Maandbladartikel

Resultaat 433–444 van de 6758 resultaten wordt getoond

Bachelor-masterstructuur en toegang tot juridische beroepen: de stand van zaken

A.F.M. Dorresteijn, R.C.H. van Otterlo

De invoering van de bachelor-masterstructuur, in het jargon de BaMa, heeft in de universitaire rechtenopleidingen het nodige teweeggebracht. In plaats van een doctoraaldiploma als eindpunt van de opleiding kan een student thans achtereenvolgens twee graden behalen die elk als afronding van een opleiding gelden: de graad van bachelor en de graad van master. De BaMa had verder tot gevolg dat het wettelijk vereiste diploma voor toegang tot juridische beroepen aanvankelijk is vertaald in de eis van een cumulatie van wo-bachelor en wo-master, beide op het gebied van het recht. Daardoor zouden hbo-

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2006
AA20060389

Bakassi

Balanceren tussen vertrouwen en wantrouwen: vliegen we uit de bocht?

L.A.G.M. van der Geld

Met de protocollen en procedures om toezicht te kunnen houden is het de laatste jaren flink uit de klauwen gelopen. Lucienne van der Geld schrijft in deze column dat zij graag meer kwaliteit en minder administratieve rompslomp ziet.

Opinie | Column
juni 2021
AA20210596

Balzac en het recht

E.H. Hondius

Ewoud Hondius schrijft over de beroemde Franse schrijver Honoré de Balzac, die – dankzij de rol die het recht in zijn romans speelt – ook onder Nederlandse juristen de nodige aanhangers heeft.

Opinie | Column
oktober 2013
AA20130735

BAMA, toga en civiel effect

A. Gerritsen-Bosselaar

De universitaire juridische opleiding met meesterstitel geeft niet onvoorwaardelijk toegang tot de advocatuur. Wie definitief wil worden ingeschreven als advocaat moet na de universitaire opleiding de beroepsopleiding advocatuur afronden. De beroepsopleiding heeft daarmee feitelijk het civiel effect van de universitaire studie overgenomen. In het onderstaande artikel bespreek ik de ontwikkelingen die zich de laatste decennia hebben voorgedaan met betrekking tot de beroepsvereisten en de opleidingen voor aankomend en beginnend advocaten, en onderzoek ik of de invoering van het bachelor-masterstelsel kansen biedt voor een samenwerking tussen de universiteiten en de advocatuur, die ertoe kan leiden dat het civiel effect weer terugkomt bij de universiteiten.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 2002
AA20020690

Bancaire zorgplicht en dwaling bij het aangaan van renteswaps

Annotatie bij HR 4 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1499

D. Busch

Hoge Raad 4 oktober 2019, nr. 18/00875, ECLI:NL:HR:2019:1499 (ABN AMRO Bank N.V./X c.s.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2020
AA20200070

Bangalijsten: de juridische aanpak van een maatschappelijk probleem

W.Y. Hu, B.C.J. van Kemenade

Bangalijsten brengen enorme schade toe, en de juridische aanpak is ingewikkeld door anonieme verspreiders en de snelle verspreiding via sociale media. In dit redactioneel worden strafrechtelijke, civielrechtelijke en bestuursrechtelijke opties verkend, evenals de verantwoordelijkheid van technologiebedrijven. De auteurs pleiten voor meer samenwerking tussen de verschillende juridische domeinen.

Opinie | Redactioneel
oktober 2024
AA20240811

Bank en het kredietverkeer: het onzekere voor het zekere nemen

J.W.H. Lemmen, T.A. van Polanen

Meerdere strategische procedures voor de Hoge Raad hebben ervoor gezorgd dat bij zakelijke kredietverlening de positie van Nederlandse banken zo sterk is dat zij in de meeste gevallen een zekerheidsrecht hebben op alle vermogensbestanddelen van de debiteur. Een praktisch argument speelt voor de Hoge Raad een belangrijke rol om hierin mee te gaan. Hij meent dat de ijzersterke positie van de bank in het belang is van een vlot functionerend kredietverkeer. De auteurs onderzoeken het waarheidsgehalte van deze stelling. Zij komen tot de conclusie dat zij als uitgangspunt voor toekomstige jurisprudentie niet langer voldoet.

Opinie | Redactioneel
januari 2020
AA20200003

Banken: houd ze te vriend!

D. Hamwijk

Op 29 juni jongstleden heeft de Commissie Kortmann (hierna: de Commissie) minister Donner per brief ingelicht over haar voorontwerp van de Insolventiewet, waarmee de huidige Faillisse-mentswet zal worden herzien. De vraag is of de Commissie haar doel bereikt met de door haar gedane voorstellen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2006
AA20060726

Bankhypotheek in gezamenlijk verband

P. Brown

In dit artikel wordt bekeken in welke vorm het beste hypotheek kan worden bedongen voor een lening waarbij meerdere crediteuren partij zijn. Men moet hier denken aan de lopende financiering van een bouwprojekt (bijvoorbeeld de Kanaaltunnel) of kredietverlening aan een noodlijdend bedrijf (bijvoorbeeld DAF); enorme bedragen dus die alleen door een consortium van banken opgebracht kunnen worden. Valt dit hypotheekrecht in een wettelijke gemeenschap? Zo ja, wat zijn de problemen die zich daarbij voordoen, vooral met betrekking tot het bankhypotheekrecht? Zijn er alternatieven voor de praktijk?

Verdieping | Studentartikel
juni 1996
AA19960404

Barbie-pop-arrest

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 21 februari 1992 (mrs. Snijders, Hermans, Bloembergen, Haak, Heemskerk; A.-G. Asser), nr. 14454, ECLI:NL:HR:1992:ZC0513, RvdW 1992, 61' (Barbie/Sindy). Ook bekend als het Barbie-pop-arrest. Arrest van de Hoge Raad op het gebied van het auteursrecht. De Hoge Raad formuleert inzake een auteursrechtinbreuk de volgende rechtsregel: 'Tegen een vordering gebaseerd op auteursrechtinbreuk kan het verweer worden gevoerd dat ondanks de overeenstemming tussen twee werken er sprake is van een zelfstandige schepping die niet de vrucht is van ontlening, ook niet van onbewuste ontlening.' (Auteurswet 1912 art. 1 en 13; BTMW art. 21 lid 1)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1993
AA19930295

Baris-Riezenkamp

W.C.L. van der Grinten

Hoge Raad 15 november 1957, nr. AG2023, ECLI:NL:HR:1957:AG2023 (Baris/Riezenkamp)

februari 1958
AA19580103

Resultaat 433–444 van de 6758 resultaten wordt getoond