Burgerlijk recht

Resultaat 1045–1056 van de 3021 resultaten wordt getoond

Het nieuwe Burgerlijk Wetboek en profil

E. Florijn

Op 25 april 1947 ontving de Leidse hoogleraar E.M. Meijers (1880-1954) bij Koninklijk Besluit de opdracht een 'nieuw burgerlijk wetboek te ontwerpen'. Daarmee werd het sein gegeven voor het waarschijnlijk grootste en meest ambitieuze wetgevingsproject van de twintigste eeuw. Nu, bijna vijfenveertig jaar later, is de herziening van het uit 1838 stammende Burgerlijk Wetboek nagenoeg voltooid. Op 1 januari 1992 zullen namelijk de Boeken 3, 5 en 6 in werking treden, alsmede een aantal belangrijke titels van Boek 7. Zij werden voorafgegaan door Boek 1 (Personen- en familierecht) en Boek 2 (Rechtspersonen), die respectievelijk op 1 januari 1970 en 26 juli 1976 geldend recht werden. De totstandkoming van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, waarin ook de stof van het Wetboek van Koophandel is opgenomen, is een werk van zeer lange adem geweest en heeft generaties van ontwerpers, rechtsgeleerden en soms ook Kamerleden in de ban gehouden. In dit artikel wil ik ingaan op een aantal aardige en minder aardige aspecten van het ontstaan en de ontwikkeling van dit grote werk. Daarbij zal ik tevens aandacht schenken aan de betekenis van dit hercodificatieproject voor de rechtsontwikkeling in het privaatrecht.

Verdieping | Studentartikel
december 1991
AA19911078

Het nieuwe BW – ontwikkelingen sinds 1992

Inclusief voorwoord Rode draad '20 jaar Nieuw BW'

A.S. Hartkamp

Post thumbnail Vooraf aan dit artikel het Voorwoord Rode draad '20 jaar Nieuw BW' door P.W. (Wouter) den Hollander, D.F.H. (Daniël) Stein en J.J. (Joep) Wolfhagen. Precies 20 jaar geleden werd het Nieuw BW ingevoerd. Althans, het algemeen vermogensrecht van de Boeken 3, 5 en 6 en een deel van Boek 7. Tegen de achtergrond van dit jubileum presenteert de redactie bij wijze van Rode Draad 2012 de serie ‘20 jaar Nieuw BW’. Heeft het Nieuw BW gebracht wat er destijds van werd verwacht? Hebben de afschaffing van de fiduciaire zekerheden en de grootschalige invoering van risicoaansprakelijkheden het burgerlijk recht ingrijpend veranderd of zijn deze in de praktijk geruisloos geaccommodeerd? Welke megatrends beheersen het familierecht, het ondernemingsrecht en het algemeen vermogensrecht? Hoe verhoudt het BW zich tot het oprukkende Europees privaatrecht?

Rode draad | 20 jaar Nieuw BW
januari 2012
AA20120048

Het nieuwe erfrecht

F.R. Salomons

Dit artikel behandeld de nieuwe dingen van het nieuw ingevoerde erfrecht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 2000
AA20000042

Het nieuwe erfrecht in een notendop

W.D. Kolkman

Op 1 januari 2003 ziet het nieuwe erfrecht het licht. Het oude, in Boek 4 neergelegde erfrecht maakt plaats voor vers recht. Het fonkelnieuwe erfrecht laat van het oude, vergrijsde Boek 4 geen spaander heel. Alle leerstukken gaan op de schop. In dit artikel licht ik kort de meest in het oog springende noviteiten toe, zonder de illusie hoog te houden volledig te zijn. Onder de loep worden genomen de aanmerkelijk verbeterde positie van de langstlevende echtgenoot, de degradatie van de rol van de legitimaris en het fenomeen ‘andere wettelijke rechten’.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2002
AA20020716

Het nieuwe huurrecht: afbraak of een goede fundering?

S.R. Damminga, B. Degelink

Auteurs gaan in op de belangrijkste wijzigingen in het huurrecht wat betreft de verhuur van woonruimte naar aanleiding van wetsvoorstel 26 089. In titel 7.4 BW wordt veel van het bestaande huurrecht ge(her)codificeerd, maar belangrijke wijzigingen betreffen de gebrekenregeling, veranderingen en toevoegingen door de huurder, dringende werkzaamheden en renovatie. Auteurs geven een overzicht van de parlementaire geschiedenis en het commentaar op het wetsvoorstel uit praktijk en wetenschap.

Annotaties en wetgeving | Wetsvoorstellen
oktober 2002
AA20020752

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht

J.M.I. Vink

Vanaf 1 januari 2018 is de algehele gemeenschap van goederen niet langer het basisstelsel waarin stellen trouwen als zij geen huwelijkse voorwaarden hebben opgemaakt. Vanwege een initiatiefwet van de Tweede Kamer wordt het basisstelsel gewijzigd in een beperkte gemeenschap van goederen. In dit artikel worden de totstandkoming en achtergrond van de nieuwe wet uiteengezet en wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen die per 1 januari 2018 in werking treden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2017
AA20170932

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel I

N. Frenk, F.R. Salomons

Op 1 januari 2006 is de nieuwe wettelijke regeling van de verzekeringsovereenkomst (titel 17 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) in werking getreden. Deze vervangt de oude uit 1838 stammende wettelijke regeling in het Wetboek van Koophandel. De nieuwe regeling kent een lange voorgeschiedenis. De nieuwe wettelijke regeling van titel 7.17 BW bevat geen uitputtende regeling van de verzekeringsovereenkomst. In dit artikel worden enkele belangrijke zaken van het nieuwe verzekeringsrecht belicht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2006
AA20060380

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel II

N. Frenk, F.R. Salomons

In dit artikel worden een aantal artikelen uit het nieuwe verzekeringsrecht uitgebreid behandeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2006
AA20060439

Het Nuboerarrest, het Van der Horst-arrest en de Bossche arresten

m.nt. J.M.M. Maeijer

J.M.M. Maeijer

HR 31 mei 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4869, NJ 1968/323 (Nuboer). Hof Amsterdam 25 mei 1967, ECLI:NL:GHAMS:1967:AC4747, NJ 1968/258 (Van der Horst) Hof 's-Hertogenbosch 31 maart 1966 en 27 oktober 1966, ECLI:NL:GHSHE:1966:AC4686, NJ 1967/19; VR 1967/34 en 35 (Bossche arresten) De civielrechtelijke aansprakelijkheid van en voor de medische specialist werkzaam in ziekenhuisverband. De positie van de verplicht verzekerde ziekenfondspatiënt. De positie van de in het academisch ziekenhuis werkzame hoogleraar-specialist. De aansprakelijkheid voor assistenten en verpleegsters. De aansprakelijkheid van specialist en ziekenhuis voor operaties c.q. behandelingen verricht in teamverband.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1969
AA19690085

Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 30 november 2007, nr. R06/183HR, ECLI:NL:HR:2007:BB9094, LJN: BB9094 Geschil tussen moeder van door kunstmatige inseminatie verwekt minderjarig kind en spermadonor over de vraag of hij als biologische vader op de voet van artikel 1:377f BW is gerechtigd tot omgang met kind. De Hoge Raad oordeelt dat door bijkomende omstandigheden ook reeds voor de geboorte van het kind een nauwe persoonlijke betrekking kan ontstaan en acht het verzoek ontvankelijk. Het hof heeft de omstandigheden die het daarbij heeft betrokken juist beoordeeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2008
AA20080133

Het onderwijs in het privaatrecht. Is het al goud wat er blinkt?

T. Hartlief

In de rubriek `onderwijs´ staat deze maand de ontwikkeling van de rechtenstudie en het onderwijs van de verschillende vakgebieden centraal.In dit artikel door Hartlief wordt ingegaan op de rechtenstudie. Daarbij komen de vorm van het onderwijs, literatuur, uitdaging en diepgang aan de orde gezien vanuit het perspectief van het privaatrecht.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2001
AA20010763

Het onovertroffen Duitse privaatrecht

E.H. Hondius

Van alle stelsels van privaatrecht in Europa is dat van Duitsland het meest ontwikkeld. De constitutionalisering van het privaatrecht, het gebruik van open normen, de introductie van een algemeen deel – het zijn Duitse ontwikkelingen die Nederland en andere landen ten voorbeeld strekken. De hoge kwaliteit van het Duitse recht is voor een belangrijk deel te danken aan de doctrine, die hierbij voortbouwt op het habilitatiestelsel en op een reeks voortreffelijke juridische periodieken. Het is alleen de taal die aan een grotere uitstraling in de weg staat.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140551

Resultaat 1045–1056 van de 3021 resultaten wordt getoond