aansprakelijkheid

Resultaat 25–36 van de 137 resultaten wordt getoond

De contractuele aansprakelijkheid van de medisch specialist bij het gebruik van een chirurgische robot met artificiële intelligentie

Y. Hafez

Post thumbnail

Het gebruik van een chirurgische robot met artificiële intelligentie (AI) roept specifieke aansprakelijkheidsvragen op. Aan de hand van welke toetsingsmaatstaf moeten we bijvoorbeeld beoordelen of het gebruik van zo’n robot een tekortkoming oplevert, en in welke gevallen is zo’n tekortkoming toerekenbaar? De regelgeving van afdeling 6.1.9 BW en de wettelijke normen die specifiek gelden voor hulpverleners bieden onvoldoende uitkomst. Technologische ontwikkelingen zijn, evenals de huidige ontwikkelingen in (Europese) wetgeving, meer dan welkom.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
april 2022
AA20220257

De implementatie van de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht

S.S. Zoeteman

Op 26 november 2014 is de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht vastgesteld (hierna: de richtlijn). De richtlijn bevat regels over schadevergoedingsvorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht van de Europese Unie. Bij de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht op 10 februari 2017 is de richtlijn omgezet in nationaal recht. In deze bijdrage worden de voornaamste veranderingen besproken die de Implementatiewet heeft teweeggebracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2017
AA20170440

De onbevoegde officier van justitie (De Staat & Van Hilten-M.)

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 11 oktober 1991, nr. 14302, ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, RvdW 1991, 218, AB 1992, 62, nt. FHvdB (De Staat & Van Hilten/M.) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over de aansprakelijkheid van de Staat voor het onrechtmatig handelen van een officier van justitie én diens persoonlijke aansprakelijkheid. De rechtbank overwoog, dat nu de officier van justitie een beperking heeft bevolen die het vrij verkeer tussen verdachte en raadsman belemmert, welke beperking alleen door de R-C bevolen kan worden, de officier van justitie naast de Staat persoonlijk aansprakelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat het handelen van de officier van justitie als een onrechtmatige daad van de Staat heeft te gelden en daarmee laat zij het oordeel van de rechtbank in stand. Wat betreft het oordeel van de rechtbank dat de officier van justitie persoonlijk aansprakelijk is voor het overschrijden van diens bevoegdheden, laat de Hoge Raad het oordeel van de rechtbank niet in stand. De Hoge Raad overweegt dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van een officier van justitie slechts plaats ia als de officier een persoonlijk verwijt van het onrechtmatig handelen kan worden gemaakt. In het onderhavige geval is dat volgens de Hoge Raad niet het geval nu de stand van de literatuur en jurisprudentie ten aanzien van de overschreden bevoegdheid niet duidelijk is uitgekristalliseerd. In de noot wordt dieper ingegaan op de civielrechtelijke aspecten van de uitspraak zoals de aansprakelijkheid voor fouten van werknemers.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1992
AA19920792

De personenvennootschap op weg naar 2020

Het rapport Modernisering personenvennootschappen: een geslaagde eerste aftrap

H.E. Boschma, J.B. Wezeman

Post thumbnail

In de Nederlandse ondernemingspraktijk nemen personenvennootschappen een vooraanstaande plaats in. Het is dan ook verheugend dat de modernisering van het personenvennootschapsrecht weer hoog op de wetgevingsagenda is geplaatst. De Minister van Veiligheid en Justitie gaat werken aan een voorontwerp van een wettelijke regeling, waarbij wordt voortgebouwd op het rapport ‘Modernisering personenvennootschappen’ van de Werkgroep Personenvennootschappen. Dit rapport wordt in deze bijdrage besproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2017
AA20170203

De relativiteit van de ongeschreven norm naar Nederlands en Engels recht

R.J.Q. Klomp

Het relativiteitsvereiste levert in de praktijk van het delictuele aansprakelijkheidsrecht zelden problemen op. Toch is het, vooral in het onderwijs, een lastig onderwerp. Het kan een stuk eenvoudiger, zo zal in onderstaande bijdrage worden betoogd. Voorzover het de relativiteit van de ongeschreven norm betreft kunnen we wat van het Engels recht leren.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980398

De relativiteit van de toelating als vluchteling

S.D. Lindenbergh

Hoge Raad 13 april 2007, nr. C06/081HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ8751, LJN: AZ8751, RvdW 2007, 397 (Staat/Y) In deze annotatie komt aan de orde hoe de Hoge Raad heeft geoordeeld over de relativiteitsleer bij een geschonden norm over toelating tot Nederland en het daardoor mislopen van inkomsten. De annotator gaat in op de verschillende aspecten van de relativiteitsleer en bespreekt de achtergronden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2007
AA20070777

De rol van de vernietiging van een arbitraal vonnis bij de aansprakelijkheid van arbiters

P.E. Ernste, G.J. Meijer

Post thumbnail

De procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis speelt een belangrijke rol in het leerstuk van aansprakelijkheid van arbiters. Bij het bepalen aan de hand van welke aansprakelijkheidsmaatstaf het handelen van de arbiter dient te worden beoordeeld, is van belang of het gewraakte handelen in het kader van de vernietigingsprocedure ter toetsing aan de rechter kan worden voorgelegd. De strikte Greenworld-maatstaf geldt slechts voor fouten die samenhangen met de rechterlijke taak, welk handelen in een vernietigingsprocedure kan worden getoetst. Voor aansprakelijkheid van de arbiter is dan één van de voorwaarden dat het arbitrale vonnis is vernietigd. De arbiter heeft hierdoor belang bij de uitkomst van de vernietigingsprocedure en daarmee een belang om zich te voegen in de vernietigingsprocedure. Het middel van ‘remission’ (art. 1065a Rv) kan evenwel in de weg staan aan de voeging van de arbiter in de vernietigingsprocedure.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2017
AA20170682

De Shell Nigeria-arresten van het hof Den Haag, een doorbraak bij internationale milieuschade?

S.M. Bartman, C. de Groot

Hof Den Haag 29 januari 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:132 (Oguru) en ECLI:NL:GHDHA:2021:133 (Dooh)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2021
AA20210384

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)

C.D.J. Bulten, C.J.H. Jansen

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op de VOC die bekend staat als de eerste Nederlande kapitaalvennootschap; de voorloper van de huidige N.V. In het artikel wordt ingegaan op de zeggenschapsstructuur, bevoegdheden en aansprakelijkheidbeperkingen.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
mei 2009
AA20090339

De verhouding tussen sportregel en rechtsregel

C. Boon

In deze eerste bijdrage aan de Rode draad wordt ingegaan op het karakter van sport, de verschillen tussen rechts- en sportregels en wordt civielrechtelijke jurisprudentie besproken die ziet op de aansprakelijkheid bij schade ontstaan in sportsituaties.

Overig | Rode draad | Sport en recht
januari 1996
AA19960023

De wonderbaarlijke wedergeboorte(n) van de cosument

E.H. Hondius

In deze column gaat Hondius in op het succes van de Europese Unie dat het heeft gehad op het consumentenrecht en de (moderne) bedreigingen die er uit voortvloeiden.

Opinie | Column
juni 2009
AA20090379

De zaak HIJSM/Morré en de introductie van de gulden middenweg

A.L.M. Keirse

In 1916 wierp de Hoge Raad in HIJSM/Morré het keurslijf van alles of niets af en zette hij in het verbintenissenrecht de deur open voor proportionele benaderingen. De moderne rechtspraktijk maakt hiervan (on)dankbaar gebruik en kiest veelvuldig een middenweg tussen de tegengestelde standpunten van partijen, maar is vergeten dat het allemaal begon met deze zaak. Vandaar deze leading case in de schijnwerpers.

Blauwe pagina's | Spraakmakende Zaken
juni 2021
AA20210524

Resultaat 25–36 van de 137 resultaten wordt getoond