Burgerlijk recht

Resultaat 997–1008 van de 3021 resultaten wordt getoond

Het Anglo-Amerikaanse recht als inspiratiebron bij het oplossen van de Nederlandse problematiek rond de koude uitsluiting?

J. van Duijvendijk-Brand

De problematiek van de koude uitsluiting vindt haar oorzaak allereerst in het feit dat de rollen binnen een huwelijk nog vaak steeds zo verdeeld zijn dat de ene echtgenoot (meestal de man) de taak van (hoofd)kostwinner op zich neemt en de ander, die geen of slechts gedeeltelijk bepaalde arbeid buitenshuis verricht (meestal de vrouw), zorgt voor het huishouden en het opvoeden van de kinderen. De (betaalde) arbeid van de man en de 'huishoudelijke arbeid' van de vrouw leveren andersoortige revenuen op; in het geval van de man is dat geld, de arbeid van de vrouw levert - als het goed is - een aangenamer leven voor hen beiden en hun kinderen op. In het dan rechtvaardig dat, mocht het huwelijk stranden, de man 'het zijne' neemt en de vrouw kan teren op haar goede werken, of dient de vrouw op enige wijze een beloning voor haar huishoudelijke arbeid te krijgen? Daarnaast wordt de afwikkelijk bij echtscheiding niet zelden gecompliceerd doordat de echtgenoten hun financiën in weerwil van hun huwelijkse voorwaarden niet volledig gescheiden houden, bijvoorbeeld doordat de ene echtgenoot bijdragen (financieel of in natura) levert voor de verwerving of verbouwing van een onroerende zaak die op naam staat van de ander. Onstaat als gevolg daarvan een vergoedingsrecht en zo ja, luidt dat dan nominaal of heeft de financierende echtgenoot ook recht op eventuele waardestijgingen?

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980437

Het auteursrecht en de Internet provider

D.J.G. Visser

Aan de hand van een procedure rondom de Scientology-kerk wordt ingegaan op de problemen rondom openbaarmaking via internet en bescherming van het auteursrecht. Ook wordt er ingegaan op wie er eigenlijk openbaar maakt.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 1996
AA19960158

Het begin en het einde van het rekening-courantkrediet

M. van Leeuwen, B.F.P. Lhoësten

Elk bedrijf heeft voor zijn bedrijfsvoering liquide middelen nodig. In het algemeen beschikt het bedrijf daar zelf niet in voldoende mate over. De laatste jaren neemt het eigen vermogen van bedrijven procentueel sterk af. Bovendien is het eigen vermogen meestal ondergebracht in vaste activa. Het bedrijf moet dus vreemd vermogen aantrekken om over liquide middelen te beschikken. Een bancair krediet is hier de meest voor de hand liggende mogelijkheid. Vaak wordt er een rekening-courantovereenkomst gesloten; een snelle en flexibele vorm van kredietverlening. In deze overeenkomst, die zeer gunstige voorwaarden voor de bank bevat, komt de machtspositie van de bank duidelijk tot uiting. Het is de bank die bepaalt aan wie zij krediet verleent en onder welke voorwaarden. In het in bankkringen inmiddels beruchte 'Leidsche Wol' vonnis bleek opeens dat de bank haar (ruime) bevoegdheden niet altijd onverkort mag uitoefenen. Wij zullen in dit artikel nagaan waaraan de bank in de praktijk de aanvraag van een rekening-courant toetst. Vervolgens zullen wij onderzoeken onder welke omstandigheden de bank de rekening-courantovereenkomst mag beëindigen.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
juli 1988
AA19880438

Het begin van het einde van het tegenstrijdig belang

A.-W. van der Vegt

Post thumbnail Het leerstuk van het tegenstrijdig belang leidt binnen het vennootschapsrecht een roerig bestaan. Beoogde de wetgeverbegin twintigste eeuw slechts een regeling te geven voor desituatie waarin de vennootschap een rechtshandeling verrichtmet en rechtsgedingen voert tegen haar bestuurder; anno 2007is de reikwijdte van het leerstuk enorm in omvang toegenomenwaardoor er in steeds meer gevallen sprake is van een tegenstrijdigbelang. Langzamerhand lijkt echter een einde te zijn gekomen aan deze ‘oprekking’ van het tegenstrijdig belang.

Verdieping | Studentartikel
september 2008
AA20080600

Het begrip ‘onderneming’ in Boek 3 BW!

E. Vermeulen

Tijdens de totstandkoming van de wet juridische splitsing is in de literatuur gepleit voor het in eigendom onder algemene titel 'overdragen' van vermogensbestanddelen die tezamen een onderneming vormen. Deze faciliteit zou moeten worden opgenomen in boek 3 BW. De minister reageerde afhoudend; zij wilde eerst ervaring opdoen met de splitsingregeling. De discussie moet echter niet worden gestaakt, maar veeleer worden voortgezet. De faciliteit van 'overdracht van een onderneming onder algemene titel' blijft voor de praktijk van groot belang. In dit artikel wordt hier nader op ingegaan. Tevens wordt aandacht besteed aan de vraag hoe een dergelijke faciliteit in boek 3 BW zou kunnen worden ingevoerd.

Verdieping | Studentartikel
april 1999
AA19990209

Het beroepsgeheim reikt over de dood heen; een onhoudbare stelling?

W.L.J.M. Duijst , E. Thoonen

Post thumbnail Algemeen wordt aangenomen dat het medisch beroepsgeheim over de dood heen reikt. Dit leidt in de praktijk echter nogal eens tot dilemma’s die nadere verkenning behoeven. In deze bijdrage worden deze dilemma’s rondom het medisch beroepsgeheim na de dood vanuit verschillende invalshoeken belicht door mensenrechtelijke, bestuursrechtelijke, civielrechtelijke, strafrechtelijke en tucht- en klachtrechtelijke aspecten te belichten.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2018
AA20180777

Het bestuursrechtelijk en het privaatrechtelijk relativiteitsvereiste als twee-eiige tweeling

P.W. den Hollander

Post thumbnail Niet alleen het privaatrechtelijk aansprakelijkheidsrecht, maar ook het bestuursrecht kent sinds kort een relativiteitsvereiste. De wetgever plaatst dit bestuursrechtelijk relativiteitsvereiste eerst en vooral in het teken van een snel en ‘slagvaardig’ bestuursprocesrecht. De wijze waarop de Afdeling oordeelt of de ingeroepen norm strekt tot bescherming van het geschade belang verschilt bovendien van de wijze waarop de Hoge Raad dat doet.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2012
AA20120443

Het Beta-project

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 15 februari 2002, nr. R00/142HR, ECLI:NL:HR:2002:AD4004, NJ 2002, 197 Dit arrest gaat over de onpartijdigheid van de rechter in het burgerlijk procesrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2003
AA20030184

Het bodem(voor)recht van de fiscus bij faillissement: to be or not to be?

A.J. Tekstra

Post thumbnail Het bodem(voor)recht van de fiscus staat al sinds jaar en dag in de belangstelling. De roep om afschaffing ervan lijkt steeds luider te klinken. Er zijn echter ook partijen, zoals curatoren, die tegen afschaffing zijn, omdat hun positie daardoor zou verslechteren. In het verlengde hiervan speelt de omstandigheid dat de ‘gewone’ (lees: concurrente) crediteuren er bij de afwikkeling van de meeste faillissementen zeer bekaaid van afkomen. Ook dit aspect kan een rol spelen bij de beoordeling van de gevolgen van een even­tuele afschaffing van het bodem(voor)recht.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2019
AA20190848

Het boeken van een boek

T.A. Keijzer, R. Kindt

Wie een boek van de plank in de bibliotheek trekt, zal zich niet bewust zijn van de juridische werkelijkheid achter die handeling. Wij lichten een tipje van de sluier.

Opinie | Redactioneel
januari 2014
AA20140003

Het boetebeding in het Europese contractenrecht

H.N. Schelhaas

In dit proefschrift is een rechtsvergelijkend onderzoek gedaan naar het boetebeding. Eerst komen de functies van het boetebeding, daarna de noodzaak tot rechtsvergelijkend onderzoek en tot slot de drie verschillende benaderingswijzen van het boetebeding in Europa.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2004
AA20040809

Het Bosal arrest

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 september 2003, nr. C-168/01, ECLI:EU:C:2003:479, BNB 2003/344 (Bosal Holding BV t. Staatssecretaris van Financiën) De Nederlandse regel dat kosten van buitenlandse deelnemingen niet aftrekbaar zijn, is in strijd met EG-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2004
AA20040132

Resultaat 997–1008 van de 3021 resultaten wordt getoond