Resultaat 301–312 van de 3132 resultaten wordt getoond
A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 28 juni 2013, nr. 12/00626, ECLI:NL:HR:2013:38; Hoge Raad 28 juni 2013, nr. 12/00634, ECLI:NL:HR:2013:39
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2013AA20130677
R.M. Wibier
Hoge Raad 23 maart 2018, nr. 17/01478, ECLI:NL:HR:2018:424 (Credit Suisse Brazil (Bahamas)/Jongepier q.q.)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2018AA20180720
S.F.M. Wortmann
Bij een samenleving die zich onder andere kenmerkt door voortdurende verandering, past een familierecht dat zich bedient van open normen. Voor dit onderdeel van het recht zijn dergelijke open normen 'het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven' en de mogelijke beperkingen op de uitoefening van dat recht in verband met de rechten en belangen van anderen, vooral het kind. Voortdurende maatschappelijke veranderingen zullen tot voortdurende aanpassingen van het familierecht leiden. In Nederland vervult daarbij de rechter een speciale rol door de directe werking van artikel 8 EVRM. Hoewel rechterlijk activisme niet wordt toegejuicht, zal dit waarschijnlijk niet te vermijden zijn. Ook een degelijk wettelijk systeem zal daarom steeds op aanpassing (verfijning) door de rechter kunnen rekenen. Grotere rechtsonzekerheid en geringere voorspelbaarheid van het familierecht zijn daaraan inherent.
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960301
J.C. Schultsz
In dit artikel wordt een nieuwe wet inzake het internationaal privaatrecht besproken, te weten 'Enige bepalingen van internationaal privaatrecht met betrekking tot het zeerecht en het binnenvaartrecht'. In deze wet komen moderne verwijzingsregels voor die niet alleen bepalen wanneer de Nederlandse wet op een bepaalde vervoersovereenkomst van toepassing is.
Bijzonder nummer | Vervoersrechtmei 1993AA19930351
R. Cleton
Nederland is partij bij een groot aantal verdragen op het gebied van het vervoerrecht. De inhoud van de meeste verdragen is in Boek 8 BW verwerkt. Dit artikel gaat in op de wijze waarop de verdragsregels in Boek 8 zijn geïncorporeerd en de kritiek die is geleverd op de door de wetgever gevolgde methode. Tevens wordt stilgestaan bij het bekende Portalon-arrest van de Hoge Raad en het antwoord daarop van de wetgever. Hoewel men een vraagteken kan zetten bij de wenselijkheid van de incorporatie van rechtstreeks werkende verdragsbepalingen in Boek 8, zijn er argumenten die pleiten ten gunste van deze methode van implementatie van verdragen.
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960332
Annotaties en wetgeving | Wetgevingmei 1981AA19810246
W.C.L. van der Grinten
Hoge Raad 21 januari 1966, ECLI:NL:HR:1966:AC4621, NJ 1966, 183 (Booy/Wisman). Ook bekend als Kraanwagen. Dwaling omtrent toekomstverwachting of omtrent bij het sluiten der overeenkomst bestaande omstandigheden? Staat aan beroep van koper op dwaling in de weg, dat hij naar de juistheid van een mededeling van verkoper geen onderzoek heeft ingesteld?
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1967AA19670161
E. Dirix
Cour de Cassation 21 november 1995, nr. 93-20.387 (Texier c/SA Soferbail) In deze noot bij een uitspraak van het Cour de Cassation wordt ingegaan op de Franse wijze waarop de verbintenis van een borg wordt geanalyseerd door de rechter. Zie de volledige uitspraak: Texier c/SA Soferbail
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuli 1997AA19970521
Hoge Raad 13 juli 2018, nr. 17/03820, ECLI:NL:HR:2018:1220 (Rabobank/X) Verbintenissenrecht, huwelijksvermogensrecht. Vernietigbaarheid borgtochtovereenkomst wegens ontbreken toestemming echtgenote (art. 1:88 lid 1 onder c i.v.m. art. 1:89 lid 1 BW)? Reikwijdte uitzondering van artikel 1:88 lid 5 BW. Rechtshandeling ten behoeve van normale bedrijfsuitoefening?
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 2018AA20180816
R.D. Vriesendorp
Hoge Raad 26 november 1993, nr. 15108, ECLI:NL:HR:1993:ZC1155, RvdW 1993, 237 (Bosman/Condorcamp) Dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot gaat over de verpanding van onder cognossement verscheepte zaken. In het arrest komt volgens de annotator duidelijk naar voren hoe verschillend de benadering van Hof en Hoge Raad zijn bij de toepassing van algemeen vermogensrechtelijke leerstukken op bijzondere rechtsfiguren. In de noot wordt dieper ingegaan op de vereisten voor rechtsgeldige verpanding.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1994AA19940242
C. Borucki
Het Amerikaanse chemieconcern 3M werd in België veroordeeld wegens bovenmatige burenhinder door het veroorzaken van verontreiniging met forever chemicals. Deze bijdrage bespreekt het Belgische recht over bovenmatige burenhinder. Ook voor Nederlandse juristen kan deze uitspraak relevant zijn. De PFASverontreiniging heeft zich ook naar Nederland verspreid. Het Belgische recht kan daarbij mogelijk rechtstreeks relevant zijn op basis van het internationale privaatrecht. Indirect kan het een inspiratiebron zijn voor Nederlandse vorderingen.
Verdieping | Verdiepend artikeljanuari 2024AA20240025
V. Mak
Opinie | Columnseptember 2015AA20150673