Strafprocesrecht

Herziening jeugdstraf(proces)recht

G.A.L. Staring

Op 21 september 1989 is wetsvoorstel 21327 aangeboden aan de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de herziening van het jeugdstraf(proces)recht. Hoewel dit voorstel bijdraagt aan een verbeterde rechtspositie van de minderjarige in het jeugdstraf(proces)recht, is er ook kritiek geuit. In dit artikel wordt op onderdelen van het wetsvoorstel nader ingegaan. Zo komen aan bod: het vervolgingscriterium, de dubbelrol van de kinderrechter, het driehoeksoverleg, de verplichte verschijning, de openbaarheid van de zitting, het sanctiepakket en alternatieve sancties.

Verdieping | Studentartikel
juni 1990
AA19900365

Het adolescentenstrafrecht

Een flexibel sanctiestelsel voor jongvolwassenen

M.A.H. Kempen

Op 1 april jl. trad de Wet invoering adolescentenstrafrecht in werking. Met de invoering van het adolescentenstrafrecht wordt voorzien in een flexibel sanctiestelsel voor jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. In deze bijdrage wordt het ontstaan van deze wet en de wijzigingen die deze met zich brengt beschreven.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2014
AA20140482

Het beroep van officier van justitie

L.Ph. den Hollander

De officier is in het dagelijks leven vooral bezig met drie dingen: het leiding geven aan de opsporing, het samen met ketenpartners zorg dragen voor een op elkaar afgestemde handhaving, en natuurlijk het afdoen van strafzaken. Als ik hier spreek over de officier gaat het overigens veelal over de officier, bijgestaan door andere parketmedewerkers, die deels in mandaat voorbereidend en ondersteunend werk voor hem of haar (vaak: haar) verrichten.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2007
AA20070174

Het bewijs in het bestuursrecht en het strafrecht. Een korte interne rechtsvergelijking

A.R. Hartmann

De handhaving van het recht door middel van het bestuursrecht staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. Door de verantwoordelijkheid van het bestuur terzake van de handhaving te benadrukken, neemt het bestuursrecht meer en meer de handhavende taak over van het strafrecht, waardoor het onderscheid tussen beide rechtsgebieden steeds diffuser wordt. In deze bijdrage wordt in het kader van de Rode draad 'Bewijs en Bewijsrecht'het bewijs in het bestuursrecht en het strafrecht op enkele onderdelen onderling vergeleken.

Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Verdiepend artikel
april 1999
AA19990217

Het de auditu-arrest

HR 20 december 1926, NJ 1927, 85

M.J. Borgers

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
december 2009
AA20090838

Het EHRM slaat geen nieuwe piketpaaltjes in het relatierecht.

Geen schending artikel 8 EVRM door beperking van het verschoningsrecht tot formele relaties

W.M. Schrama

Post thumbnail Het Nederlandse strafprocesrecht kent in artikel 217 aanhef en onder 3 Sv alleen een verschoningsrecht toe aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot in de derde graad en aan de (voormalig) echtgenoot of (voormalig) geregistreerd partner, maar niet aan informele samenleefrelaties. Ongehuwd samenlevende partners moeten dus getuigen, ook als dat strafrechtelijk gezien in het nadeel van hun partner is. Een zaak waarin dit zich voordeed is voorgelegd aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat in april 2012 uitspraak heeft gedaan. Deze beslissing staat in dit artikel centraal.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2013
AA20130281

Het Forum humane tenuitvoerlegging levenslange gevangenisstraf

W.F. van Hattum

In dit artikel beschrijft Wiene van Hattum de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf vanaf de jaren 50 tot heden. In het laatste decennium is een omslag te zien; resocialisatie en een menswaardige behandeling staan niet langer voorop. Deze omslag was de aanleiding voor het oprichten van het Forum Levenslang: een groep deskundigen op het gebied van strafrechtspleging en -toepassing die door onder andere het geven van lezingen en het publiceren van artikelen hopen politici en rechters te overtuigen van de noodzaak tot bijstelling van het beleid.

Perspectief | Perspectiefartikel
april 2012
AA20120312

Het handhavingsonderzoek (Digitaal boek)

Behoren het handhavingstoezicht, het boeteonderzoek en de opsporing verschillend te worden genormeerd? Een interne rechtsvergelijking

O.J.D.M.L. Jansen

Post thumbnail Behoren het handhavingstoezicht, het boeteonderzoek en de opsporing verschillend te worden genormeerd? Bij de beantwoording van deze vraag komt een aantal normen uit de beginselen van behoorlijk bestuur - deze beginselen normeren ook de opsporing - en uit artikel 6 EVRM, alsmede het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan de orde.

9789069163215 - 12-02-1999

Het journalistiek verschoningsrecht

G.R. Rutgers

Hoge Raad 10 mei 1996, nr. 8722, ECLI:NL:HR:1996:ZC2072, RvdW 1996, 112C (Van den Biggelaar c.s./Dohmen en Langenberg); Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 27 maart 1996, Application no. 17488/90, ECLI:CE:ECHR:1996:0327JUD001748890, RvdW 1996, 78 (Goodwin v. The United Kingdom) Uitspraak van de Hoge Raad die in samenspraak wordt besproken met een arrest van het EHRM van 27 maart 1996 waarin is besloten dat een journalist zijn bron niet hoeft vrij te geven bij een (voorlopig) getuigenverhoor op grond van art. 10 EVRM.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1996
AA19960696

Het legaliteitsbeginsel in Straatburgs perspectief

J. de Hullu

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 22 november 1995, Application no. 20190/92, ECLI:CE:ECHR:1995:1122JUD002019092 (C.R. v. the United Kingdom) Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan gewijzigde om¬standigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1996
AA19960508

Het OM gestraft, de verdachte beloond?

J.A. Bomhoff, B. Degelink

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de sanctie van niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bij ernstige schending van rechten van de verdachte en schending van het wettelijk systeem bij strafzaken. De redactieleden betogen dat deze niet-ontvankelijkheid echter niet te snel moet worden ingezet om het openbaar ministerie te sanctioneren bij onrechtmatig handelen.

Opinie | Redactioneel
juli 2001
AA20010525

Het ontwerp wetsvoorstel computercriminaliteit III

M.E. Buwalda, N.J.M. Kwakman

Post thumbnail De samenleving wordt steeds vaker geconfronteerd met ernstige vormen van computercriminaliteit. Dat vraagt om nieuwe, speciaal daarop toegesneden, straf(proces)rechtelijke instrumenten. Daartoe worden in het ontwerp wetsvoorstel Computercriminaliteit III verstrekkende bevoegdheden toegekend aan politie en justitie. De vraag is of een doelmatige bestrijding van ernstige computercriminaliteit de daarmee gepaard gaande inbreuken op fundamentele rechten, zoals het nemo tenetur-beginsel, voldoende rechtvaardigt.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2014
AA20140009