W.H. Claassen, Ph.H.J.G. van Huizen
Het is geenszins ongebruikelijk dat in vervoersovereenkomsten, in het bijzonder van het zeevervoer, arbitrage is overeengekomen. Vervoer, als onderdeel van het handelsverkeer, wordt gekenmerkt door meer partijen verhoudingen. Meestentijds zal niet de contractpartij van de vervoerder maar een derde gelegitimeerd zijn tot uitlevering van de vervoerde zaken. En dan rijst de vraag of deze derde gerechtigde een tussen de vervoerder en zijn contractspartij (de afzender) overeengekomen arbitrageclausule kan worden tegengeworpen. Deze vraag doet zich in het bijzonder voor bij zeevervoer onder cognossement. Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met zowel waardepapierrechtelijke als procesrechtelijke beginselen.
Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020544