Resultaat 25–36 van de 64 resultaten wordt getoond

‘Turkey is much more ready to join the European Union than the ten countries that are being admitted right now’

Interview with Mr. Eraslan Özkaya, the President of the Yargitay, the Turkish Supreme Court

F. Brouwer, E.M. Witjens

Lately, Turkey has been extensively covered in the media. Not only is the country a highly disputedcandidate in the current accession process, but the recent terrorist bombings draw the world’s attention as well. Experts claim that these attacks could bring admission to the EuropeanUnion significantly closer, as the incidents have an integrating effect on the parties involved. In this interview Mr. Eraslan Özkaya, the President of the Turkish Supreme Court, clarifies the Turkish opinion on the developments in the European accession process and comments on the terrorist attacks.

Verdieping | Interview
januari 2004
AA20040033

‘We zeggen spontaan niets wat in het belang van Milosovic is’. Interview met amicus curiae prof.jhr.mr. Michail Wladimiroff

S.R. Damminga, E.M. Witjens

Michail Wladimiroff, advocaat in economisch strafrecht-zaken, is thans als ‘vriend van het Hof’ betrokken bij het Joegoslavië Tribunaal, in de zaak van Slobodan Milosovic. Daarvóór was hij reeds advocaat bij dit Tribunaal, in de zaak tegen Dusko Tadic en pleitte hij voor het Rwanda Tribunaal. Zijn taak als amicus curiae is het bijstaan van de rechters, opdat de rechtszaak tegen Milosovic zo rechtvaardig mogelijk verloopt.

Verdieping | Interview
september 2002
AA20020618

Aleid Wolfsen: ‘Je moet nooit kritiek hebben op de rechter’

N. de Boer, A. Kristic

Post thumbnail Interview met Aleid Wolfsen, momenteel burgemeester van Utrecht, over de kwaliteiten en eigenschappen van rechters, parlementariërs en bestuurders. Ook wordt er ingegaan op het referendum waarna Wolfsen burgemeester werd. Daarnaast komt ook de toestand en de organisatie van de rechterlijke macht aan de orde waarvan Wolfsen deel van uit maakte. Aan bod komen ook juryrechtspraak en deelname van leken. Tenslotte komt de politiek aan de orde.

Verdieping | Interview
september 2008
AA20080661

Bestuursorganen leven niet in een wereld van normloosheid

Een interview met de Nationale ombudsman, mr.dr. M. Oosting

P. Kreijger, P. Werdmuller

Marten Oosting werd geboren te Winschoten op 11 november 1943. Hij studeerde sociologie en rechten. Hij was tot 1978 wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de faculteit bestuurskunde van de (thans) Universiteit Twente en tot 1 oktober 1987 hoogleraar bestuursrecht en bestuurskunde in Groningen. Op 30 juni 1987 werd hij benoemd tot Nationale ombudsman, welke benoeming op 23 maart 1993 voor een tweede periode van zes jaar werd verlengd. Tevens is hij president van het International Ombudsman Institute en vervult hij diverse bestuurskundige en maatschappelijke nevenfuncties. De Universiteit Twente verleende hem op 29 november 1996 een eredoctoraat. Hij is gehuwd en heeft drie kinderen.

Verdieping | Interview
juni 1997
AA19970402

Consulaire hulp aan in het buitenland gedetineerde Nederlanders: ‘Kan de minister niet even bellen?’

M. Klompers, M.H.J. van Rest

Post thumbnail Op dit moment zitten 2530 Nederlanders in een buitenlandse cel. Van alle gedetineerde Nederlanders in het buitenland, bevinden zich er ongeveer 1600 in Europa. Daarnaast zitten tamelijk veel Nederlanders in Latijns-Amerika gevangen, bijna allemaal voor drugsgerelateerde delicten. Nederlandse gedetineerden in het buitenland verkeren in veel gevallen in slechte omstandigheden. Daarnaast hebben zij te maken met cultuur-, rechts- en natuurlijk taalverschillen. Wat kan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken voor deze gedetineerden betekenen? Om deze vraag te beantwoorden hebben redacteuren Maartje Klompers en Marjolein van Rest gesproken met Tessa Martens, clusterhoofd Consulaire Zaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Verdieping | Interview
januari 2011
AA20110059

De Amsterdamse School: een nawoord

H.C.F. Schoordijk

Reactie op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel over de Amsterdamse school. In het artikel geeft de Amsterdamse hoogleraar Schoordijk weer wat er volgens hem op privaatrechtelijk gebied na het vertrek van de bekende hoogleraar Eggens aan de Universiteit van Amsterdam is gebeurd.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911172

De illusionaire zekerheid van de rechtspraak

Interview met prof.mr. J.C.M. Leijten

E. Florijn, B. Oosting

Jan Leijten werd in 1926 in Etten geboren. Na zijn rechtenstudie werd hij assistent bij de rechtenfaculteit(strafrecht en civiel recht) van de Universiteit te Nijmegen. Daarna vestigt hij zich gedurende bijna tien jaar als advocaat aldaar. Na een carrière binnen de rechterlijke macht en als hoogleraar Inleiding en Algemene Rechtsleer aan de Universiteit te Nijmegen werd hij in 1981 Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. Tevens is hij werkzaam als buitengewoon hoogleraar burgerlijk procesrecht aan de Universiteit te Nijmegen. Reeds tijdens zijn studententijd had professor mr. J.C.M. Leijten de liefde voor de taal opgevat, wat resulteerde in twee dichtbundels. Meer recentelijk publiceerde hij een derde: 'Het malle luchtkasteel' (1974). Ook zijn conclusies als A-G onderscheiden zich door een helder en tegelijkertijd kleurrijk taalgebruik. Naast zijn literaire en professionele geschriften timmert professor mr. J.C.M. Leijten aan de weg als publicist. Hij is sinds 1971 redacteur van het Nederlands Juristenblad en daarnaast een veelgevraagd inleider. In zijn samenvattingen geeft hij blijk van een betrokken kijk op het recht: 'achter rechtsregels zit de samenleving, zit een hart, allemaal mensen die door elkaar heen krioelen.' In dit interview wordt onder meer aandacht besteed aan de ideeën van professor J.C.M. Leijten met betrekking tot rechtvindingstheorieën, de introductie van een 'dissenting opinion' bij de Hoge Raad en de overstap van Advocaat-Generaal mr. J.K. Franx naar de advocatuur.

Verdieping | Interview
april 1990
AA19900213

De Letselschadekamer: van een lijdelijke naar een leidende rechter

J.J. Wolfhagen, W.S. de Zanger

Post thumbnail Sinds 2005 bestaat bij de rechtbank Den Haag de letselschadekamer. De behandeling van gecompliceerde letselschadezaken is ondergebracht in dit project. Er wordt intensief gebruikgemaakt van meervoudige comparities om letselschadezaken sneller te behandelen. De letselschadekamer werd ontwikkeld door onder andere rechters Juke Willink en Julia Mendlik, respectievelijk coördinerend vice-president en vice-president/afdelingsvoorzitter. Vijf jaar na oprichting spreken wij met hen over de totstandkoming van de letselschadekamer, de rol van de leidende rechter en de toekomst van een dergelijke behandeling van civiele rechtszaken.

Verdieping | Interview
oktober 2010
AA20100742

De rechtsstaat is geen doel op zich. Interview met minister van Justitie mr. J.P.H. Donner.

R.M. Pasma, E.M. Witjens

Een interview met minister van justitie mr. J.P.H. Donner

Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland | Verdieping | Interview
juli 2004
AA20040576

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

Een rechter die naar de gunst van het kiezersvolk moet dingen? Ik moet er niet aan denken!

Interview met mr. J.M. Polak

R.J.Q. Klomp, F.J. van Ommeren

Interview met mr. J.M. Polak, lid van de Raad van State en tal van andere commissies als adviseur. Tevens is Polak redacteur van bladen als het NJB en WPNR. In dit interview komt onder meer aan de orde: het proefschrift van Polak, hoogleraarschap in de rechtsgeleerdheid aan een niet-juridische faculteit en de verhouding met andere wetenschappen, de organisatie van het juridisch onderwijs, de invloed van wetenschap op beleid en wetgeving (Polak meent dat bij het NBW de wetenschap een te grote invloed heeft) en tal van andere juridische onderwerpen.

Verdieping | Interview
januari 1988
AA19880011

Een rondetafelgesprek over recht, ethiek en dieren

H. van der Tas, C. Zijderveld

In onze samenleving worden dieren gehouden. Soms voor de gezelligheid, maar de meesten worden voor de voedingsindustrie of voor dierenproeven gehouden. Dat dit gebeurt en vooral ook de wijze waarop, is vaak onderwerp van hevige discussie. De vraag is hoe ver je met een dier mag gaan; zijn er (ethische) grenzen? Het antwoord is bevestigend, dat zal niemand verbazen, maar waar liggen die grenzen? Een volgende vraag is wie die grenzen moet stellen? Speelt op dit vlak het recht een rol? Kan, en zo ja, moet de overheid grenzen stellen met een ethisch gehalte? Of is de consument verstandig genoeg om zelf uit te maken waar voor hem de grens ligt? Op 28 mei 1998 werd, in het kader van de Rode draad Recht & Ethiek in Utrecht een rondetafelgesprek gehouden waarin onder meer deze onderwerpen aan de orde kwamen.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Interview
oktober 1998
AA19980809

Resultaat 25–36 van de 64 resultaten wordt getoond