Resultaat 913–924 van de 1270 resultaten wordt getoond
J. Riphagen
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 28 maart 2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AB0761, RSV 2001, 122; JAR 2001/67 De WW-uitkering van betrokkene, wiens arbeidsovereenkomst per 1 april 1999 wan geëindigd, werd door het Lisv tot 1 september opgeschort met toepassing van art. 16 lid 3 WW. Naar het oordeel van de CRvB dient echter de verlengde opzegtermijn voor oudere werknemers, zoals deze voor 1 januari 1999 gold, niet te worden betrokken bij de toepassing van dit artikelonderdeel. Wel valt onder de `rechtens geldende termijn´ (van opzegging) ook de aanzegtermijn van art. 7:672 lid 1 BW.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2001AA20011004
R.M. Wibier
Hoge Raad 10 oktober 2014, nr. 13/02588, ECLI:NL:HR:2014:2929 (ING/De Keijzer)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2015AA20150480
J.M. van Bemmelen
Hoge Raad 18 maart 1952, ECLI:NL:HR:1952:1 (Kleurloos opzet), Hoge Raad 18 maart 1952, ECLI:NL:HR:1952:199
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1952AA19520044
J. de Hullu
Hoge Raad 15 oktober 1996, nr. 102826, ECLI:NL:HR:1996:ZD0139, NJ 1997, 199 m.n.'tH (Porsche) Zeer gevaarlijk rijgedrag dat tot een ongeval met dodelijke slachtoffers leidt, kan (in theorie) tot aansprakelijkstelling voor opzettelijke levensberoving leiden. Indien het echter gaat om een geval waarbij de verdachte ook zelf aanmerkelijk levensgevaar heeft gelopen moet de rechter in zijn oordeel betrekken, dat behoudens aanwijzingen voor het tegendeel niet waarschijnlijk is dat de verdachte de aanmerkelijke kans van een dodelijk ongeval inderdaad heeft aanvaard. Een nadere bewijsmotivering kan dan niet worden gemist.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 1997AA19970438
Th.C.J.A. van Engelen
Hoge Raad 28 september 2018, nr. 17/01264, ECLI:NL:HR:2018:1775, IEPT20180928, BIE 2018/34, m.nt. W.J.G. Maas, NJ 2019/70, m.nt. Ch. Gielen en A.I.M. van Mierlo, IER 2019/5, m.nt. F.W.E. Eijsvogels (Organik/Dow Chemical)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2019AA20190687
Hoge Raad 14 augustus 2015, nrs. 14/01612 en 14/01605, ECLI:NL:HR:2015:2192, NJB 2015/1488; JOR 2015/52 m.nt. A. Steneker (Glencore/Nationale Borg en Zeeland Seaports). Ook bekend als Zalco.
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2015AA20150888
R.D. Vriesendorp
Hoge Raad 17 januari 2003, nr. C01/162HR, ECLI:NL:HR:2003:AF0168, LJN AF0168 (Oryx/Van Eesteren) Dit arrest geeft een overzicht van het terrein van de overdracht en de daarop gebaseerde verpanding, met als bijzonderheid dat de blik alleen op Nederland is gericht, iets wat in de toekomst wel eens nadelig zou kunnen uitpakken.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 2003AA20030191
A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 18 oktober 2013, nr. 12/03380, ECLI:NL:HR:2013:983 Familie- en erfrecht. Erfdeel onder testamentair bewind totdat erfgenaam 22 jaar is. Renteopbrengsten van onder bewind gesteld vermogen. Burgerlijke vrucht (art. 3:9 lid 2 BW). Ouderlijk vruchtgenot over renteopbrengsten (art. 1:253l BW). Opeisbaarheid renteopbrengsten. Testamentair bewind en bevoegdheid testamentair bewindvoerder (art. 4:162, 171 lid 1 en 175 lid 1, aanhef en onder b, BW).
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2014AA20140034
M.J.A. van Mourik
Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 6952, ECLI:NL:HR:1986:AC9283, RvdW 1986, nr. 62; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 6954, ECLI:NL:HR:1986:AC9285, RvdW 1986, nr. 64; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 7023, ECLI:NL:HR:1986:AC9284, RvdW 1986, nr. 63; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 7024, ECLI:NL:HR:1986:AC9286, RvdW 1986, nr. 65
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860554
M.E. Storme
Arbitragehof 21 maart 1995 Arbitragehof 15 mei 1996 In deze noot wordt ingegaan op twee uitspraken van de hoogste Belgische rechter inzake de ongrondwettelijkheid van verjaringstermijnen in onderscheidenlijk een strafzaak en civiele zaak. In de noot worden achtergronden geschetst en de problemen rondom veranderende verjaringstermijnen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1996AA19960650
F.C.M.A. Michiels
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 14 januari 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO1644, JB 2004, nr. 200303297/1, 101 m.nt. C.L.G.F.H. Albers In onderstaand arrest kwam aan de orde of bestuurlijk gedogen nog wel als iets juridisch kan worden gezien, want wanneer dit niet het geval is staat tegen een besluit om wel of niet te gedogen geen beroep open bij de bestuursrechter.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2004AA20040438
A.A.H. van Hoek
Hoge Raad 26 september 2014, nr. 13/04272, ECLI:NL:HR:2014:2838, JIN 2014/197 m.nt. M. Teekens; JOR 2014/350 m.nt. C.G. van der Plas (Gazprombank/Bensadon)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2015AA20150502