Maandbladartikel

Het EVRM en de partij-getuige

G.R. Rutgers

Hoge Raad 19 februari 1988, nr. 13151, ECLI:NL:HR:1988:AD0203, NJ 1988, 725 (Dombo Beheer BV/Nederlandse Middenstandsbank NV) Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 27 oktober 1993, Application no. 14448/88, ECLI:CE:ECHR:1993:1027JUD001444888 (Dombo Beheer BV/The Netherlands) Twee uitspraken, zowel van de Hoge Raad (19-2-1988) en het EHRM (27-10-1993) worden besproken. De uitspraak van het EHRM volgt op de uitspraak van de Hoge Raad. Het gaat i.c. om de partij als getuige. Onder het oude recht stond het OBW en het oude Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering niet toe. I.c. heeft de (oud) directeur van een bv niet kunnen getuigen. Volgens het EHRM is dit in strijd met de regels van een eerlijk proces. Het EHRM kent geen 'minnelijke genoegdoening' (schadevergoeding) toe omdat indien de getuigenis wel had plaatsgevonden niet zeker was of de verliezende partij in dat geval gewonnen had.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1994
AA19940758

Het EVRM: het absolute minimum of het maximum aan bescherming?

J.G.H. Altena-Davidsen, F. Kartner

De houding van Nederland ten opzichte van het EVRM lijkt te zijn veranderd onder het inmiddels demissionaire kabinet Rutte I. Het EVRM lijkt van een absoluut minimum het maximum aan bescherming te zijn geworden; deze ontwikkeling proberen wij te verklaren. De nieuw te vormen regering moet volgens ons een eigen visie hebben op grondrechtenbescherming en op basis daarvan een standpunt bepalen over het EVRM en andere verdragen.

Opinie | Opiniërend artikel | Redactioneel
juni 2012
AA20120413

Het examen

J.M.A. Biesheuvel

december 1984
AA19840732

Het experiment waard

De overdracht van bevoegdheid voor prejudiciële vragen in btw-zaken van het Hof van Justitie naar het Gerecht

A.J. van Doesum

Post thumbnail Sinds kort heeft het Hof van Justitie de bevoegdheid voor prejudiciële vragen in (onder andere) btw-zaken overgedragen aan het Gerecht. Ad van Doesum plaatst hier kanttekeningen bij, maar denkt dat dit experiment misschien wel kan leiden tot een verhoging van de kwaliteit van de Europese btw-rechtspraak.

Opinie | Amuse
mei 2024
AA20240382

Het faciliteren van start-ups: is een (nog) meer debiteurvriendelijk insolventiesysteem gewenst?

T.L.M. Verdoes

Post thumbnail Start-ups zijn een belangrijke bron van waardecreatie. De succesverhalen van Google, Uber en Booking.com spreken tot de verbeelding. Maar succes is niet verzekerd, start-ups zijn bijzonder risicovol en slechts een klein percentage is succesvol. In hoeverre is een (nog) meer debiteurvriendelijk insolventiesysteem een geschikt middel om het aantal succesvolle start-ups te beïnvloeden en het aantal niet succesvolle start-ups efficiënt te laten afvloeien?

Opinie | Opiniërend artikel
december 2024
AA20241008

Het falen en slagen van oorlogstribunalen: lessen van Saddam Hoessein en Milosovic, Den Haag, Neurenberg en Leipzig

E. Blankenburg

Bij de morele oorlogsvoering van onze dagen hoort het recht. Waar in de 19de eeuw historische claims of nationale belangen voldeden, wordt heden ten dage de bevrijding van een crimineel regime als legitimatiegrond aangevoerd. Bij deze rechtvaardiging hoort dan ook de berechting van 'schuldigen', liefst voor een internationaal erkend tribunaal. Het idee terug naar de berechting van oorlogsschuld na de twee wereldoorlogen van de 20e eeuw. Diens geschiedenis toont aan hoe de gerechtelijke afrekening kan slagen en hoe zij kan mislukken. In het volgende betoog worden er enkele lessen getrokken uit deze geschiedenis, en dan in het bijzonder met betrekking tot degenen die bij het tribunaal van Saddam Hoessein veronachtzaamd zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2007
AA20070138

Het fiduciaverbod en de beschermingsgedachte: miskend, ontkend of vergeten?

W.H.B.K. Nieuwesteeg

Post thumbnail Het fiduciaverbod is een van de meest besproken goederenrechtelijke onderwerpen van de laatste eeuw. Deze bijdrage beschrijft de figuur waartegen het verbod zich richt: de zekerheidseigendom. Verder wordt ingegaan op de ratio van het verbod, de nadere vormgeving ervan en enkele recente ontwikkelingen die de figuur in zijn huidige vorm naar mening van de auteur onhoudbaar maken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2020
AA20200169

Het fiscaal bodemrecht: de impasse duurt voort

D.F.H. Stein

Toen men in 1990 de nieuwe Invorderingswet (Iw 1990) invoerde, werd vanwege de vertraging rondom de invoering van het nieuwe BW de status quo rondom het fiscaal bodemrecht gehandhaafd. Dit ‘recht’ bestaat uit twee ‘componenten’. Op grond van artikel 21 lid 2 Iw 1990 heeft de fiscus een voorrecht op alle goederen van de schuldenaar (bodemvoorrecht). Daarnaast zijn op grond van artikel 22 lid 3 Iw 1990 ook goederen van derden vatbaar voor verhaal door de fiscus. Wel werd in de zogeheten ‘horizonbepaling’ (art. 70 Iw 1990) bepaald dat artikel 22 lid 3 Iw 1990 zou komen te vervallen op 1 januari 1993, tenzij (i) een wetsvoorstel met een definitieve regeling van het fiscaal bodemrecht bij de Tweede Kamer zou zijn ingediend, of (ii) een wetsvoorstel zou zijn aangenomen ter verlenging van de vervaltermijn met ten hoogste een jaar. Meer dan twintig jaar later zijn we nog steeds in de situatie die in 1990 als ‘tijdelijk’ werd ingevoerd.

Opinie | Redactioneel
juni 2011
AA20110413

Het Forum humane tenuitvoerlegging levenslange gevangenisstraf

W.F. van Hattum

In dit artikel beschrijft Wiene van Hattum de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf vanaf de jaren 50 tot heden. In het laatste decennium is een omslag te zien; resocialisatie en een menswaardige behandeling staan niet langer voorop. Deze omslag was de aanleiding voor het oprichten van het Forum Levenslang: een groep deskundigen op het gebied van strafrechtspleging en -toepassing die door onder andere het geven van lezingen en het publiceren van artikelen hopen politici en rechters te overtuigen van de noodzaak tot bijstelling van het beleid.

Perspectief | Perspectiefartikel
april 2012
AA20120312

Het gebruik van Bayesiaanse netwerken in de ­forensische (DNA-)statistiek

A.D. Kloosterman, M.J. Sjerps

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100502

Het gefinancierde rechtswetenschappelijke onderzoek onder de loep

M.V.R. Snel, J.B.M. Vranken

Post thumbnail In de rechtswetenschappelijke gemeenschap bestaat de indruk dat juridisch onderzoek met een interdisciplinaire en/of empirische component bij verstrekkers van onderzoeksubsidies voorrang krijgt. Of, en zo ja in hoeverre dat werkelijk zo is, onderzochten wij in deze bijdrage op basis van een bestudering van het door de European Research Council, Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en rechtenfaculteiten gefinancierde juridisch (promotie)onderzoek.

september 2019
AA20190712

Het geheim van de raadkamer: een waardevol bezit

J.L.W. Broeksteeg

Met nawoorden van Arend Soeteman en Anka Ernes

Opinie | Reactie/nawoord
maart 2011
AA20110247