Vermogensrecht

Resultaat 481–492 van de 592 resultaten wordt getoond

Repliek

J.H. Nieuwenhuis

Marcel Ruygvoorn reageert op de canonbijdrage van J.H. Nieuwenhuis uit april 2010 over Plas/Valburg. Met nawoord van J.H. Nieuwenhuis.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2010
AA20100740

Reuser q.q./Postbank

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 22 april 2005, nr. C04/031HR, ECLI:NL:HR:2005:AS2688, RvdW 2005, 62, JIN 2005, 238 (Reuser q.q./Postbank) Een derde beslagene is niet bevoegd tot verrekening van een schuld en een vordering nadat er op de vordering beslag is gelegd. Daar bestaan echter op grond van art. 6:130 lid 2 BW uitzonderingen op. De vraag is ook nog aan de orde in hoeverre faillissement op deze situatie invloed heeft.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2006
AA20060363

Risicoaansprakelijkheden. Over verwachtingen, ontwikkelingen en verwachtingen

A.N.L. de Hoogh, S.D. Lindenbergh

Post thumbnail

Twintig jaar aansprakelijkheidsrecht is eigenlijk met geen pen te beschrijven. De verrassingen kwamen niet zozeer voort uit de invoering van het nieuwe recht in 1992, maar zijn veeleer het gevolg van baanbrekende rechtspraak. Het risico van uitbreiding van aansprakelijkheid dat bij de invoering van de nieuwe regeling inzake kwalitatieve aansprakelijkheden werd voorzien heeft zich niet op grote schaal verwezenlijkt. Behoedzame interpretatie door de rechter heeft ertoe geleid dat de zelfstandige betekenis van de regeling inzake kwalitatieve aansprakelijkheden naast de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad beperkt is gebleven.

Rode draad | 20 jaar Nieuw BW
september 2012
AA20120669

Rond Srebrenica: de zorgplicht in tijden van oorlog

A.G. Castermans, C.W. Demper

Hoge Raad 19 juli 2019, nr. 17/04567, ECLI:​NL:​HR:​2019:​1223, NJ 2019/356, m.nt. A.G. Castermans & C.W. Demper (Mothers of Srebrenica)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2019
AA20190981

Representativiteit van procederende belangenorganisaties in algemeenbelangacties

R.A.J. van Gestel, D. Pistora

Post thumbnail Recent aangenomen moties in de Tweede Kamer illustreren de wens om strengere eisen te stellen aan belangenorganisaties die algemeenbelangacties ex artikel 3:305a BW willen starten. In deze bijdrage onderzoeken wij de aannames waarop de aanscherping van die representativiteitseis zijn gebaseerd en in hoeverre de risico’s die zich voordoen bij massaschadezaken ook hierbij spelen. Vervolgens kijken we in hoeverre soortgelijke risico’s zich voordoen in landen als India en Zuid-Afrika, waar geen representativiteitseis geldt. Onze conclusie luidt dat de aannames die aanleiding vormen voor strengere representativiteitseisen goeddeels ongegrond zijn, omdat de risico’s die daarmee voorkomen zouden moeten worden zich hierbij niet of nauwelijks voordoen. Integendeel, het aanscherpen van de toegang tot de rechter doet waarschijnlijk meer kwaad dan goed.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240660

Revindicatie na pakjesavond

J. Klijnsma

In dit amusante redactionele artikel wordt aan de hand van een Sinterklaasverhaal ingegaan op de schenking, eigendomsvoorbehoud en derdenbescherming.

Opinie | Redactioneel
december 2007
AA20070929

Risicoverzwaring bij schadeverzekeringen

R. Feunekes

Dit proefschrift gaat over de verzwaring van de risco`s bij verzekeringen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2002
AA20020364

Royal & Sun Alliance-Universal Pictures: redelijkheid en billijkheid als fundament voor een proportionele benadering

T. Hartlief

Hoge Raad 17 februari 2006, nr. C04/322HR, ECLI:NL:HR:2006:AU9717, LJN: AU9717, NJ 2006, 378 (Royal & Sun Alliance/Universal Pictures) Uitleg van overeenkomsten. Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2007
AA20070358

Restirolo-arrest

P.A. Stein

Hoge Raad 20 december 1974, ECLI:NL:HR:1974:AC5519, NJ 1975, 230 (BV Tamboer/BV Luxor Plastics). Ook bekend als Restirolo-arrest.

september 1975
AA19750556

Revindicatie van data in de cloud

E.F. Verheul

Post thumbnail

Databestanden worden in toenemende mate opgeslagen in de cloud. Daardoor ontstaat een scheiding tussen feitelijke macht over het databestand en belang bij het desbetreffende bestand. In een zodanig geval rijst de vraag wat voor aanspraken degene heeft die het bestand heeft opgeslagen in de cloud, in het bijzonder in het faillissement van de cloudaanbieder. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is om databestanden op te vorderen in faillissement en welke rol daarbij is weggelegd voor het goederenrecht.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180578

Roerend of onroerend? Een onderzoek naar de goederenrechtelijke kwalificatie van telecomkabels

E. Mak

Een arrest van het Hof Den Haag van 2 maart 2000 heeft aanleiding gegeven tot heropening van de discussie over het goederenrechtelijke karakter van telecomkabels, dat met name fiscaalrechtelijk van belang is. In dit artikel wordt onderzocht of in de grond aangelegde telecomkabels moeten worden gekwalificeerd als roerend dan wel als onroerend. Een analyse van de relevante artikelen uit het BW in samenhang met artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet leidt tot de conclusie dat telecomkabels moeten worden aangemerkt als onroerende zaken.

Verdieping | Studentartikel
januari 2002
AA20020006

Ruime opvatting van alternatieve causaliteit: als kans op veroorzaking van gehele schade. Amerikaanse toestanden?

J.M. van Dunné

Hoge Raad 31 januari 2003, nr. C01/174HR, ECLI:NL:HR:2003:AF1301, NJ 2003, 346, m.nt. Vranken, RvdW nr. 30 (Drewel c.s./AMEV Schadeverzekering N.V.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op het leerstuk van de alternatieve causaliteit in het geval dat de causaliteit moeilijk kan worden vastgesteld maar waarbij causaliteit wel een voorwaarde voor aansprakelijkheid is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2003
AA20030765

Resultaat 481–492 van de 592 resultaten wordt getoond