Burgerlijk recht

Artikel 8:22 Awb: schakel tussen de curator en de bestuursrechtelijke beroepsprocedure

T. Barkhuysen, E.M.N. Noordover

Post thumbnail

Om de consequenties van een faillissement voor de procedure bij de bestuursrechter te regelen, is artikel 8:22 in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen. In deze aflevering van 'Ode aan de schakelbepalingen' wordt artikel 8:22 Awb nader beschouwd.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
april 2017
AA20170268

Artikelen van naam

J. Hijma

Post thumbnail Wel eens gehoord van het biljartbalartikel? Zo luidt de – licht van juridische humor getuigende – koosnaam van één van de artikelen van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Zulke bijnamen, niet te verwarren met de zakelijke kopjes die in wettenbundels boven of naast de artikelen worden geplaatst, zijn in het burgerlijk recht betrekkelijk zeldzaam. In deze amuse passeren er enkele de revue.

Opinie | Amuse
maart 2012
AA20120168

As honest as the day is long

V. Mak

In common law-systemen is de goede trouw een vreemd verschijnsel. In het Canadese recht lijkt daar nu verandering in te komen, aldus Vanessa Mak.
 

Opinie | Column
februari 2015
AA20150121

ASMI: zelfstandigheid en beleidsvrijheid van bestuur in een beurs-NV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juli 2010, nrs. 09/04465 en 09/04512, ECLI:NL:HR:2010:BM0976, LJN: BM0976 (Stichting Continuïteit ASM International/Hermes Focus Asset Management Europe Ltd e.a. en A.H. del Prado/Hermes e.a.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2010
AA20100800

Assoud-Nationale Sporttotalisator; vervolg

J. Hijma

Gerechtshof Amsterdam 7 mei 1998, ECLI:NL:GHAMS:1998:AB9829, nr. 1272/97 Vervolg van Hoge Raad 19 september 1997, NJ 1998, 6 (Assoud/Nationale Sporttotalisator) Vervolg op het arrest geannoteerd in een eerder nummer van Ars Aequi over de vraag wat als kernbedingen in de zin van art. 6:231 sub a BW hebben te gelden. Dit arrest geeft de uitkomst na verwijzing door de Hoge Raad.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1998
AA19980788

Assoud/Nationale Sporttotalisator

J. Hijma

Hoge Raad 19 september 1997, 16382, ECLI:NL:HR:1997:ZC2435, NJ 1998, 6 (Assoud/Nationale Sporttotalisator) In de bij dit arrest behorende noot wordt ingegaan op algemene voorwaarden. De Hoge Raad maakt bij de beoordeling van het feit of bepaalde reglementen aan de criteria voldoen gebruik van de parlementaire geschiedenis en Europese richtlijnen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1998
AA19980602

Astro-Pierson

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 7 februari 1992, nr. 7889, ECLI:NL:HR:1992:ZC0502, RvdW 1992, 45 (Astro Holding NV/Pierson Heidring en Pierson) Arrest na een Antilliaanse zaak waarin doeloverschrijding in het geding is. De Hoge Raad oordeelt dat bij de toetsing of er sprake is van doeloverschrijding gekeken dient te worden naar alle omstandigheden van het geval en dus ook naar de concernverhoudingen. Contractuele beperkingen voor de bevoegdheden van het bestuur zijn niet relevant wanneer er gekeken dient te worden of bepaalde handelingen al dan niet binnen het statutaire doel vallen. In de noot wordt dieper op het arrest en de doeloverschrijding ingegaan. Het Antilliaanse vennootschapsrecht ten aanzien van de NV is hetzelfde als het Nederlandse vennootschapsrecht van voor 1970.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1992
AA19920505

Auteursrecht op (de geur van een) parfum

P.B. Hugenholtz

Hoge Raad 16 juni 2006, nr. C04/327HR, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, JOL 2006, 375, RvdW 2006, 609, LJN: AU8940 (KEKOFA B.V./Lancôme Parfums) Nabootsing van een parfum; vraag of een geur(combinatie) auteursrechtelijke bescherming kan genieten; de omschrijving van 'werk' in artikel 10 van de Auteurswet luidt algemeen en belet niet daaronder een geur(combinatie) te begrijpen; beslissend is of het gaat om een voortbrengsel dat vatbaar is voor menselijke waarneming en of het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft; dat het menselijk reukzintuig aan het vermogen tot het onderscheiden van geuren grenzen stelt, doet hieraan niet af, evenmin als de omstandigheid dat niet alle bepalingen en beperkingen in de Auteurswet op 'geurwerken' kunnen worden toegepast; de geur van een parfum mag niet worden vereenzelvigd met de reukstof(fen) die de geur teweegbrengen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2006
AA20060821

Authenticiteit in de kunsthandel: een pleidooi voor bijzondere wetgeving

B. Demarsin

Post thumbnail Geïnspireerd door buitenlandse voorbeelden (Frankrijk & New York), wordt er in deze bijdrage voor gepleit om in Nederland en België bijzondere wetgeving te introduceren die de rechtsbescherming in de kunsthandel kan verhogen. Zulke wetgeving zou bij authenticiteitsgeschillen toelaten heel wat (bewijs)problemen te voorkomen door de precieze betekenis van de toeschrijvingsformules eensluidend te bepalen. Verder kan ze nadere invulling geven aan de informatieverplichting die geldt in deze specifieke business, in het bijzonder wanneer gerestaureerde werken of zogenaamde multiples worden verhandeld.

Bijzonder nummer | Kunst & Recht
juli 2023
AA20230510

Autonomie in het contractenrecht: de bescherming van de ondernemer

I.S.J. Houben

Post thumbnail

Recente juridische ontwikkelingen geven blijk van een tendens om niet alleen de consument, maar ook de ondernemer als ‘zwakkere’ contractspartij steeds meer bescherming te bieden. Deze bijdrage analyseert enkele voorbeelden van deze ontwikkeling, waaronder rechtspraak en regelgeving inzake de zogenoemde ‘swap-overeenkomsten’, acquisitiefraude en franchisenemers, en bespreekt de gevolgen van deze voortschrijdende bevoogding in het contractenrecht voor de autonomie van de contractspartijen.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170600

Autonomie in het gezondheidsrecht

Nawoord op Correct argumenteren in de rechtsethiek, een kwestie van principe

M.A.J.M. Buijsen

Een nawoord bij de reactie op het artikel: 'Een geen-bezwaarsysteem voor post mortem orgaandonatie: een kwestie van principe'.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2004
AA20040425

Avery – VRG

J.M. van Dunné

Hoge Raad 4 januari 1991, nr. 14392, ECLI:NL:HR:1991:ZC0103, NJ 1991, 254 (Avery/VRG) Arrest van de Hoge Raad waarbij bij de overdracht van een onderneming door de verkoop van aandelen een conflict ontstaat over de uitleg van een overeenkomst waarbij de pensioenrechten van de werknemers bij de overgenomen onderneming worden overgedragen. Het conflict gaat met name over de onderzoeksplicht versus de inlichtingenplicht. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de juiste maatstaf heeft aangelegd waarin geconcludeerd werd dat er i.c. een onderzoeksplicht was die sterker woog dan een inlichtingenplicht. In de noot wordt dieper op de problematiek rondom de uitleg van overeenkomsten ingegaan en de criteria die ertoe kunnen leiden dat er de ene keer een inlichtingen- en de andere keer een onderzoeksplicht wordt aangenomen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1992
AA19920354