor veel landen verschillende reclamecampagnes moesten maken. Dit was vaak een (financieel) onmogelijke opgave, waardoor ze zich conformeerden aan het strengste regime, met als gevolg dat het een wel zeer gematigde versie van de oorspronkelijke vergelijkende reclame het Europese publiek bereikte. In dit artikel wordt nader ingegaan op de gevolgen die de richtlijn met zich meebrengt voor de situatie in Nederland. De nadruk zal hierbij liggen op wat hierdoor voor de Amerikaanse adverteerder, die zich op de Europese markt begeeft, verandert.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1999
AA19990708

Zakelijke zekerheden in de Wet op het consumentenkrediet

I. Nissen

Onlangs zijn de memorie van antwoord en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet op het consumentenkrediet (WCK) verschenen. De WCK beoogt een uniforme regeling te geven voor het consumentenkrediet, waaronder wordt verstaan de beroeps- of bedrijfsmatige kredietverlening aan de consument, de niet-professionele kredietnemer. In dit artikel zal de vraag omtrent de mate van toelaatbaarheid van het bedingen van zekerheden in de WCK centraal staan. Hierbij is niet alleen de zuiver juridische betekenis van de artikelen met betrekking tot zekerheden van belang. Men kan zich tevens afvragen of de wetgever de juiste weg heeft gekozen om tot verwezenlijking van de doelstelling van de WCK (namelijk optimale bescherming van de consument) te komen. Alvorens hiertoe over te gaan zal in paragraaf 2 de maatschappelijke betekenis van consumentenkrediet aan de orde komen, waarna in de paragrafen 3 en 4 de beweegredenen van de wetgever om tot een beperking van de mogelijkheid tot zekerheidstelling te komen besproken zullen worden.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen | Verdieping | Studentartikel
november 1988
AA19880738

Resultaat 361–372 van de 372 resultaten wordt getoond