Shop

Het mensenrechtenbeleid van het Rode Kruis

P. van Essen

Het Rode Kruis is een organisatie gericht op het verzachten van het menselijk leed. Meer bekendheid geven aan het humanitaire recht is een van haar taken. Sinds een aantal jaren houdt het Rode Kruis zich bezig met de relatie gewapend conflict - mensenrechten. Het is van mening dat deze rechten tijdens een oorlogssituatie gerespecteerd dienen te worden. Door het helpen van slachtoffers van oorlogen of andere rampen draagt het Rode Kruis ook zeker mee aan het respect voor mensenrechten. Het Rode Kruis kan echter nooit de plaats van een staat innemen en zal altijd zijn Grondbeginselen moeten handhaven.

november 1987
AA19870698

Het mededingingsrechtelijk ondernemingsbegrip in het hoger onderwijs

Ph.M. Wiggers

Zijn de huidige hoer onderwijsinstellingen aan te merken als ondernemingen in de zin van het mededingingsrecht? Blijft de positie van de hoger onderwijsinstellingen in dat opzicht in de toekomst onveranderd? Wat zijn de gevolgen van de voorgenomen nieuwe wijze van financiering van het hoger onderwijs? Op deze en andere vragen geeft dit artikel een antwoord.

Verdieping | Studentartikel
september 2005
AA20050666

Het Max-Planck-Instituut voor buitenlands en internationaal strafrecht

C. Waling

Voor de wetgever en de wetenschapper spelen buitenlandse ervaringen en internationale harmonisatie van nationale wetgeving een steeds belangrijker rol. Het Max-Planck-Instituut verricht wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het Duitse, buitenlandse en internationale strafrecht en de criminologie. Daartoe bezit het instituut drie onderzoeksafdelingen, die zich bezighouden met respectievelijk strafrecht, criminologie en geneeskunde en recht.

november 1987
AA19870693

Het Manifest van Leeuwarden: 5 jaar na dato

M.E.L. Fikkers, H. de Hek, J.H. Kuijper, K.E. Mollema, R.A. van der Pol, I. Tubben, M.W. Zandbergen

Post thumbnail

Het protest dat zeven raadsheren uit Leeuwarden eind 2012 lieten horen tegen de manier waarop de rechtspraak wordt bestuurd en gefinancierd heeft veel discussie uitgelokt en veel pennen in beweging gebracht. Na vijf jaar moet echter ook worden geconstateerd dat herstel van een ernstig gebrek in de organisatie van de trias politica is uitgebleven.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2017
AA20171024

Het lustrum van het dispuutgezelschap Joannes van der Linden

P.A. Stein

In Amsterdam bevindt zich een studentendispuut, dat de naam van Joannes van der Linden draagt. Ter gelegenheid van zijn derde lustrum organiseerde het dispuutgezelschap een symposium te Amsterdam dat aan het NBW (Nieuw Burgerlijk Wetboek) was gewijd.

januari 1984
AA19840014

Het lichamelijkste deel van het recht

De naakte discodanser of de verliefdheid van informatiejuristen

A.A. Quaedvlieg

In deze amuse wordt door Quaedvlieg op een amusante wijze ingegaan op het portretrecht aan de hand van een bekende uitspraak van de Hoge Raad. Zie ook: HR 2 mei 1997, NJ 1997, 661 (Discodanser).

Opinie | Amuse
september 2003
AA20030606

Het liberalisme van Mark Rutte en de Kop van Jut

W.J. Veraart

Wouter Veraart vertelt het verhaal van moordenaar Hendrik Jut en zijn advocaat, de latere minister-president P.W.A. Cort van der Linden, en gaat dan over tot een vergelijking tussen Cort van der Linden en de huidige premier Rutte, met name hoe zij omgaan met volkse sentimenten.

Opinie | Column
januari 2012
AA20120025

Het Leyden-Amsterdam-Columbia Summer Program in American Law

G.P. Poiesz, J.J. de Robbé

Elk jaar wordt in Leiden dan wel in Amsterdam een introductie gegeven in verschillende gebieden van het Amerikaanse recht door hoogleraren van Columbia University, New York. Het Columbia Summer Program vormt een uitstekende wijze om in betrekkelijk korte tijd vertrouwd te raken met het Amerikaanse rechtssysteem. Voor een goed begrip van het proces van de Europese eenwording is dit recht een belangrijke bron. Voorts garandeert de internationale deelname dat men kennismaakt met de specifieke manier van denken die inherent is aan een heel ander rechtsstelsel. Het programma staat mede om die redenen al jaren in de belangstelling. In dit artikel pogen de auteurs een schets te geven van de opzet, het doel en de inhoud van het Columbia Summer Program.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 1993
AA19930108

Het leven is vaak sterker dan de leer!

Interview met prof.dr. G.P. Hoefnagels

E. Baken, A. Snijder-Lobik

Peter Hoefnagels werd in 1927 in Bilthoven geboren. Hij studeerde Indisch recht en psychologie in Utrecht. Gedurende zijn militaire diensttijd was hij werkzaam als griffier en als plaatsvervangend officier-commissaris bij de Krijgsraad, waar hij werd geïnspireerd tot het schrijven van een van zijn bekendste boeken: 'Rituelen ter terechtzitting'. In 1957 promoveerde hij op de dissertatie 'De Rapportage in het kinderrecht'. Vervolgens werkte hij onder meer bij de Raad voor de Kinderbescherming en aan een sociale academie. Daarna was hij fellow aan de Universiteit van Californië in 'The Center for Law and Society'. Sinds 1965 in Hoefnagels werkzaam als hoogleraar Criminologie en Kinderrecht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast houdt hij zich bezig met bemiddeling op het gebied van echtscheiding. Tevens is hij lid van de Eerste Kamer (D'66). In dit interview wordt onder meer aandacht besteed aan de ideeën van prof.dr. G.P. Hoefnagels over echtscheidingsbemiddeling, omgangsrecht en de toekomst van het echtscheidingsrecht. Hij pleit tevens voor een 'doe-het-zelf-scheiding' en een zogenaamde gehuwdenverzekering, die na scheiding verzekert van een uitkering. Ten slotte komt zijn kritiek op de Raad voor de Kinderbescherming ter sprake.

Verdieping | Interview
november 1990
AA19900811

Het lek van Nootdorp, beschouwingen over het verschoningsrecht van journalisten

P.J.R. Habraken

Mag een journalist zich ter bescherming van zijn bronnen verschonen van het afleggen van getuigenis in rechte? In dit artikel wordt naar aanleiding van de geruchtmakende 'Nootdorp-affaire' het geldende recht met betrekking tot het journalistieke verschoningsrecht onderzocht. Hierbij komt aan de orde de vraag, of artikel 10 ECRM — eventueel in verband met artikel 19 BuPo-verdrag — de journalist in dat opzicht wellicht nieuwe mogelijkheden biedt.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1989
AA19890825

Het legaliteitsbeginsel in Straatburgs perspectief

J. de Hullu

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 22 november 1995, Application no. 20190/92, ECLI:CE:ECHR:1995:1122JUD002019092 (C.R. v. the United Kingdom) Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan gewijzigde om¬standigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1996
AA19960508

Het legaliteitsbeginsel in het strafrecht

F.G.H. Kristen

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
september 2010
AA20100641