Shop

Reactie op: Euthanasie: de grens bereikt?

R.H.M. de Leeuw

In dit artikel wordt een kritische reactie gegeven op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel over euthanasie.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2001
AA20010440

Reactie op: Een on(t)roerende zaak

E.G.M. van Ooijen

Korte reactie op een eerder artikel in Ars Aequi over de horizontale werking van grondrechten.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1994
AA19940016

Reactie op: De Wet vermogenssancties

A.H.J. Neels

Op p. 147 e.v. van AA maart 1984 (AA19840147) wordt de inmiddels bijna een jaar inwerking zijnde Wet vermogenssancties aan de orde gesteld. Afgezien van het feit dat de voordelen zowel maatschappelijk als vanuit de verdachte (snel weten waar men aan toe is) bekeken evident zijn, brengt het artikel niets nieuws. Toch zijn er wel wat kritische kanttekeningen te plaatsen.

juni 1984
AA19840322

Reactie op: De Universiteit en haar zes-min-wetenschappers

T. van der Tier

Korte opiniërende reactie over de rechtenstudie. Auteur betoogt dat studenten vooral gaan studeren om een baan te kunnen vinden.

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1995
AA19950112

Reactie op: ‘Rapport Integriteit Rechterlijke Macht (IRM-rapport)’

J.T.M. Nijenhof, W.H.J. Stemker Köster

Het artikel van Burhoven Jaspers inzake het rapport-I(ntegriteit) R(echterlijke) M(acht) in een eerdere editie van Ars Aequi vraagt om een weerwoord van de zijde van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de belangenvereniging van de leden van de rechterlijke macht. Immers, in het IRM-rapport tonen Burhoven Jaspers c.s. met een groot aantal 'feiten' aan dat het met de Nederlandse rechtspraak droevig gesteld zou zijn.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 1997
AA19970417

Reactie op: ‘De vervaging van het rechtssubject; de opmars van het slachtoffer’*

+ nawoord

W.J. Veraart, A.M. Wolf

In deze reactie op een eerder gepubliceerd artikel in Ars Aequi wordt ingegaan op de nieuwe rol van het slachtoffer in het strafproces en zijn toegenomen bevoegdheden.

Opinie | Reactie/nawoord
november 2005
AA20050936

Reactie op Tiel-Utrecht Wieringa

J.C.E. van den Brandhof

Het arrest Tiel-Utrecht/Wieringa van 7 mei 1982 (RvdW 98) met de noot van Van der Grinten in Ars Aequi 31 (1982) 12, p. 733-736, geeft de auteur aanleiding tot enkele opmerkingen. De auteur acht de uitkomst in het geschil, dat hier is beslecht, namelijk onbevredigend en vraag zich af of de Hoge Raad door alle juridische bomen nog het bos van recht en rechtvaardigheid heeft gezien.

april 1983
AA19830399

Reactie op reacties en nawoord inzake Kuijsters/Gaalman q.q.

N.E.D. Faber, J.B. Huizink, S.C.J.J. Kortmann

Een korte reactie op eerdere reacties en nawoorden inzake het spraakmakende arrest en noot over verrekening bij faillissementspauliana.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1995
AA19950773

Reactie op reactie: ‘Rapport Integriteit Rechterlijke Macht (IRM-rapport)’

D. Molin

In het juninummer 1997 van Ars Aequi reageren mrs. Nijenhof en Stemker Koster van de zijde van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de belangenvereniging voor de leden van de rechterlijke macht, op de mening van drs. Burhoven Jaspers 'De rechterlijke macht: een gilde op drift!', naar aanleiding van het mede door hem opgesteld IRM-rapport (Integriteit Rechterlijke Macht-rapport).

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1997
AA19970702

Reactie op het interview met mr. G.J.C. Lekkerkerker

M.J.A. van Mourik

Reactie van prof. Van Mourik op een interview waarbij de langstlevende echtgenoot aan de orde komt. Van Mourik gaat in op de in zijn ogen onjuiste stellingen van de geïnterviewde, Lekkerkerk.

Opinie | Reactie/nawoord
februari 1993
AA19930094

Reactie op de reactie inzake Notarissen-Curatoren THB

F.P. van Koppen

Verdere reactie van Koppen op eerder in Ars Aequi verschenen artikelen over de bevoegheden van een curator.

Opinie | Reactie/nawoord
juli 1998
AA19980678

Reactie op de noot onder het arrest Kuijsters-Gaalman q.q.

R.J. Verschoof

Reactie op een noot van Kortmann en Faber over de faillissementspauliana waarbij aan de orde was of een paulinieus verkregen geldbedrag, welk bedrag dus in de boedel terug zal moeten keren, verrekend kan worden met een schuld die de schuldeiser op deze boedel heeft.

Opinie | Reactie/nawoord
juli 1995
AA19950566