Shop

Het legaliteitsbeginsel als hoeksteen van het staats- en bestuursrecht

F.J. van Ommeren

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
september 2010
AA20100645

Het leerstuk van de openbare-orde-exceptie: de Rubik’s cube van het internationaal privaatrecht?

Iraanse huwelijkse voorwaarden langs de lat van de Nederlandse openbare orde

A.A.H. van Hoek, A.E. Oderkerk

Hoge Raad 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1721 (Iraanse huwelijkse voorwaarden)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2023
AA20230455

Het leerstuk van de horizontale directe werking van Unie­grondrechten op de voet gevolgd

M. de Mol

Post thumbnail De grondrechten van de Europese Unie kunnen rechtstreeks van toepassing zijn in verhoudingen tussen particulieren en zelfs verplichtingen voor particulieren met zich brengen. De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het leerstuk van de horizontale directe werking is volop in ontwikkeling. Dit artikel analyseert de actuele stand van zaken.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190371

Het Land Aruba/Boeije

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 26 mei 2000, nr. R98/151HR, ECLI:NL:HR:2000:AA5960, RvdW 2000, 137C (Het Land Aruba/Boeije) In deze noot bij het arrest wordt ingegaan op verschillende zaken die spelen rondom (de opheffing van) het executoriaal of conservatoir beslag.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2001
AA20010107

Het laatste woord over de hoogste rechter: zelfdiscipline gepast

G.J.A. Geertjes, J.J. Wolfhagen

De persoon van individuele rechters in Nederland heeft de laatste jaren nauwelijks belangstelling gewekt. De benoeming van nieuwe raadsheren in de Hoge Raad doet over het algemeen weinig stof opwaaien. In dit opzicht was de voordracht van Ybo Buruma een uitzondering. De PVV verweet Buruma ‘te politiek’ te zijn, onder meer omdat hij in een redactioneel commentaar van het NJB een pleidooi van Wilders voor een Koranverbod een ‘echo’ van de Italiaanse dictator Mussolini had genoemd. Wat men ook van de manier van optreden van de PVV mag vinden, dat er aandacht gevraagd wordt voor de benoeming van een nieuw lid van ons hoogste rechtscollege is begrijpelijk en kan bijdragen aan meer openheid over het benoemingsproces. Er moet echter wel worden gewaakt voor een hevige politisering van dit proces.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110333

Het laatste woord over benoemingen van leden van de Hoge Raad bij de Tweede Kamer?

Ch.Y.M. Moons

In de zomer van 1979 heeft de vaste commissie van justitie van de Tweede Kamer de Hoge Raad verzocht de achtergronden te verschaffen van de kandidaten die de Hoge Raad aanbeveelt voor de vervulling van een vacature hij haar college. Dit opdat de Tweede Kamer in het vervolgt met die achtergronden rekening kan houden bij het opstellen van haar voordracht aan de Koning, aldus Roethof. Onder achtergronden moet worden verstaan de politieke godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuiging en de maatschappelijke afkomst van de kandidaats-raadsheer (Roethof). Twee vragen dringen zich op. Moet met de achtergronden van rechters bij de benoeming rekening worden gehouden? En mocht dat zo zijn, is de Tweede Kamer geschikt om, gegeven het feit dat men met achtergronden rekening houdt, rechters te benoemen?

februari 1980
AA19800076

Het laatste avondmaal: Ronald Dworkin (1931-2013)

C.W. Maris

Post thumbnail Op 14 februari 2013 overleed Ronald Dworkin, de invloedrijkste rechtsfilosoof van de afgelopen decennia. Cees Maris schrijft in deze bijdrage over de opvattingen van Dworkin, het Juiste Antwoord, morele waarheid, zijn publicaties en deelname aan publieke discussies, maar ook over de kritiek die Dworkin opriep.

Perspectief | Ars Longa Vita Brevis
oktober 2013
AA20130786

Het Kroonberoep en art. 6, lid 1 van het Europese Verdrag

L. Mulder

Artikel 6 ECRM bevat het recht op een oordeel van een onafhankelijke rechter in een gewaarborgde procedure met betrekking tot de vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen. Een administratiefrechtelijke beschikking waarover de Kroon in beroep als laatste instantie oordeelt, kan soms bepalend zijn voor burgerlijke rechten. In de Benthem-zaak was de Europese Commissie verdeeld over de vraag of artikel 6 i.e. toepasselijk is en zo ja of het Kroonberoep voldoet aan de normen.

maart 1985
AA19850128

Het kort geding over het ESM-verdrag

R.J.B. Schutgens

Rechtbank Den Haag 1 juni 2012, nr. 419556 - KG ZA 12-523, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW7242, LJN: BW7242, JB 2012/174 (m.nt. Broeksteeg) (Wilders c.s./De Staat)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2012
AA20120635

Het Koninkrijk der Nederlanden na de opheffing van de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010

L.J.J. Rogier

Post thumbnail

september 2010
AA20100563

Het komen en gaan van vreemdelingen

H. Prins

Wie zich verdiept in de literatuur die in de afgelopen 20 jaar verschenen is over het minderhedenvraagstuk, krijgt de indruk dat het toelatingsbeleid zowel de oorzaak voor het minderhedenprobleem is, alswel de voorwaarde voor het oplossen ervan. Het toelatingsbeleid van de jaren ’60 heeft geleid tot de komst van veel buitenlanders naar Nederland. De verandering van het beleid als reactie daarop, zal de hoofdmoot zijn van dit artikel. Toelatingsbeleid is een complex geheel. Vreemdelingen komen op verschillende gronden Nederland binnen, familieleden op grond van humanitaire overwegingen, vluchtelingen op grond van het Vluchtelingenverdrag en het verlenen van vergunningen en vluchtelingen met een zogenaamde B-status op grond van humanitaire overwegingen om er maar enkele te noemen. In dit artikel zal ik alleen de vergunning tot verblijf van de buitenlandse werknemer - ook wel de ‘mediterrane vreemdeling’ genoemd - en de daarmee samenhangende problemen behandelen. Aan het slot komt een betrekkelijk nieuw aspect van het minderhedenbeleid aan de orde. In 1975 is men bij wijze van experiment begonnen met het zogenaamde terugkeerprojecten-programma. Dat had als doel de werkgelegenheid in de landen van herkomst zodanig te stimuleren dat buitenlandse werknemers daar naar terug konden keren. Wat dat opleverde zal aan de hand van het evaluatierapport ‘Terug naar een nieuw begin’ behandeld worden.

oktober 1981
AA19810664

Het kneedbare belanghebbendebegrip

K.A.W.M. de Jong, A.P. Klap

Post thumbnail Om toegang te krijgen tot de bestuursrechter moet je belanghebbende zijn. Bij de invulling van het belanghebbendebegrip wordt gezocht naar optimale, niet naar maximale rechtsbescherming. Daarbij spelen zowel principiële en rechtspolitieke argumenten als efficiencyoverwegingen een rol. Als gevolg daarvan is de feitelijke invulling van het belanghebbendebegrip altijd aan verandering onderhevig.

Rode draad | Toegang tot het recht
februari 2019
AA20190147