Staatsrecht / constitutioneel recht
Resultaat 361–372 van de 433 resultaten wordt getoond
Schieten met carbid, dat gaat zomaar niet! Rechtsvraag (350) Staats- en bestuursrecht
G. Boogaard
Beantwoord vóór 1 november 2021 deze rechtsvraag en maak kans op de hoofdprijs van € 200! Alle serieuze inzenders mogen een boek van Ars Aequi Libri uitkiezen.
Advertorial
“Word jij mijn nieuwe collega?”
Werk je op dit moment als jurist, maar ben je toe aan een nieuwe uitdaging, of kom je net uit de collegebanken? De hoogste algemene bestuursrechter heeft volop ruimte voor talentvolle juristen. De Raad van State biedt je een fijn salaris, goede secundaire arbeidsvoorwaarden en een prettige, informele werksfeer. De mogelijkheid om op afstand te werken zorgt daarnaast voor een plezierige balans tussen werk en privé.
Het werk
Je schrijft conceptuitspraken die direct effect hebben op de samenleving. De uitbreiding van de Efteling, de behandeling van asielverzoeken van lhbti+’ers en het verhuren van woningen via Airbnb. Het is maar een kleine greep uit de zaken waarin de Afdeling bestuursrechtspraak de afgelopen tijd uitspraak heeft gedaan. Heel diverse zaken en alle op hun eigen manier relevant. Als jurist bij de directie Bestuursrechtspraak kun jij dagelijks een steentje bijdragen aan het ontwikkelen van bestaande en nieuwe toonaangevende jurisprudentie.
Meer informatie of direct solliciteren?
Wil je meer informatie over de vacature ‘Jurist Bestuursrechtspraak’?
Ga naar raadvanstate.nl/werkenbij of neem contact op met Erik van Tielraden, unithoofd directie Bestuursrechtspraak: 070 - 426 4617. We komen graag met je in contact.
Perspectief | Rechtsvraag
september 2021
AA20210871
Resultaat 361–372 van de 433 resultaten wordt getoond





Recent aangenomen moties in de Tweede Kamer illustreren de wens om strengere eisen te stellen aan belangenorganisaties die algemeenbelangacties ex artikel 3:305a BW willen starten. In deze bijdrage onderzoeken wij de aannames waarop de aanscherping van die representativiteitseis zijn gebaseerd en in hoeverre de risico’s die zich voordoen bij massaschadezaken ook hierbij spelen. Vervolgens kijken we in hoeverre soortgelijke risico’s zich voordoen in landen als India en Zuid-Afrika, waar geen representativiteitseis geldt. Onze conclusie luidt dat de aannames die aanleiding vormen voor strengere representativiteitseisen goeddeels ongegrond zijn, omdat de risico’s die daarmee voorkomen zouden moeten worden zich hierbij niet of nauwelijks voordoen. Integendeel, het aanscherpen van de toegang tot de rechter doet waarschijnlijk meer kwaad dan goed.