Gezondheidsrecht

Een stapje dichter bij een geen-bezwaarsysteem?

De Wet op de orgaandonatie gewijzigd

M.A.J.M. Buijsen

Post thumbnail Nederland kent een groot tekort aan donorganen. In de ogen van velen is de sterfte onder patiënten op de lange wachtlijsten voor orgaantransplantaties vermijdbaar, daar de tekorten vaak ook toegeschreven worden aan het beslissysteem van de Wet op de orgaandonatie (WOD). Met enige regelmaat wordt daarom een lans gebroken voor de invoering van een geen-bezwaarsysteem (na overlijden zijn mensen orgaandonor, tenzij zij daartegen bezwaar kenbaar hebben gemaakt), omdat men gelooft dat daarmee meer donororganen beschikbaar komen. Steevast is een fel maatschappelijk debat het gevolg. Tot op heden is er onvoldoende politieke steun voor een systeemwijziging. Men houdt vast aan het systeem van expliciete toestemming (na overlijden zijn mensen geen orgaandonor, tenzij zij van toestemming blijk hebben gegeven). Ondertussen wordt de WOD stilletjes beetje bij beetje verspijkerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2014
AA20140093

Een wettelijk verbod op conversietherapie: symboolwetgeving of bittere noodzaak?

L. Postma, J. Verhagen

Post thumbnail

De zogenaamde ‘homogenezingstherapie’, ook wel conversietherapie, is een fenomeen dat de gemoederen bezighoudt. Van verschillende kanten uit de samenleving wordt voor een juridische aanpak voor het voorkomen en tegengaan van conversietherapie gepleit. Maar is een wettelijk verbod aangewezen? En is daar een afzonderlijke bepaling voor nodig? In deze bijdrage bezien de auteurs of het strafrecht en gezondheidsrecht reeds voldoende mogelijkheden bieden om conversietherapie aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220098

Erfelijkheidsonderzoek en de uitdagingen voor de autonomie van de patiënt

Brengt de relationele tendens van genetica de zelfbeschikkingsvisie van informed consent en het recht op informatie in gevaar?

E.J. Oldekamp

Post thumbnail

Het zelfbeschikkingsbeginsel speelt binnen het gezondheidsrecht een grote rol. Op grond van dat beginsel richten de patiëntenrechten zich hoofdzakelijk op het beschermen en optimaliseren van de zelfbeschikking (of autonomie) van de patiënt. Bij erfelijkheidsonderzoek is voor de invulling van de patiëntenrechten ook aandacht voor de informatiebelangen van familieleden en de welzijnsbelangen van toekomstig nageslacht. Deze bijdrage onderzoekt in hoeverre de aandacht voor deze derden-belangen de zelfbeschikkingsvisie van de volgende twee samenhangende patiëntenrechten relativeert: het recht op het geven van geïnformeerde toestemming en het recht op informatie.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
september 2017
AA20170673

Euthanasie

A. Kors

In dit artikel wordt ingegaan op twee wijzigingen van de Wet op de lijkbezorging en een daarmee samenhangend besluit. Op deze manier is er volgens de auteur op legislatief gebied een einde gekomen aan de Euthanasie-discussie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1994
AA19940594

Euthanasie

A. Kors

Dit artikel bevat een weergave van de nieuwe meldingsprocedure bij euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging. Alvorens op de nieuwe regels in te gaan word eerst de oude procedure behandeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1999
AA19990159

Euthanasie bij kinderen onder de 12 jaar toestaan?

A.C. Hendriks

Post thumbnail Diverse personen wensen hun leven met behulp van een medisch deskundige eerder te (laten) beëindigen. In Nederland kan dat onder bepaalde voorwaarden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) biedt artsen duidelijkheid over wat hen in dergelijke situaties is toegestaan. Artsen hoeven bij naleving van de wettelijke zorgvuldigheidseisen niet te vrezen voor strafrechtelijke vervolging dankzij een bijzondere strafuitsluitingsgrond in het Wetboek van Strafrecht. Deze strafuitsluiting geldt volgens de wet alleen voor levensbeëindiging van personen van 12 jaar en ouder. Buiten de wet om bestaat er in uitzonderlijke situaties de mogelijkheid het leven van een pasgeborene (tot 1 jaar) te beëindigen. Is het inmiddels tijd om het leven van kinderen tussen de 1 en 12 jaar in voorkomende gevallen ook te kunnen beëindigen zonder dat de arts strafrechtelijk wordt vervolgd? Een analyse en een voorstel voor een antwoord op deze vraag.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2024
AA20240211

Euthanasie: de grens bereikt?

J.A.K. van den Berg, B. Degelink, J.B. Spath

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op het wetsvoorstel rondom euthanasie. De verschillende criteria waaraan een uitvoering van het euthanasieverzoek moet voldoen komen aan bod.

Opinie | Redactioneel
februari 2001
AA20010063

Euthanasie: de symboliek voorbij?

G. Geudens

De goedkeuring van de Nederlandse euthanasiewet kon op ruime publieke belangstelling in binnen- en buitenland rekenen. Daarbij kregen vooral uitgesproken voor- en tegenstanders aandacht. Na een gepolariseerde discussie nadert ook in België een euthanasiewet de eindfase. Een beknopte schets van deze regeling kan een interessant perspectief bieden. Daarbij zal blijken dat ondanks de ruime publieke belangstelling in beide landen bepaalde maatschappelijke probleempunten ernstig te kort worden gedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2001
AA20010884

FarmaNostra

A.P. den Exter

Post thumbnail Geneesmiddelen voor zeldzame aandoeningen komen op de markt tegen extreme prijzen zonder dat die prijs economisch gerechtvaardigd wordt. Het mededingings­recht wordt dan ingezet om misbruik van machtspositie te bestrijden, maar vergeet de apothekersbereiding niet.

Opinie | Amuse
oktober 2025
AA20250670

Gebrekkige hulpzaak bij medische behandeling

W.H. van Boom

Hoge Raad 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1082 (Miragel-plombe), Hoge Raad 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1090 (PIP-implantaat)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210268

Gedwongen behandeling van drugsverslaafden en de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam

H.J.J. Leenen

april 1982
AA19820192

Geestelijk lijden en euthanasie

J. Legemaate

Over de mate waarin geestelijk lijden een grond kan vormen voor de inwilliging van een verzoek om levensbeëindiging van een patiënt bestaan uiteenlopende meningen. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische aspecten van twee voorbeelden van deze problematiek: hulp bij zelfdoding aan psychiatrische patiënten en levensbeëindiging wegens een ‘voltooid leven’.

Rode draad | Recht & Geest
mei 2021
AA20210494