Bijzonder nummer

Resultaat 409–420 van de 475 resultaten wordt getoond

The British House of Lords: a legal and a political institution

J.S. Bell

In dit Engelstalige artikel wordt het bijzondere karakter van het Engelse Hogerhuis, House of Lords, besproken. Een aantal leden uit het House of Lords vormen het hoogste rechtscollege van het Verenigd Koninkrijk (the Judicial Committee of the House of Lords) met rechtsmacht over de verschillende delen van het Verenigd Koninkrijk. Een groot aantal van de rechtsprekende leden het Hogerhuis mengt zich daarnaast actief in het wetgevingsproces. In het kader van het bijzonder nummer 'Rechter en Politiek' wordt deze, vanuit de klassieke theorie van machtenscheiding, paradoxale positie besproken.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920726

The Issue of Politics and the Judge In The United States

B.Z. Tamanaha

In dit Engelstalige artikel over de Amerikaanse verhouding tussen rechter en politiek wordt in het eerste gedeelte ingegaan op de meest voorkomende vragen als men op het onderwerp ingaat. In het tweede gedeelte van het artikel wordt ingegaan op de verhouding tussen recht en politiek, welke verhouding wordt beheerst door 'the rule of law'. Ook worden er verschillende theorieën besproken die 'the rule of law' onderbouwen.

Bijzonder nummer | Rechter en politiek
november 1992
AA19920733

The Law of War: A Brief History

A.A. Wijffels

In dit artikel wordt ingegaan op de historie van het oorlogsrecht. Waren vroeger bij het ontstaan van dit rechtsgebied alleen soevereine staten rechtssubject hierbij, tegenwoordig kent het meer actoren. In het artikel komt de ontwikkeling van het rechtsgebied, die hand in hand ging met de ontwikkeling van soevereine staten en het volkenrecht, aan de orde.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht
juli 2009
AA20090438

Theory of public conmparative law: the structural-empirical method

A.K. Koekkoek, P.J. van Niekerk

Von der Erkenntnissen, die die Rechtsvergleichung liefert, Gebrauch zu machen, ist für die Rechtphilofophie (...) ein dringende Notwendigkeit. Trotzdem lässt dem gegenwärtigen Zeitpunkt nur feststellen, dass Zusammenarbeit zwischen Rechtphilosophie und Rechtsvergleichung noch eine Zukunfstidee ist. (Constantinesco 1972: 340-341)

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940349

Toegang tot de bron: het auteursrecht en het internet

P.B. Hugenholtz

In dit artikel kijkt de auteur vanuit een auteursrechtelijk perspectief naar het internet. In hoeverre belemmert het auteursrecht de toegang tot content op internet? Er wordt ingegaan op illegaal downloaden, wettelijke beperkingen van het auteursrecht, Digital Rights Management en open content.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080581

Toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg, met bijzondere aandacht voor de IGZ

A.C. Hendriks

De kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg staan sinds enkele jaren in het middelpunt van de belangstelling. Hoewel het thans primair aan ‘het veld’ is om het begrip ‘goede zorg’ in te kleuren, blijft er een belangrijke rol weggelegd voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om toe te zien op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De wijze waarop de IGZ inkleuring geeft aan haar toezichthoudende taak roept diverse juridische vragen op. Hierin weerspiegelt zich het dilemma van subsidiaire toezichthouder en moderne, pro-actieve handhavingsorganisatie.

Bijzonder nummer | Gezondheidsrecht
juli 2011
AA20110528

Tuchtrecht voor de juridische beroepen: wee en wel

L.E. de Groot-van Leeuwen

Post thumbnail

Het tuchtrecht voor de juridische beroepen speelt een belangrijke rol in de samenleving. Dit artikel gaat in op enkele vaste kenmerken van dit tuchtrecht en (vooral) een aantal trends. Hierdoor kan de vraag worden beantwoord of recente veranderingen in het tuchtrecht positief of negatief zijn te beoordelen. 

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160528

Tussen dogmatiek en pragmatisme

J.J.J. Sillen

Rechters maken dikwijls afspraken over de invulling van hun toekomende beslissingsruimte. Soms zijn die afspraken volgens de Hoge Raad bindend. In de literatuur wordt wel gesteld dat die binding strijdig is met de interne rechterlijke onafhankelijkheid. Anders dan in Nederland is die onafhankelijkheid in Duitsland een harde rechtsregel. Verhindert deze dat Duitse rechters gehouden zijn rechtersregelingen toe te passen?

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140569

Tussen kunst en criminaliteit: de Nederlandse anti-witwas- en anti-terrorismewetgeving zoals toegepast op de kunsthandel

A.M. de Jong

Post thumbnail De illegale kunsthandel zou de meest lucratieve illegale handel zijn na de handel in wapens en drugs. Of dit waar is, is onbekend. Ondertussen is de Nederlandse kunsthandelaar – mede op basis van Europese wetgeving – wel al deelgenoot gemaakt in onder andere de strijd tegen witwassen en financiering van terrorisme via de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Helaas verdient de manier waarop dit is gebeurd bepaald geen schoonheidsprijs.

Bijzonder nummer | Kunst & Recht
juli 2023
AA20230590

Twijfel zaaien en nadeel­compensatie oogsten

Over bewijswaardering en nadeelcompensatie

B.P.M. van Ravels

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100543

Uitgangspunten van een rechtsvergelijkende theorie: een paradigma voor de lage landen

Th.M. de Boer

In de theorie van de rechtsvergelijking wordt nog heftig gedebatteerd over fundamentele vragen. Wat is rechtsvergelijking, en wat niet? Wat is het doel of nut van rechtsvergelijking? Welke methoden moeten er in rechtsvergelijkend onderzoek worden gehanteerd? Zolang de theoretici niet een zekere mate van overeenstemming over de uitgangspunten hebben bereikt, bevindt de rechtsvergelijking zich nog in een 'pre-paradigmatische fase'. In dit artikel wordt onderzocht hoe ver we gevorderd zijn met de ontwikkeling van een aannemelijke rechtsvergelijkende theorie.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940303

Uitleg van commerciële contracten en de entire agreement clause

M.P.L. Schaink

In het handelsverkeer zijn partijen erbij gebaat om op voorhand te weten hoe schriftelijke afspraken die zij maken zullen uitwerken. Daarom wordt vaak aangevoerd dat commerciële contracten naar de letterlijke tekst moeten worden uitgelegd. Hoe kijkt de Hoge Raad aan tegen de taalkundige interpretatiemethode? En in hoeverre wijst de zogenaamde entire agreement clause in die richting?

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150632

Resultaat 409–420 van de 475 resultaten wordt getoond