aansprakelijkheid

Resultaat 49–60 van de 137 resultaten wordt getoond

Geluk is geen recht

J.E. Goldschmidt

Opiniërend artikel waarin vragen worden gesteld over de wenselijkheid van claims rondom problemen van medische aard. De auteur vraagt zich af of alles wat mogelijk is op medisch gebied ook zo maar moet kunnen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 1995
AA19950771

Gemeenschappelijk Eigendom-‘s-Gravenhage: overheidsaansprakelijkheid beperkt?

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 29 april 1994, nr. 15312, ECLI:NL:HR:1994:ZC1358, RvdW 1994, 107 C; Gem.stem 1994, 6993 nr. 4 m.nt. HH, BR 1994, p. 773, m.nt. N.S.J. Koeman (Gemeenschappelijk Eigendom/'s Gravenhage). ook bekend als Bouwvergunning Schuttersduin. Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot waarin wordt ingegaan op overheidsaansprakelijkheid en eigen schuld. In het onderhavige geval was er sprake van een verleende bouwvergunning die later door de bestuursrechter vernietigd werd. Ondertussen had de partij aan wie de vergunning was verleend wel gebruik gemaakt van deze vergunning. De gebruiker vorderde vervolgens een schadevergoeding voor de schade die is ontstaan als gevolg van de vernietiging van de vergunning. De Hoge Raad oordeelt, evenals het hof en rechtbank, dat er i.c. sprake is van eigen schuld en dat de schade aan de vergunning gebruiker zelf te wijten is nu deze gaat bouwen hangende een bezwaar- en beroepsprocedure. In de noot wordt hierop ingegaan evenals op de toetsing van overheidshandelen door de burgerlijke rechter.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1994
AA19940835

Gerechtigheid in het contractenrecht

J.J. Valk, D.J. Verhey

Het Nederlandse contractenrecht kent tal van wettelijke beschermingsbepalingen. Waarin kan de rechtvaardiging van deze bepalingen worden gevonden? De aard van het contractenrecht dwingt ons telkens te onderzoeken of de gevolgen van deze beschermingsbepalingen ten gunste van de ene partij gerechtvaardigd kunnen worden tegenover de wederpartij. Bij nadere analyse blijkt voor de bescherming in het kader van de overeenkomst van personenvervoer niet vanzelfsprekend een rechtvaardiging voor handen te zijn.

Opinie | Redactioneel
maart 2013
AA20130181

Haastige spoed… zelden goed?

B. Degelink, N. Doeswijk

Dit redactioneel behandeld wederom een delicate kwestie, namelijk de afweging tussen verkeersveiligheid en een korte aanrijtijd van een ambulancebestuurder. De vraag die aan de orde komt is in hoeverre het een ambulancebestuurder vrijstaat om verkeersregels te overtreden.

Opinie | Redactioneel
juni 2002
AA20020377

Het nagetrokken grafteken

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 25 oktober 2002, nr. C00/282HR, ECLI:NL:HR:2002:AE6999, RvdW 2002, 170, JOL 2002, 564 (Barbara/Aartsbisdom Utrecht) In deze noot wordt door prof. Kortmann ingegaan op de regels van natrekking in het kader van een aansprakelijkheidsprocedure.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2003
AA20030291

Het Nuboerarrest, het Van der Horst-arrest en de Bossche arresten

m.nt. J.M.M. Maeijer

J.M.M. Maeijer

HR 31 mei 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4869, NJ 1968/323 (Nuboer). Hof Amsterdam 25 mei 1967, ECLI:NL:GHAMS:1967:AC4747, NJ 1968/258 (Van der Horst) Hof 's-Hertogenbosch 31 maart 1966 en 27 oktober 1966, ECLI:NL:GHSHE:1966:AC4686, NJ 1967/19; VR 1967/34 en 35 (Bossche arresten) De civielrechtelijke aansprakelijkheid van en voor de medische specialist werkzaam in ziekenhuisverband. De positie van de verplicht verzekerde ziekenfondspatiënt. De positie van de in het academisch ziekenhuis werkzame hoogleraar-specialist. De aansprakelijkheid voor assistenten en verpleegsters. De aansprakelijkheid van specialist en ziekenhuis voor operaties c.q. behandelingen verricht in teamverband.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1969
AA19690085

Het ontstaansmoment en de verjaring van de regresvordering

W.H. van Boom

Hoge Raad 6 april 2012, nr. 10/01949, ECLI:NL:HR:2012:BU3784, LJN BU3784, RvdW 2012, 534 (Van Aart en ASR Schadeverzekering/Achmea Schadeverzekeringen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2013
AA20130036

Het recht op toegang tot noodzakelijke zorg

J.K.M. Gevers

Wat is de betekenis van het recht op gezondheidszorg in situaties van tekort, en wie kan de burger aansprakelijk stellen als hulp niet (tijdig genoeg) beschikbaar is? Juridische aanspraken op zorgontstaan eerst en vooral op grond van de wettelijke ziektekostenverzekeringen. Die maken dat de verzekeraar er jegens de verzekerde voor heeft in te staan dat die de noodzakelijke zorg kan krijgen. Recente rechtspraak toont dat de patiënt zijn aanspraak beter tot gelding kan brengen als het(slechts) om financiële tekorten gaat dan wanneer van feitelijke capaciteitstekorten sprake is. Ookde overheid is in dat laatste geval niet gemakkelijk aan te spreken. De toegang tot zorg kan op sommigepunten weliswaar beter gewaarborgd worden, maar tegelijk laat schaarste in de zorg zich niet door een eenvoudige juridische formule bezweren.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2003
AA20030437

Het vertrouwensverweer

In deze bijdrage bespreekt de auteur ter verdere illustratie van het vertrouwensverweer eerst twee situaties waarin een bestuurder zich zou kunnen beroepen op het vertrouwensverweer. Vervolgens kijk ik naar het recht van de Verenigde Staten, waar de met het vertrouwensverweer vergelijkbare reliance defense vanaf het begin van de vorige eeuw is uitgegroeid tot een omvangrijk leerstuk. Tot slot komt de auteur terug op de in de inleiding aangehaalde Bossche zaak en neemt de auteur de introductie van het vertrouwensverweer in Nederland in overweging.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2008
AA20080790

Hoe gemeen is de aansprakelijkheid van de wegvervoerder volgens Boek 8 BW?

M.A. van de Laarschot

In deze bijdrage worden aan de hand van het arrest van de Hoge Raad van 6 april 1990 inzake Van Gend & Loos versus Vitesse (HR 6 april 1990, NJ 1991, 689) enige aspecten van de aansprakelijkheid van de wegvervoerder volgens Boek 8 BW behandeld en vergeleken met aansprakelijkheidsregels volgens het gemene recht.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930427

Ingrid Kolkman

J. Hijma

Hoge Raad 1 juni 1990, nr. ZW 1987/101, ECLI:NL:CRVB:1989:AK8854 De Hoge Raad casseert in dit arrest de uitspraak van het hof in een zaak waarbij het gaat om verkeersaansprakelijkheid na een aanrijding van een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist. De Hoge Raad oordeelt dat de automobilist in deze gevallen altijd voor de volledige schade aansprakelijk is tenzij het schade lijdende kind heeft gehandeld met opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In de noot wordt dieper op het systeem van art. 31 WVW (oud) ingegaan en een onderscheid gemaakt tussen overmacht, eigen schuld en de billijkheidscorrectie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910064

Inleiding Rode draad ‘Beroepsaansprakelijkheid’

J. Broekhuizen, A.J. Verheij, A. van Vught

In deze inleiding bij de Rode draad 'Beroepsaansprakelijkheid' wordt ingegaan op het nieuwe thema van de Rode draad en wordt geschetst welke onderwerpen aan bod kunnen komen bij de aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
januari 1995
AA19950012

Resultaat 49–60 van de 137 resultaten wordt getoond