Resultaat 37–48 van de 163 resultaten wordt getoond
J.L.W. Broeksteeg
Met nawoorden van Arend Soeteman en Anka Ernes
Opinie | Reactie/nawoordmaart 2011AA20110247
P. van der Grinten, I. Meijer, W. Runderkamp
Reactie op een eerder artikel in Ars Aequi over de invoering van de tempobeurs. De auteur vindt het een goede regeling.
Opinie | Reactie/nawoordapril 1993AA19930249
A. Soeteman
Nawoord bij de reactie van Hansko Broeksteeg
Opinie | Reactie/nawoordmaart 2011AA20110251
M. van Dijk, A.C. Hendriks
In deze reactie op de reactie van Vink gaan de auteurs in op het artikel van Vink over hulp bij zelfdoding en stippen daarbij het zelfbeschikkingsrecht aan.
Opinie | Reactie/nawoordoktober 2007AA20070762
C. Syrier
In dit artikel gaat de auteur van het oorspronkelijk artikel in op een reactie daarop waarbij wederom de onderwerpen kabinet een demissionaire periode, motie van afkeuring en het homogeniteitsbeginsel aan de orde komen.
Opinie | Reactie/nawoordjanuari 2009AA20090040
F. Bruinsma
Opinie | Reactie/nawoordseptember 2010AA20100652
B. van Zelst
In het septembernummer 2021 van Ars Aequi verscheen de opinie ‘De omvang van een memorie’ van hoogleraar, cassatieadvocaat en rechter Bert van Schaick. In dit artikel reageert hoogleraar en advocaat Bas van Zelst op die opinie. Met naschrift van Van Schaick.
Opinie | Reactie/nawoordfebruari 2022AA20220106
L. de Jongh
In dit artikel wordt ingegaan op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel dat ging over het aftreden van Rita Verdonk in december 2006. De auteur ontleent aan het feit dat twee juristen na een grondige analyse tot een verschillende conclusie komen over de werking de conclusie dat de staatsrechtelijke vertrouwensregel gecodificeerd dient te worden. In het artikel wordt ingegaan op het handelen van een kabinet tijdens een demissionaire periode, de motie van afkeuring en het homogeniteitsbeginsel.
Opinie | Reactie/nawoordjanuari 2009AA20090037
M.J.A.M. Ahsmann, H.F.M. Hofhuis
In het meinummer van Ars Aequi pleitte Ward Messer ervoor ook in complexe civiele zaken een mondeling eindvonnis te geven. Margreet Ahsmann en Hans Hofhuis zijn het niet met hem eens en leggen in deze reactie uit waarom dat zo is. Met nawoord van Messer.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2022AA20220484
H.G.F.M. de Kok
Boogaard en Uzman geven in hun bijdrage van januari 2015 een uiteenzetting van de rechtsvormende taak van de rechter en van de sterke ontwikkeling die deze taak de laatste jaren heeft ondergaan. Ter aanduiding van het contrast met deze rechtsvormende taak openen zij hun bijdrage met een schets van de beperkte taak die volgens hen door Montesquieu aan de rechter werd gelaten, namelijk het strikt volgen van de wet: ‘le juge est la bouche de la loi’. Deze aan Montesquieu toegedichte mechanische taakopvatting is vaak verkondigd en door veel elkaar opvolgende generaties nageschreven. Zo ook door Boogaard en Uzman. Zij is echter ten onrechte aan Montesquieu toegedicht. Daar zijn ook te weinig bewijzen voor, terwijl er wel aanwijzingen zijn voor een ruimere taakopvatting.
Opinie | Reactie/nawoordapril 2015AA20150294
G.E. van Maanen
Opinie | Reactie/nawoordseptember 2010AA20100654
B.T.M. van der Wiel
In het decembernummer 2009 legde Bart van der Wiel uit waarom hij de instelling van een selectiekamer die tot doel heeft de voor cassatierechtspraak ongeschikt zaken buiten behandeling te plaatsen niet noodzakelijk vindt. Het voorstel om een dergelijke selectiekamer in te stellen staat in het rapport Hammerstein. Mr. Hammerstein stuurde ons een reactie op dit artikel. Aan Bart van der Wiel gaven wij de gelegenheid op deze reactie te reageren.
Opinie | Reactie/nawoordfebruari 2010AA20100115