Vermogensrecht

Resultaat 265–276 van de 591 resultaten wordt getoond

Fiduciaire overdracht in het Nederlandse BW, de Franse Code civil en de Europese Draft Common Frame of Reference

S. de Groot, A.F. Salomons

Arthur Salomons en Selma de Groot bespreken in deze bijdrage de consequenties van een mogelijke schrapping van het fiduciaverbod door de problemen waartoe het fiduciaverbod in Nederland aanleiding geeft af te zetten tegen de situatie in Frankrijk, waar onlangs wel is overgegaan tot aanpassing van het burgerlijk recht door introductie van de fiducie. Ook zullen zij nagaan hoe de Nederlandse en de Franse regelingen ter zake zich verhouden tot het zekerhedenregime als voorgesteld in de Europese Draft Common Frame of Reference.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
mei 2011
AA20110383

Finad-Worst

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juni 1995, nr. 15701, ECLI:NL:HR:1995:ZC1748, RvdW 1995, 129 (Finad/Worst c.s) Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot waarin de aandelenfusie centraal staat. Meer in het bijzonder zijn er problemen gerezen rondom de waardering van de aandelen van de over te nemen BV. In de zaak gaat het erom in hoeverre de account verantwoordelijk kan worden gehouden voor geleden schade als gevolg van een onjuiste weergave van de activa en passiva van de onderneming.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1995
AA19950959

Finale kwijting in het geding (Van Meurs-Ciba-Geigy)

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 27 maart 1992, nr. 14504, ECLI:NL:HR:1992:ZC0555, NJ 1992, 377 (Van Meurs/Ciba-Geigy) In dit arrest en de bijbehorende noot van de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre er nog een vordering kan worden ingesteld nadat er door de twee conflicterende partijen dading is overeengekomen en finale kwijting. De eisende partij stelt dat de overeenkomst van dading vernietigbaar is wegens een aantal wilsgebreken (bedrog, dwang en misbruik van omstandigheden). Het beroep op dwang wordt aanvaard door de Hoge Raad en verwijst de zaak terug. De Hoge Raad schetst onder welke (feitelijke) omstandigheden dwang kan worden aangenomen wat de overeenkomst vernietigbaar maakt. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920605

Financiële verslaggeving: een civielrechtelijke handhaving en een publieke taakstelling

M.A.M. Wagemakers

Een uiteenzetting van de financiële verslaglegging, waarbij de nieuwe wetgeving wordt besproken.Waarbij wordt gedacht om, zoals in het buitenland al veel gebeurd, een publieke toezichtcomponent te ontwikkelen.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2004
AA20040236

Financiëlezekerheidsovereenkomsten

T.R.M.P. Keijser

Dit proefschrift behandeld de manieren waarop financiële zekerheid kan worden verschaft, met name de invloed die de Europese richtlijn betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten op deze zekerheidsverschaffing heeft.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2006
AA20060835

Forward Airways. Rechtsvraag (330) Luchtrecht

F.A. van Bakelen

Aan de hand van een geschetste casus worden enkele vragen gesteld en deze worden dan vervolgens uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
november 2006
AA20060847

Franse Kalimijnen (MDPA-BIER c.s.)

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 23 september 1988, nr. 13303, ECLI:NL:HR:1988:AD5713 (MDPA-BIER c.s.). Ook bekend als Franse Kalimijnen. Arrest en bij behorende zaak in het bekende Kalimijnen-zaak. De vraag was in hoeverre Franse kalimijnhouders onrechtmatig handelen jegens stroomafwaarts werkende personen door in het water van de Rijn schadelijke stoffen te lozen welke stoffen schadelijk inwerken op de goederen van de stroomafwaarts werkende agrariërs. De Hoge Raad oordeelt dat er in strijd wordt gehandeld met datgene wat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. In de noot wordt op vele aspecten van de zaak in gegaan zoals de bevoegde rechter en het toepasselijke recht volgens Nederlands IPR. Verder wordt er nog in gegaan op de aansprakelijkheidskwestie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1989
AA19890874

Gasboringen in Groningen en de aansprakelijkheid van de NAM

J.M. Emaus, E.C. Gijselaar, R. Rijnhout

Post thumbnail

In deze bijdrage verkennen de auteurs wat de juridische verantwoordelijkheid is van de NAM ten aanzien van door de inwoners van Groningen geleden schade ontstaan door bevingen die vworden veroorzaakt door gasboringen. Hierbij beperken zij zich niet alleen tot het Nederlandse buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht, maar zij betrekken ook rechtspraak van het EHRM.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2014
AA20140801

Gastels bedrijfspand

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 13 april 2001, nr. C99/208HR, ECLI:NL:HR:2001:AB1059, NJ 2001, 32 (Braat/Ros). Ook wel bekend als Gastels bedrijfspand. Het onderhavige geval ging om de vraag of bijeen overeenkomst tot koop en verkoop van een onroerende zaak — een bedrijfspand te Oud Gastel — de uitsluiting van de bevoegdheden tot ontbinding en vernietiging heeft te gelden als een gebruikelijke voorwaarde waaronder zulke overeenkomsten plegen te worden gesloten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2002
AA20020089

Geerts-Ten Dam

J. Hijma

Hoge Raad 12 oktober 1990, nr. 13990, ECLI:NL:HR:1990:AC2674, RvdW 1990, 174 (Geerts/Ten Dam) In deze uitspraak en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de leer van de risico-aanvaarding en eigen schuld. De casus die hiertoe aanleiding heeft gegeven is er een die tot de verbeelding spreekt. De vraag is in hoeverre er van een passagier die weet heeft van het alcoholgebruik van een bestuurder van een auto sprake is van risico-aanvaarding bij een ongeluk of dat er dan sprake is van eigen schuld en de schade als gevolg van een correctie in het geheel voor de rekening komt van de passagier. De eerste vraag wordt niet besproken door de Hoge Raad maar komt in de noot voldoende naar voren. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van eigen schuld maar dat het niet klopt dat een benadeelde geen enkele schadevergoeding ontvangt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1991
AA19910338

Geestelijk letsel bij smartengeld: in het algemeen geen in de psychiatrie erkend ziektebeeld vereist

A.M. Overheul

Deze bijdrage gaat over het vereiste van ‘geestelijk letsel’ bij de vergoeding van immateriële schade. Is voor het aannemen van geestelijk letsel in de context van de persoonsaantasting vereist dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld? Lange tijd werd gedacht van wel. Recent sprak de Hoge Raad de verhelderende woorden dat dit niet het geval is.

Rode draad | Recht & Geest
oktober 2021
AA20210944

Geluk is geen recht

J.E. Goldschmidt

Opiniërend artikel waarin vragen worden gesteld over de wenselijkheid van claims rondom problemen van medische aard. De auteur vraagt zich af of alles wat mogelijk is op medisch gebied ook zo maar moet kunnen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 1995
AA19950771

Resultaat 265–276 van de 591 resultaten wordt getoond