Shop

Het jaarverslag van het Openbaar Ministerie over 1981: op de rand van opportunisme

J. de Hullu

Als bijlage bij de justitiebegroting voor 1983 is het jaarverslag van het Openbaar Ministerie (OM) over 1981 gevoegd. In dat jaarverslag legt het OM publiekelijk verantwoording af over het door haar gevoerde beleid en over haar toekomstplannen. Vooral de toekomstplannen van het OM verdienen de aandacht. Centraal in het jaarverslag staat namelijk de wanverhouding tussen wat men aan werk binnen krijgt en wat men aankan. Als begin van een oplossing wordt nu de prioriteitstelling bij opsporing en vervolging van strafbare feiten gepresenteerd. In het onderstaande zal na een korte inleiding over het OM gedurende de laatste jaren en de werkoverlast van het justitieel apparaat, aandacht besteed warden aan de nieuwe toverformule: prioriteitstelling.

mei 1983
AA19830438

Het is toch anders dan gedacht: executoriaal derdenbeslag heeft geen voortdurende stuitende werking

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 30 september 2016, nr. 15/01943, ECLI:NL:HR:2016:2222 (Pegroam/mr. X)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2017
AA20170316

Het is een bitje onduidelijk

K.H.P. Bovend'Eerdt, J.A. Hofman

Volgens artikel 10 Vafi mag een advocaat in beginsel slechts girale betalingen aanvaarden. Is een in bitcoins verrichte transactie met de tekst en ratio van de Vafi te verenigen? Een betaling verricht via het Bitcoinplatform (wat onderscheiden moet worden van een betaling in bitcoins) valt te kwalificeren als een girale betaling. Belangrijker is de ratio van de Vafi: voorkomen dat betaald wordt met geld verkregen uit criminele handelingen. Het heersende idee is dat bij bitcoins de herkomst van het geld niet bekend is. Deze betalingen kunnen echter herleid worden en zijn dus niet zonder meer in strijd met de Vafi.

Opinie | Redactioneel
juni 2014
AA20140411

Het is bon ton om European Union bashing te bedrijven

Interview met P.H. Kooijmans, hoogleraar Volkenrecht te Leiden en oud-Minister van Buitenlandse Zaken

S.E. Bartels, I. Giesen

P.H. Kooijmans (1933) studeerde rechten en economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Aan diezelfde instelling promoveerde hij in 1964 en werd hij in 1965 benoemd tot hoogleraar Volkenrecht. In de periode 1973-1977 was hij staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl. Van 1978 tot eind 1992 was hij wederom hoogleraar Volkenrecht, ditmaal aan de Rijksuniversiteit Leiden. Al deze werkzaamheden vormden geen beletsel voor inspanningen in het kader van de Verenigde Naties. Kooijmans was voorzitter van de Commissie voor de Rechten van de Mens en speciaal rapporteur inzake foltering. Vanaf 1 januari 1993 heeft hij als minister van Buitenlandse Zaken het kabinet-Lubbers-III versterkt. Kooijmans is tegenwoordig weer terug op zijn oude stek aan de RUL. Wij spraken 50 jaar na D-Day met de demissionaire minister, voornamelijk over de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Verdieping | Interview
november 1994
AA19940725

Het Iran-United States Claims Tribunal

W.A. Hamel

Meesters-column

Opinie | Column
januari 1985
AA19850012

Het ipr wil van alle walletjes tegelijk eten

Interview met prof.mr. L. Strikwerda, Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, hoogleraar internationaal privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van de Staatscommissie voor ipr

I. Giesen, M.F.J. Haak

Interview met prof. mr. L. Strikwerda over de vele facetten van het internationaal privaatrecht.

Verdieping | Interview
juli 1995
AA19950555

Het inzagerecht van de terbeschikkingsgestelde in medische dossiers

J. Welie

Het inzagerecht van de terbeschikkinggestelde kan om therapeutische redenen worden beperkt, in tegenstelling tot de verdachte en vrijwillig verpleegde patiënt. In dit artikel wordt betoogd dat deze beperking van de rechtspositie van de terbeschikkinggestelde achterhaald en inconsequent is. De gesignaleerde beperkingen op het inzagerecht van de terbeschikkinggestelde zijn volgens de auteur zo opmerkelijk omdat zij ten eerste niet in overeenstemming zijn met hetgeen elders in het Wetboek van Strafvordering wordt gesteld en daarnaast strijdig zijn met het hedendaagse gezondheidsrecht. Op beide punten wordt nader ingegaan. De conclusie luidt dat de verdachte als terbeschikkinggestelde over een onbeperkt inzagerecht dient te beschikken.

Verdieping | Studentartikel
november 1990
AA19900807

Het inzagerecht van de ex-mentor na het overlijden van de betrokkene

D. Pos

Op 29 januari 1998 wees de civiele kortgedingkamer van het gerechtshof te Amsterdam een belangwekkend arrest. Inzet van het onderhavige kort geding was inzage in het medisch dossier van eenoverleden psychiatrische patiënte door haar vader, tevens haar ex-mentor. Het Hof wees de vorderingvan de vader toe en vernietigde het vonnis van de president in eerste aanleg.

Verdieping | Studentartikel
juni 1998
AA19980547

Het internetvergeetrecht

G.-J. Zwenne

Post thumbnail Vijf jaar vocht Mario Costeja González tegen Google. De inwoner van Coruña verlangde van de zoekmachine dat, in het geval er op zijn naam wordt gezocht, twee korte berichten uit de zoekresultaten zouden worden verwijderd. De berichten waren in 1998 gepubliceerd in het Spaans dagblad La Vanguardia en betroffen de openbare verkoop van onroerend goed van Costeja in verband met een beslag ter betaling van sociale zekerheidsschulden.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2015
AA20150009

Het internationale recht en de nationale (t)rechter: de een ieder beschermende toepassing van artikel 94 Grondwet

B.A. Kuiper-Slendebroek

Post thumbnail

Het internationale recht dat de Nederlandse staat bindt, wordt door de nationale rechter toegepast. Dit is onder andere neergelegd in artikel 94 Grondwet. In deze bijdrage wordt de toepassing van dit artikel uiteengezet aan de hand van wetsgeschiedenis en jurisprudentie.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2016
AA20160079

Het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen (IVDV)

J.H.J. de Wildt

Bijdrage bij de rode draad `Op zoek naar gefeminiseerd recht´ waarbij het in 1991 in werking getreden `Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen´ (IVDV) besproken. Aan de orde komen de voorgeschiedenis en totstandkoming van het Verdrag, de hoofdzaken van de verdragsinhoud, de goedkeuring van het Verdrag voor het Koninkrijk en de toezicht op de naleving van het Verdrag.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving | Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd recht
mei 1992
AA19920259

Het internationaal strafrecht post-1993: opkomst van de internationale straftribunalen

G.G.J. Knoops

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
januari 2010
AA20100039