merkenrecht

Resultaat 25–36 van de 46 resultaten wordt getoond

december 1997

Katern 65: Economisch recht en intellectuele eigendom

A.A. Quaedvlieg

maart 1998

Katern 66: Economisch recht en intellectuele eigendom

E.J. Arkenbout

september 1998

Katern 68: Economisch recht en intellectuele eigendom

G.J. van de Kamp

maart 2000

Katern 74: Economisch recht en intellectuele eigendom

G.J. van de Kamp

juni 2000

Katern 75: Informaticarecht

J.E.J. Prins

september 2000

Katern 76: Economisch recht en intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker

maart 2001

Katern 78: Economisch recht en intellectuele eigendom

G.J. van de Kamp

september 2002

Katern 84: Economisch recht en intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker

maart 2003

Katern 86: Economisch recht en intellectuele eigendom

A.A. Quaedvlieg

juni 2003

Katern 87: Europees recht

- UL Europa Instituut

O2- Hutchison

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 juni 2008, zaak C-533/06, ECLI:EU:C:2008:339 (O2/Hutchison) Arrest en bijbehorende noot van het HvJ EG waarin het volgende naar voren komt: Uitleg van artikel 5 lid 1 en 2 Merkenrichtlijn 89/104/EEG en van artikel 3bis lid 1 Richtlijn Vergelijkende Reclame 84/450 EEG. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te verbieden dat een derde in vergelijkende reclame die voldoet aan alle in artikel 3bis lid 1 genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid, gebruikmaakt van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk. Indien is voldaan aan alle in artikel 5 lid 1 sub b van de Merkenrichtlijn gestelde voorwaarden om het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een ingeschreven merk, te verbieden, kan de vergelijkende reclame waarin gebruik wordt gemaakt van genoemd teken, echter onmogelijk voldoen aan de in artikel 3bis, lid 1 sub d van de Richtlijn Vergelijkende reclame genoemde voorwaarde voor geoorloofdheid. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te doen verbieden dat een derde in vergelijkende reclame gebruikmaakt van een met dit merk overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien dit gebruik niet leidt tot verwarringsgevaar bij het publiek, en dit ongeacht of de vergelijkende reclame voldoet aan alle in artikel 3bis van de Richtlijn Vergelijkende Reclame genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080812

Philips/Remington

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 juni 2002, zaak nr. C-299/99, ECLI:EU:C:2002:377 (Philips/Remington) Verhouding tussen artikel 3(1)(a) Merkenrichtlijn enerzijds – tekens die geen merk kunnen vormen – en artikel 3(1)(b)-(d) anderzijds – merken die geen onderscheidend vermogen hebben en uitgesloten vormmerken. Merken die bestaan uit de vorm van producten zijn uitgesloten, wanneer de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, hetgeen het geval is wanneer wordt aangetoond dat de wezenlijke functionele kenmerken van die vorm uitsluitend aan de technische uitkomst zijn toe te schrijven. Het doet er hiervoor niet toe dat er andere vormen bestaan waarmee een zelfde technische uitkomst kan worden verkregen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2003
AA20030043

Resultaat 25–36 van de 46 resultaten wordt getoond