Shop

Commerciële aspecten van de sport

H.T. van Staveren

Vercommercialisering heeft te maken met de verkoop van een product. Dat product bestaat uit de sportprestaties van de sportorganisatie — de club, de bond of een andere soortgelijke organisatie — en uit de sportprestaties van de betrokken sporters. Bij de verkoop van het product is natuurlijk van groot belang wie de rechten op die prestaties kan doen gelden. Dit artikel gaat in op de rechten van de sportorganisatie en de sporter op hun respectievelijke prestaties alsmede op de verhouding tussen die rechten.

Overig | Rode draad | Sport en recht
december 1996
AA19960744

De turbo-bv

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 18 oktober 1995, nr. 30 643, ECLI:NL:HR:1995:AA3109, BNB 1996/189 (De turbo-bv) In de noot bij deze uitspraak van de belastingkamer van de Hoge Raad wordt ingegaan op het feit dat de volstorting van aandelen met waardeloze vorderingen op de betreffende BV ook in fiscaal opzicht als volstorting wordt aangemerkt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1996
AA19960775

Een nieuw Wetboek van Strafvordering voor de Nederlandse Antillen en Aruba?

S. van Gessel, M.F.J. Haak

In dit redactionele artikel wordt door twee redacteurs van Ars Aequi ingegaan op het nieuwe Wetboek van Strafvordering op de Nederlandse Antillen waar de cautie pas later behoeft te worden gegeven dan in Nederland en er voor verdachten een legitimatieplicht bestaat. Ook wordt er ingegaan op het strafrechtelijk kort geding waarbij er voor gedupeerden en andere belanghebbenden de mogelijkheid bestaat om voorzieningen te verzoeken bij de rechter. Redacteuren gaan daarbij ook in op het in het Koninkrijk der Nederlanden geldende concordantiebeginsel dat is opgenomen in het Statuut.

Opinie | Redactioneel
december 1996
AA19960737

Een stroom van schade-(re)acties?

Nawoord op bovenstaande reactie

M. Scheffers, A. van Vught

Nawoord op een reactie op eerder redactioneel artikel waarin wordt ingegaan op de collectieve actie over onredelijke bezwaarlijkheid van algemene voorwaarden.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1996
AA19960757

Rechtsvraag (258) strafprocesrecht

J.W. Fokkens

Rechtsvraag op het gebied van strafprocesrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
december 1996
AA19960778

Streekplan Zuid-Holland Oost; besluiten in de zin van de Awb

Th.G. Drupsteen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 december 1995, ECLI:NL:RVS:1995:AN5094, nr. FO 1.95.0203 (mr. De Vries), AB 1996, 303, m.nt. PvB, Gem. Stem 1996, 7037, nr. 4, m.nt. HH. In deze uitspraak van de ABRvS en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de rechtsbescherming bij besluiten en plannen die genomen en gemaakt worden op basis van de WRO.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1996
AA19960768

Toekomstige uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens

H.G. Schermers

Dit is het vijfde overzicht van zaken die door de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zijn verwezen en waarover binnen het komende jaar een uitspraak van het Hof kan worden verwacht. Evenals vorige keren zijn een tiental zaken gelicht uit de stroom van zaken die aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zijn voorgelegd. Wij hopen hiermee de belangrijkste zaken onder de aandacht van de lezers van Ars Aequi te brengen. Omdat prof. Schermers in juli 1996 is afgetreden als lid van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens zal dit zijn laatste bijdrage zijn in deze rubriek.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 1996
AA19960758

Vormverzuim in de wetgeving

P. Groenhuis

In deze reactie gaat de auteur in op een eerder artikel in Ars Aequi waarin de nieuwe wetgeving wordt besproken met betrekking tot schending van vormvoorschriften in het strafproces. De auteur gaat in op de wenselijkheid en de werking van de nieuwe regels rondom vormvoorschriften.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1996
AA19960752

De United Nations Compensation Commission

Een stap vooruit in het internationale staatsaansprakelijkheidsrecht?

L. van Zoelen

Inmiddels is het meer dan vijf jaar geleden dat de Golfoorlog na ingrijpen van de Verenigde Naties (VN) tot een einde kwam. De schade die in die oorlog werd toegebracht, is enorm. Minder bekend is dat de slachtoffers van de Golfoorlog — en hier betreft het zowel natuurlijke personen als nationale en internationale rechtspersonen — een schadevergoeding van Irak kunnen ontvangen via de United Nations Compensation Commission (UNCC). Deze Commissie is speciaal door de Veiligheidsraad (VR) opgericht om schadevergoedingen toe te kennen uit het United Nations Compensation Fund (UNCF). Opmerkelijk is dat deze Commissie die de claims beoordeelt tevens bevoegd is om, voorzover de VR daarin niet heeft voorzien, de aansprakelijkheid van Irak en de schadevergoedingsprocedure zelf nader te regelen. In welke mate verschillen de UNCC-regels en die van de VR van het traditionele staatsaansprakelijkheidsrecht en in hoeverre kan de inhoud ervan bijdragen aan een verbetering van het traditionele internationale aansprakelijkheidsrecht?

Verdieping | Studentartikel
december 1996
AA19960738

Het staatsnoodrecht herzien: het onvoorzienbare gesystematiseerd

T.D. Cammelbeeck

In dit artikel wordt de wetgeving besproken die tot stand is gebracht op basis van artikel 103 Grondwet en die uitzonderingstoestanden regelt. Het gaat daarbij om vier verschillende wetten die in dit artikel besproken worden, te weten: Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, Invoeringswet Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg) en de Oorlogswet voor Nederland (OWN). Er wordt ingegaan op de inhoud en de totstandkoming van de herzieningsoperatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1996
AA19960762

‘Ik kon nooit tegen mijn verlies’

Interview met prof.mr. H.T. van Staveren

M.F.J. Haak, J.S. Kortmann

Heiko van Staveren is verwikkeld in bijna alles wat maar met sport te maken heeft. Zelf begon hij zijn sportcarrière jaren geleden bij de toenmalige hockeyclub HTCC in Brabant. Hij verwierf zich een plek in het Nederlands Elftal, waarin hij samenspeelde met onder andere de Chef de Mission van de laatste Olympische Spelen, André Bol¬huis ('Bolhaus zum Gladbach, zo noemden we hem'). De topsport-geest is hij nooit meer kwijtgeraakt: naar eigen zeggen kan hij nog steeds niet een uurtje joggen zonder paaltjes te tellen en tussentijden te klokken. Van Staveren heeft in Utrecht gestudeerd, en is daar in 1981 bij professor B. Wachter ook gepromoveerd op het onderwerp 'Het voet-balcontract'. Tegenwoordig is hij hoogleraar Sport en Recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij is lid van vele adviesraden van de verschillende sportbonden. Behalve voor deze direct aan sport ge¬lieerde instanties doet hij zo nu en dan ook onderzoeken voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Na een sportieve zoektocht langs de diverse verdiepingen van de rechtenfaculteit van de VU, vonden we Van Staveren op de zevende.

Overig | Rode draad | Sport en recht | Verdieping | Interview
november 1996
AA19960683

Beantwoording rechtsvraag (254) voor eerstejaars

Materieel strafrecht

Th.A. de Roos

Bij de beantwoording van deze rechtsvraag voor eerstejaars komt aan de orde onder welke delictsomschrijvingen de in de casus geschetste gedragingen vallen. Ook wordt er antwoord gegegeven op de verweren die de verschillende verdachten kunnen voeren tegen hun verdenking.

Perspectief | Rechtsvraag
november 1996
AA19960721