Intellectuele-eigendomsrecht
Resultaat 1–12 van de 279 resultaten wordt getoond
Artificiële intelligentie en octrooi – een oplossing voor een niet bestaand probleem?
Th.C.J.A. van Engelen
Europees Octrooibureau (onderzoeksbureau) 27 januari 2020, identieke beslissingen tot weigering van octrooiaanvragen voor door artificiële intelligentie gedane uitvindingen EP18275163 en EP18275174 Zie de volledige uitspraak: EP18275163 en EP18275174
Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2020
AA20200484
Resultaat 1–12 van de 279 resultaten wordt getoond





Iemand die op Google naar een BlackBerry zoekt, zou wel eens ook geïnteresseerd kunnen zijn in een iPhone. Dus een handelaar in iPhones zou wel eens geïnteresseerd kunnen zijn in een AdWord bij de zoekterm ‘BlackBerry’. ‘BlackBerry’ is echter ingeschreven als merk. En natuurlijk wil de merkhouder niet dat internetgebruikers een gesponsorde koppeling voor iPhones te zien krijgen wanneer zij op ‘BlackBerry’ zoeken. Het Hof van Justitie heeft zich recent uitgelaten over de vraag wanneer een merkhouder zich tegen dergelijke gesponsorde koppelingen kan verzetten. Het Hof wekt daarbij de indruk het de merkhouder lastig te maken op te treden tegen dergelijk gebruik. Maar wie de arresten goed leest, ziet dat de positie van de merkhouder zo zwak nog niet hoeft te zijn. Het Hof blijkt het vooral juristen lastig gemaakt te hebben.
Kunstmatige intelligentie (AI) wordt veelvuldig in verband gebracht met een bedreiging van de kunst, zowel door het gebruik van kunstwerken als trainingsdata, als door de geautomatiseerde output met werken die met kunstwerken zouden concurreren. Maar zijn deze zorgen terecht? In dit artikel over AI, kunst en auteursrecht worden de begrippen kunst en werk besproken in relatie tot AI en tot het auteursrecht. De moeizame kwalificatie en hanteerbaarheid van het kunstbegrip in het auteursrecht en in het bijzonder de bezwaarlijke kwalificatie van niet aan een menselijke maker te relateren AI-voortbrengselen als kunstwerk en als auteursrechtelijk beschermd werk komen naar voren. Naast de aandacht voor de beschermenswaardigheid van AI-creaties wordt ook de mogelijke inbreuk op het auteursrecht door de invoer van trainingsdata en door het genereren van AI-kunst besproken.
Twee stichtingen strijden om de hegemonie over Anne Frank-merken. Goede-doelenclubs of niet, op hun gekissebis over wie de nagedachtenis van Anne Frank mag propageren, zit niemand te wachten. Hun conflict is wel een uitgelezen aanleiding om te discussiëren over heikele onderwerpen. Zo is het vreemd dat bekende boektitels als Het Achterhuis na de periode van auteursrechtelijke bescherming opnieuw van een gebruiksmonopolie kunnen worden voorzien – als merk. En we hebben het hier over een beroemde persoon uit de vaderlandse geschiedenis, in dit geval tevens een symbool van de holocaust. Wat doen claims op het alleenrecht daar eigenlijk? De auteur voelt steeds meer voor een ‘witte lijst’ met tekens die vrij dienen te blijven van merkpretenties. Daar knapt de samenleving van op.