Resultaat 5041–5052 van de 12956 resultaten wordt getoond
C.E. Ruers, D.F.H. Stein
Op 1 november 2009 trad artikel 19 lid 4 Invorderingswet 1990 (hierna: Iw) in werking. Met dit artikel wordt een extra verhaalsrecht gecreëerd voor de fiscus. Het artikel schept namelijk een verplichting voor een kredietinstelling, zoals een bank, om op vordering van de Ontvanger mee te werken aan voldoening van belastingaanslagen, zo nodig uit kredietruimte voortvloeiend uit een tussen de belastingplichtige/beslagdebiteur en de desbetreffende kredietinstelling gesloten overeenkomst. Naar onze mening past dit niet in deze tijd, waarin juist wordt gestreefd naar het terugbrengen van de (te) sterke positie van de fiscus enerzijds en het versterken van de positie van concurrente crediteuren anderzijds.
Opinie | Redactioneelapril 2010AA20100229
L.M. Koenraad
Per 1 januari 2010 beschikt de bestuursrechter over een nieuw instrument: de bestuurlijke lus. Met behulp van een tussenuitspraak kan de bestuursrechter het bestuursorgaan de gelegenheid bieden een gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Met de bestuurlijke lus wil de wetgever een halt toeroepen aan de praktijk van zogeheten ‘kale vernietigingen’, met andere woorden: uitspraken waarin de bestuursrechter volstaat met de gegrondverklaring van het beroep en de vernietiging van het bestreden besluit. De praktijk van het ‘bestuurlijk pingpongen’ ligt al geruime tijd onder vuur, bij wetenschappers, bestuurders en politici.
april 2010AA20100235
A.W. Jongbloed
De juridische beroepsgroep die de laatste tien jaar het meest in omvang toenam (zowel absoluut als relatief) is die van de mediators. Per 1 juli 2009 stonden 4.270 mediators ingeschreven in een door het Nederlands Mediation Instituut (NMI) bijgehouden register, terwijl het in 1999 om nog maar 1018 mediators ging. Anders dan ‘advocaat’ of ‘notaris’ mag iedereen zich ‘mediator’ noemen, want het betreft een vrij beroep zonder dat er (nog) een wettelijke regulering bestaat, zodat het aantal personen dat zich ‘mediator’ noemt hoger ligt dan het genoemde aantal van 4.270. Dat sprake is van zo’n diverse groep ‘mediators’ heeft directe gevolgen gehad. In een uitspraak van de Hoge Raad van 10 april 2009 is duidelijk gemaakt dat een ‘mediator’ (nog) geen beroep kan doen op het verschoningsrecht. Willen we dat er een inbreuk wordt gemaakt op het verkrijgen van de ‘Waarheid’, waartoe in beginsel een spreekplicht geldt? Vinden we de werkzaamheden van mediators belangrijk genoeg om een dergelijke inbreuk te accepteren?
april 2010AA20100246
M. Adams
Het is genoegzaam bekend: in het parlement sudderde al een hele tijd een wetsvoorstel dat het verbod voor de rechter – zoals opgenomen in artikel 120 van de grondwet – om wetten in formele zin te toetsen aan de grondwet, wil opheffen ten aanzien van, vooral, direct werkende grondrechten. Het werd in de Tweede Kamer geïntroduceerd op 1 april 2002. Ruim zes-en-een-half jaar later, in december 2008, keurde de Senaat het in eerste lezing goed met 37 tegen 36 stemmen. Nimmer kwam een voorstel over deze aangelegenheid zo ver als nu. Voor een grondwetswijziging is echter een tweede lezing vereist. Die kan er slechts komen na verkiezingen voor de Tweede Kamer. Met die verkiezingen in het vooruitzicht lijkt de kwestie dus weer volop urgent.
april 2010AA20100252
T. Vink
Voor het bijzonder nummer 2009 van Ars Aequi over oorlog en recht schreef Anamarija Kristic het artikel ‘Oorlog en democratie. Over de fundamentele verschuiving van de aard van parlementaire betrokkenheid bij de inzet van de Nederlandse krijgsmacht’. Wij ontvingen hierop een reactie van kapitein mr. Vink, die u in dit nummer kunt lezen, gevolgd door een nawoord van mr. Kristic.
Opinie | Reactie/nawoordapril 2010AA20100257
A. Kristic
Opinie | Reactie/nawoordapril 2010AA20100260
T. Blom
In het novembernummer 2009 van Ars Aequi stelde prof. Blom een rechtsvraag over de aanwezigheid van een raadsman bij een politieverhoor. In dit nummer geeft hij het antwoord. Winnaar van de rechtsvraag is Marjo Vink van de Open Universiteit. Zij wint hiermee € 50 en mag een keuze maken uit het fonds van Ars Aequi Libri.
Perspectief | Rechtsvraagapril 2010AA20100291
D. Busch
In hoeverre moet bij de invulling van vereisten voor aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad rekening worden gehouden met het eigen karakter van financieel toezicht?
9789069166858 - 31-03-2010
UCERF 4 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht
K.R.S.D. Boele-Woelki, I. Curry-Sumner, W.M. Schrama
Rapport over de juridische status van polygame huwelijken in rechtsvergelijkend perspectief. Aan de orde komen: de definitie van polygamie en de ratio van het polygamieverbod, het aangaan van een polygaam huwelijk in eigen land, de erkenning van polygame huwelijken gesloten in het buitenland, de registratie van polygame huwelijken en de nietigverklaring danwel ongedaanmaking van polygame huwelijken.
L. Punselie
Een beschouwing van het recht van minderjarigen om gehoord te worden in aangelegenheden die hen betreffen en de (on)mogelijkheden voor minderjarigen die het Nederlandse recht thans kent om kwesties die hen betreffen zelfstandig aan de rechter voor te leggen. Achter het benadrukken van beide onderwerpen ligt de vraag welke rol minderjarigen zelf toekomt in juridische procedures.
J.C.E. Ackermans-Wijn
Het ouderschapsplan is in artikel 815 Rv als een vereiste bij het echtscheidingsverzoek geformuleerd. Daarmee is het in procedureel opzicht tot de toegangsdeur van de echtscheidingsprocedure gemaakt. Het ontbreken van een ouderschapsplan kan in het uiterste geval tot gevolg hebben dat het echtscheidingsverzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard. Levert het ouderschapsplan bij een scheiding tussen Nederlandse echtgenoten in de praktijk al genoeg problemen op, nog lastiger wordt het als er bij een echtscheiding internationale aspecten zijn.