J. Krommendijk, J. Langer
Op grond van artikel 267 VWEU zijn de hoogste nationale rechters verplicht om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen bij twijfel over de uitleg of geldigheid van het Unierecht. De laatste jaren is er veel te doen over deze verwijzingsplicht, mede als gevolg van niet-eenduidige rechtspraak van het Hof hierover (de ‘Cilfit-controverse’). De hoogste Nederlandse rechters gaan verschillend om met deze plicht en betrekken ook niet juridisch-inhoudelijke en soms strategische overwegingen bij een verwijzingsbesluit. Het is de vraag of artikel 267 VWEU en de rechtspraak van het Hof die ruimte bieden.
Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2019
AA20190469