Burgerlijk recht

Resultaat 565–576 van de 3021 resultaten wordt getoond

De opgedrongen verrijking

T. van der Linden

Post thumbnail Teun van der Linden onderzoekt in dit artikel de problematiek rondom de opgedrongen verrijking. In hoeverre kan de verrijkte aansprakelijkheid uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking ontlopen met het verweer dat hem een bestedingspatroon is opgedrongen? Om deze vraag te beantwoorden belicht hij eerst het theoretische fundament van het verrijkingsrechtelijke uitgangspunt dat een opgedrongen verrijking niet voor schadevergoeding in aanmerking komt. Deze vuistregel is terug te voeren op het aan het systeem van het vermogensrecht ten grondslag liggende autonomiebeginsel. Betoogd wordt dat voor het antwoord op de gestelde vraag van doorslaggevend belang is in hoeverre de verrijkte daadwerkelijk in zijn autonomie wordt aangetast als hij schadevergoeding moet betalen. Van der Linden illustreert deze stelling aan de hand van een aantal casusposities die in het verlengde liggen van de zaakwaarneming, de precontractuele fase en onbevoegde vertegenwoordiging.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2013
AA20130011

De overdracht van een aandeel in strijd met een blokkeringsregeling

T.D.J. Oosterink

Post thumbnail De overdracht van een aandeel in strijd met een blokkeringsregeling is ongeldig. De vraag hoe deze ongeldigheid dogmatisch moet worden verklaard, wordt in de literatuur verschillend beantwoord. De enige juiste verklaring volgt uit de aard van het aandeel zelf.

Verdieping | Studentartikel
maart 2013
AA20130187

De Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek

M. Reinsma

In dit artikel wordt de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek besproken. Deze wet regelt de inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, met name de boeken 3, 5 en 6. In dit artikel wordt de parlementaire geschiedenis ten aanzien van deze wet besproken alsmede het concept van overgangsbepalingen. Er wordt ingegaan op de onmiddellijke werking, rechten die reeds voor inwerkingtreding verkregen zijn en overbruggingsregels.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1991
AA19910652

De overheidsaansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door achteraf bezien ten onrechte toegepaste strafvorderlijke dwangmiddelen

J. Dekker

De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid voor schade door het achteraf bezien ten onrechte toepassen van dwangmiddelen tijdens opsporing en vervolging van strafbare feiten heeft zich gedurende enkele jaren sterk ontwikkeld. Op 29 april 1995 is hierin verandering gekomen. Recentelijk heeft deze ontwikkeling met twee uitspraken van de Hoge Raad een nieuw hoofdstuk gekregen. In het verlengde van beide arresten wordt een aantal problemen besproken, die het leerstuk van de (on)rechtmatige overheidsdaad meebrengt.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1995
AA19950748

UCERF 5 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

De overlegscheiding: de eerste ervaringen in Nederland

B. Chin-A-Fat

In dit artikel wordt in de eerste plaats de achtergrond van de overlegscheiding geschetst. Vervolgens wordt ingegaan op de ontwikkeling van de overlegscheiding in de Nederlandse praktijk.

De partijongelijkheid en de consequenties daarvan in een civiele procedure

J.M. van Dunné

In dit artikel wordt ingegaan op de kwaliteit van de rechtshulp in civiele zaken door advocaten waarbij de constante scholing van advocaten, ongelijkheid van procespartijen, bescherming van de zwakkere partij aan de orde komt. Ook wordt er ingegaan op de taak van de Hoge Raad en het openbaar ministerie bij de bescherming van de zwakkere partij en het nut van class actions en de action civile bij de rechtsbescherming voor de zwakkeren in de samenleving.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050545

De patiëntenvertrouwenspersoon in de psychiatrie

Tien jaar rechtsberscherming op de werkvloer

J. Legemaate

In dit artikel wordt wegens het tien jarig bestaan van de stichting die de patiëntenvertrouwenspersoon leveren aan psychiatrische ziekenhuizen ingegaan op de achtergronden en geschiedenis hierbij. Ook wordt er ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
mei 1991
AA19910387

De pedagogische tik afgestraft?

S.R. Damminga, B. Degelink

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de corrigerende tik voor kinderen en eventuele strijd daardoor met het strafrecht of internationaal recht.

Opinie | Redactioneel
december 2001
AA20010953

De pijlers onder de vertrouwensbescherming van artikel 3:86 Nieuw BW

A.F. Salomons

In dit artikel zal, na een korte rechtshistorische schets, de vraag worden besproken op welke fundamenten het zakenrechtelijk vertrouwensbeginsel, belichaamd in de rechtsspreuk 'bezit geldt als volkomen titel', steunt, en in hoeverre het tot gelding komt in artikel 3:86 Nieuw BW.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910830

De plaats van het eigendomsvoorbehoud in het Burgerlijk Wetboek

E.F. Verheul

Waarom staan tussen de bepalingen over levering van roerende zaken (art. 3:90 BW) en de levering van rechten aan toonder (art. 3:93 BW) ineens twee artikelen die betrekking hebben op het eigendomsvoorbehoud (art. 3:91-3:92 BW)? In deze bijdrage wordt aan de hand van de totstandkomingsgeschiedenis van deze bepalingen de plaats van het eigendomsvoorbehoud in het systeem van het vermogensrecht besproken.
 

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2018
AA20180552

De portacabin

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 31 oktober 1997, nr. 16404, ECLI:NL:HR:1997:ZC2478, RvdW 1997, 215 (Ontvanger/Rabobank Terneuzen-Axel). Ook bekend als Portacabin-arrest. In de noot bij dit arrest wordt besproken welke criteria de Hoge Raad aandacht wanneer een zaak onroerend is in de zin van art. 3:3 lid 1 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1998
AA19980101

De positie van openbare registers in het privacyrecht

A. Berlee

Op verschillende plaatsen in het Burgerlijk Wetboek wordt gesproken over ‘de openbare registers’ zonder dat duidelijk is wat de definitie daarvan is. Duidelijkheid hierover is van belang omdat deze registers, die veelal vol staan met persoonsgegevens, lange tijd volledig waren uitgezonderd van het gegevensbeschermingsrecht, immers ze waren ‘openbaar’. Waarom was dat zo, en is dat anders onder de AVG? In deze bijdrage wordt aan de hand van een zoektocht naar een (eenduidige) definitie van het begrip ‘openbare registers’ in het Burgerlijk Wetboek en het gegevensbeschermingsrecht de positie van deze registers in het privacyrecht besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2018
AA20180954

Resultaat 565–576 van de 3021 resultaten wordt getoond