Resultaat 121–132 van de 1169 resultaten wordt getoond
T.H.D. Struycken
De floating charge van Engelse origine en het Amerikaanse regime van Article 9 Uniform Commercial Code geven te denken over twee aspecten van het Nederlandse zekerhedenrecht: bepaalbaarheid en publiciteit. Over de mate waarin de zekerheidsobjecten dienen te worden bepaald bij de vestiging van zekerheidsrechten in het Nederlandse recht, blijkt weinig met zekerheid te kunnen worden gezegd; het bekende Sio-arrest is een te zwakke basis voor de ‘heersende mening’ omtrent verpanding van roerende zaken. Verder steekt het stil pandrecht schril af bij het publiciteitsregime van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht. Er is reden te denken dat het publiciteitsloze pandrecht in strijd is met Europees mededingingsrecht. Bovendien sluit de juridische dogmatiek van het zekerhedenrecht slecht aan bij de realiteit van de kredietwereld.
Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans rechtmei 1998AA19980417
I. Giesen
De bewijswaardering is in de nederlandse literatuur over het burgerlijk procesrecht geen populair onderwerp, hoewel het in de praktijk wel zeer belangrijk is. In het onderhavige artikel wordt daarom getracht dit begrip nader te omschrijven. Gezocht wordt naar 'scherpere' normen dan de vage notie van 'een redelijke mate van zekerheid' die meestal ingeroepen wordt.
Rode draad | Bewijs en bewijsrecht | Verdieping | Verdiepend artikelseptember 1999AA19990623
J.H.A. Lokin
In dit artikel, behorende bij de Rode draad 2009 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op het woord canon en wordt de rode draad ingeleid en uitgelegd. Daarbij gaat Lokin in op de 'Canon van Nederland' die in vijftig vensters de hoofdlijnen van de Nederlandse geschiedenis weergeeft. Lokin vraagt zich af of juristen afzijdig kunnen blijven bij alle verschijningen van canons op velerlei gebied. Zeven hoogleraren bespreken in de volgende afleveringen van Ars Aequi 50 gebeurtenissen en/ of personen beschreven die voor het geldende Nederlandse recht van zo grote betekenis zijn (geweest) dat iedere jurist een gesprek erover zou moeten kunnen beginnen met iedere andere jurist zonder dat hij hoeft uit te leggen wie of wat.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtfebruari 2009AA20090130
M.J. De Boeck, A.I. Elvan
In dit interview met cassatieadvocaat mr. Philip Fruytier staat het werk van de cassatieadvocaat in civiele zaken centraal. Waar houdt de cassatieadvocaat zich dagelijks mee bezig en wat maakt het werk spannend? Daarnaast komen enkele ontwikkelingen op het gebied van cassatie aan bod en wordt een uitstapje gemaakt naar procederen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Perspectief | Interviewdecember 2023AA20230994
W.J. Zwalve
In deel 7 van de Rode draad 'Canon van het recht' gaat Zwalve aan de hand van de civielrechtelijke codificaties vanaf de Bataafse republiek in op het belang van codificaties bij natievorming.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtjuni 2009AA20090413
In dit artikel wordt de rechtenstudie in de Oudheid vergeleken met de retorica in de Oudheid. De juridische opleiding was geschikt om later een groot vermogen te kunnen verdienen maar stond in vergelijking met de de retorica in een lager aanzien.
juli 2007AA20070560
A.F.M. Brenninkmeijer
Eén van de drogredenen in de logica vormt de uitgesloten derde. Een keuze wordt gemaakt tussen A en B, terwijl de derde oplossing C niet genoemd is. Zoals de uitgesloten derde in de logica tot drogredeneringen kan leiden, zo geldt ook voor het recht dat het uitsluiten van derden bij rechtsverhoudingen afbreuk doet aan een goede rechtsontwikkeling. De ontmaskering van de juridische drogreden van de uitgesloten derde, kies ik daarom als adagium voor deze bijdrage.
Bijzonder nummer | De derde in het rechtmei 1997AA19970267
K.J. Krzeminski, M.C.A. van den Nieuwenhuijzen
In de bundel worden fundamentele rechtsfiguren o.a. bezit, dwaling, eigendomsvoorbehoud en onrechtmatige daad vanuit hun oorsprong in het Romeinse recht besproken.
9789069166636 - 22-09-2009
H. Gieske
Dit artikel onderzoekt de tot dusver onbekende beweegredenen van het Londense kabinet dat op 22 mei 1943 een dubbele nationaliteit invoerde in geval iemand een vijandelijke nationaliteit verkreeg door naturalisatie of door huwelijk met een vijandelijke onderdaan. De Nederlandse nationaliteit ging door toedoen van het koninklijk besluit dan niet meer automatisch verloren. Bezien wordt hoe na de oorlog met de dubbele nationaliteit is omgegaan. Vooral wat de huwelijken van vrouwen betrof bleef Besluit D16 onbegrepen rondspoken.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2025AA20250697
E. Koops
In een nieuwe reeks columns, ‘Romeinen’, schrijven Egbert Koops en Jelle Jansen beurtelings over het leven en werk van Romeinse juristen. In deze eerste aflevering is de eerste hofjurist van Rome aan de beurt: zwemliefhebber Gaius Trebatius Testa.
Perspectief | Columnseptember 2021AA20210867
G.T.M.J. Raaijmakers
Met de dogmatische scheiding tussen bet verbintenissenrecht en het goederenrecht is de trust tot op de dag van vandaag steeds als aparte rechtsfiguur uit het Nederlandse recht geweerd. Pitlo zei over deze scheiding echter al: 'te gecompliceerd in het maatschappelijk leven, dan dat de kernvragen van het burgerlijk recht in een sobere, enkelvoudige zin tot oplossing zouden zijn te brengen. De sobere zin kan hoogstens het uitgangspunt vormen voor nadere overdenking." Dit blijkt duidelijk bij het denken over normen met betrekking tot de Nederlandse trust-achtige verhouding. In dit verband kan veel worden geleerd van het Engelse recht.
Bijzonder nummer | Rechtsvergelijkingmei 1994AA19940331